Ontwikkelingspsychologie
Samenvatting Boek
Hoorcollege 1a – Inleiding in de OWP (Unit 1)
Unit 1: Metatheorieën
Wat is ontwikkeling?
Ontwikkelingspsychologie is de wetenschappelijke van verandering en continuïteit binnen het leven
van een individu. Die ontwikkeling bestuderen we van de conceptie tot de dood (‘from womb to
tomb’).
Gaat over veranderingen in de volgende drie brede domeinen:
- Fysieke ontwikkeling.
o Veranderingen in lengte en gewicht, sensorische capaciteiten, het zenuwstelsel en
neiging tot ziektes.
- Cognitieve ontwikkeling.
o Veranderingen in intelligentie, wijsheid, perceptie, probleem-oplossen, geheugen en
taal.
- Psychosociale ontwikkeling.
o Veranderingen in emotie, zelf-perceptie en interpersoonlijke relaties met familie,
leeftijdsgenoten en vrienden.
Lifespan perspectief
Leerdoel: Leg het lifespan perspectief en de aannames over ontwikkeling uit.
Baltes identificeerde meerdere onderliggende principes van het lifespan perspectief:
- Ontwikkeling vindt plaats gedurende gehele levensloop.
- Ontwikkeling is multidirectioneel en multidimensioneel.
o Lifespan-onderzoekers zijn van mening dat verschillende mensen verschillende
ontwikkelingspaden volgen en met verschillende snelheden doorgaan. Zelfs binnen
dezelfde persoon kunnen verschillende dimensies of ontwikkelingsdomeinen op
verschillende manieren veranderen.
- Ontwikkeling omvat vooruitgang (gains) maar ook stagnatie of achteruitgang (losses).
o Dus niet eerst vooruitgang en dan achteruitgang als we ouder worden.
- Ontwikkeling wordt gekenmerkt door plasticiteit.
o Plasticiteit is ons vermogen om te veranderen en een breed scala aan
ontwikkelingspaden te volgen.
- Ontwikkeling is ingebed in sociale (historische en culturele) context.
- Ontwikkeling wordt gedreven door meerdere determinanten.
o Zowel biologische als omgevingsfactoren.
- Ontwikkeling is multidisciplinair.
,Contextualisme als paradigma
Baltes identificeerde drie specifieke ontwikkelingssystemen van invloed, die elk biologische en
omgevingskrachten bevatten:
1. Normatieve leeftijdsgebonden invloeden.
2. Normatieve historisch gebonden invloeden (zowel biologische als omgevingsinvloeden).
a. De tijd waarin je geboren bent, vormt je ervaringen.
b. Een cohort (generatie) is een groep mensen die geboren zijn in ongeveer dezelfde
periode. Deze mensen ervaren vaak soortgelijke historische veranderingen op
soortgelijke leeftijden.
3. Non-normatieve invloeden (zowel biologische als omgevingsinvloeden).
a. Ontwikkeling wordt ook gevormd door specifieke invloeden die niet georganiseerd
zijn door leeftijd of een historische tijd, zoals immigratie, ongelukken of de dood van
een ouder.
Contextuele perspectieven
Contextuele perspectieven benadrukken, net als de lifespan benadering, maatschappelijke
contexten die invloed hebben op onze ontwikkeling. Een belangrijke maatschappelijke factor is onze
socio-economische status (SES): Een manier om families en huishoudens te identificeren gebaseerd
op hun gedeelde niveaus van onderwijs, inkomen en beroep. Leden van dezelfde sociale klasse
hebben vaak soortgelijke privileges, mogelijkheden, levensstijlen, patronen van consumptie,
opvoedstijlen, stressors, religieuze voorkeuren, en ieder ander aspect van het dagelijks leven.
Poverty level is een inkomensbedrag dat is vastgesteld door de federale overheid en is gebaseerd op
een reeks drempels die variëren per gezinsgrootte. Als het inkomen van een gezin minder is dan de
overheidsdrempel, dan wordt dat gezin als arm gezien.
Tegenwoordig zijn we ons bewust van de variaties in ontwikkeling en de impact die cultuur en de
omgeving hebben op ons leven. Cultuur is het geheel van onze gemeenschappelijke kennis, gedrag,
taal, materiele objecten binnen groep mensen. Cultuur vertaalt zich in waarden, gebruiken, ambities,
emoties.
- Wij hebben de neiging om te denken dat de praktijken en verwachtingen van onze eigen
cultuur de juiste zijn, dit geloof wordt etnocentrisme genoemd. Dit kan een obstakel zijn
wanneer het ons begrip van andere culturele praktijken remt.
- Culturele relativiteit is een waardering voor culturele verschillen en het begrip dat culturele
praktijken het beste begrepen kunnen worden vanaf het standpunt van die bepaalde cultuur.
Lifespan versus life expectancy
- Lifespan: De maximale leeftijd die elk lid van een soort kan bereiken onder optimale
omstandigheden.
- Life expectancy: Het gemiddeld aantal jaren dat een persoon die geboren is in een bepaalde
tijd meestal verwacht wordt te leven.
,Concepties van leeftijd
Er zijn een aantal manieren waarop onderzoekers over het concept van leeftijd kunnen denken:
- Chronologische leeftijd: Het aantal jaren sinds je geboorte.
- Biologische leