Samenvatting Recht
Hoofdstuk 1
Ondernemingsrecht en bedrijfskunde
In moderne benadering van organisaties wordt gekeken of de organisatie handelt volgens de drie P’s:
people, planet en profit. Bij iedere organisatie is sprake van systemen, modellen en
bedrijfsprocessen, deze leiden tot het realiseren van het doel van de organisatie. Bij deze meer
organisaties is sprake van maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo), ook wel duurzame
bedrijfsuitvoering genoemd.
Een organisatie oefent invloed uit op haar omgeving, bijvoorbeeld het scheppen van
werkgelegenheid, uitstoot van schadelijke stoffen, sponsoren verenigingen). Op haar beurt wordt de
organisatie beïnvloed door diverse omgevingsfactoren, bijvoorbeeld economische, politieke, sociale
en juridische factoren. Dit kan worden verduidelijkt met het DESTEP model:
Zo heb je ook nog het PEST model en het STEEPLED model. Deze modellen beschrijven een kader van
macro-omgevingsfactoren die van belang zijn voor de organisatie en het strategisch management, de
analyse uit deze modellen is van belang voor de strategie van de organisatie.
Wet- en regelgeving zijn externe politieke invloeden die
vaak van invloed zijn op een organisatie, deze worden
weer ingedeeld in rechtsgebieden, foto hiernaast.
In de praktijk is er bij uitvoering van bedrijfsprocessen
niet altijd een strakke scheiding tussen het juridische
vakgebied en andere vakgebieden. In dit geval is er dan
sprake van samenhang tussen het vakgebied recht en
diverse andere vakgebieden, bijvoorbeeld
humanresourcemanagement, logistiek, marketing &
sales, accountancy en informatiemanagement.
Strategie en interne sturing
Een organisatie heeft een doel. Om dit uit te voeren
maakt het management een beleid, hierbinnen wordt veel gewerkt met diverse bedrijfs- of
managementmodellen. Het aansturen of besturen of het managen van een organisatie kan worden
ingedeeld in drie lagen. Eerst de betekenis van het besturen van een organisatie:
Besturen kan worden omschreven als zorg dragen voor een goede dagelijkse gang van zaken, de
voorbereiding en uitvoering van besluiten van andere organen, de vertegenwoordiging van de
organisatie en het ontwikkelen van langetermijnstrategie.
,Voorbeeld van de drie besturingslagen:
Dit model staat ook wel bekend als de strategiefocus van Kaplan en Norton. Het doel van het model
is het inkaderen van de besturing van de organisatie op korte, middellange en lange termijn. Alles
wat in een organisatie plaatsvindt heeft tot doel het primaire proces op de juiste wijze te laten
functioneren. Hiervoor moet sturing plaatsvinden van het management, deze vindt plaats via het
strategische, tactische en operationele beleid. Het gaat hier om de afstemming van de interne
bedrijfsprocessen van de organisatie, zodat de kwaliteit van de organisatie en van producten en
diensten toeneemt. Om deze afstemming uit te kunnen voeren kan een onderzoek plaatsvinden,
waarin de uitkomsten kunnen worden weergegeven in de SWOT- analyse. De uitkomsten van de
SWOT-analyse worden gebruikt om vast te stellen of de strategie aansluit op de ontwikkelingen in de
concurrerende markt. SWOT staat voor strengths, weaknesses, opportunities en treats.
De strategie van de organisatie kan worden omschreven als het formuleren van een richting voor de
toekomst van de organisatie voor langere termijn. In de tactische laag wordt aandacht geschonken
aan de manier waarop deze langetermijnvisie kan worden gerealiseerd. Het uitvoeren van de
werkzaamheden, het operationele proces, draagt bij aan de realisering van de langetermijndoelen.
Het vakgebied strategisch managent heeft betrekking op de vraag hoe een organisatie bepaalde
doelen kan bereiken. Binnen bedrijfskunde betekent strategisch management de strategische
analyse van de organisatie in relatie tot de dynamische omgeving en de implementatie van deze
elementen in de praktijk. Strategisch management of strategisch besturingsniveau wordt ook wel het
richten van de organisatie genoemd.
Ook het tactisch management of besturingsniveau raakt alle bouwstenen van de organisatie, maar
wel vanuit een andere invalshoek. Tactische besturing wordt ook wel het inrichten genoemd.
Strategisch management richt zich dus op waarheen en tactisch management richt zich op hoe.
Bij het operationeel management of besturingsniveau wordt het beleid feitelijk uitgevoerd, binnen
de kaders die het tactisch management heeft gesteld, met een tijdsplanning van één jaar.
Strategische modellen
Aan de hand van de uitkomsten van de SWOT-analyse kan een (verbeterd) strategisch plan worden
opgesteld. Dit plan kan aan de hand van een model worden getoetst op feasibility (mogelijkheid). De
factoren die passen bij feasibility kan je het uit FOETSJE model halen:
F: financieel haalbaar
O: organisatorisch haalbaar
E: economisch haalbaar
T: technologisch haalbaar
S: sociaal haalbaar
J: juridisch haalbaar
E: ethisch haalbaar
Aan de hand van het FOETSJE model vindt de formulering van het definitieve strategisch plan plaatst.
,Begrippen:
Ondernemingsrecht:
Het ondernemingsrecht is het vakgebied dat organisaties een juridische structuur biedt. Deze
structuur is afhankelijk van de rechtsvorm van de organisatie. Ondernemingsrecht omvat al het recht
waarmee organisaties hun strategische doelstellingen kunnen realiseren
Bedrijfskunde:
Vakgebied dat zich bezighoudt met de interne organisatie van een organisatie en haar relaties met de
omgeving, gebaseerd op een integratie van vakgebieden
Bedrijfsethiek:
Gaat over de waarden en normen van een specifieke organisatie en het daaruit voortvloeiende
gewenste gedrag binnen de organisatie
Compliance:
Het gaat hier over regelgeving, de handhaving van regelgeving en de verbinding tussen deze twee
werelden die door middel van compliance gelegd kan worden. Volgens sommige is compliance het
nakomen van juridische normen (regelgeving)
SDG’s (sustainable development goals of duurzame ontwikkelingen):
zijn 17 doelen om van de wereld een betere plek te maken in 2030, afgesproken door landen die
aangesloten zijn bij de Verenigde Naties. Deze doelen kwamen er op basis van wereldwijde inbreng
van organisaties en individuen.
, Hoofdstuk 2
Onderneming en rechtspersoon
Registratieplicht bij de KvK is gebaseerd op de handelsregisterwet (Hrw). De wet geeft de volgende
opsomming voor inschrijf plichtige ondernemingen:
De inschrijfplicht geldt voor elke onderneming die in Nederland is gevestigd en toebehoort aan een
natuurlijke persoon en aan een rechtspersoon; dat zijn: een naamloze vennootschap, een besloten
vennootschap, een VOF, een commanditaire vennootschap, een maatschap, een coöperatie, een
onderlinge waarborgmaatschappij, een vereniging, een stichting of een publiekrechtelijke
rechtspersoon.
Welke ondernemingen in de praktijk worden gekozen is afhankelijk van verschillende factoren, zoals:
- aansprakelijkheid van de eigenaar
- verdere privéomstandigheden van de eigenaar, zoals het huwelijk of geregistreerd partnerschap
- continuïteit van de onderneming
- fiscale aspecten
- het aantrekken van kapitaal
- financieringsbehoefte en mogelijkheden
- mogelijkheden voor samenwerking/ fusie
Na afweging van de relevante factoren wordt gekozen voor een bepaalde rechtsvorm, deze zijn
hieronder weergegeven:
Op dit moment is bekend dat het verschil tussen de maatschap en de vof verdwijnt waardoor er niet
meer dan twee persoonsvennootschappen zullen bestaan. De twee persoonsvennootschappen zijn
de vennootschap en de commanditaire vennootschap.
Volgens art.2:1 BW en art.2:2 BW zijn er de volgende rechtspersonen:
1. Privaatrechtelijke personen (art. 2:1 BW)
2. Publiekrechtelijke personen (art. 2:1 BW)
3. Kerkgenootschappen (art. 2:2 BW)
Als een organisatie een rechtspersoon is, zijn niet de eigenaren aansprakelijk voor de schulden, maar
de organisatie. Vanuit bedrijfskundig perspectief is het volgende van belang. Door het kiezen van een
rechtsvorm voor de onderneming geeft het management de onderneming haar juridische identiteit.
Vertegenwoordiging en volmacht
organisaties zullen overeenkomsten sluiten met andere organisaties, particulieren of de overheid.
Slechts een kleine groep personen binnen de organisatie is bevoegd om de organisatie te
vertegenwoordigingen.
De bevoegdheid van de vertegenwoordigers van de onderneming wordt
vertegenwoordigingsbevoegdheid genoemd. Bij vertegenwoordiging staat centraal dat de
vertegenwoordiger wel een rechtshandeling verricht, maar zelf niet aan deze rechtshandeling is
gebonden. De vertegenwoordigde organisatie is wel gebonden aan de rechtshandeling.
Hoe komt bij organisaties vertegenwoordiging tot stand?
- door een ondernemingsrechtelijke wetgeving, bijvoorbeeld is als iemand lid is van het bestuur
- uit afspraak tussen de werknemer en de organisatie, dit heet dan volmacht (art. 3:60BW)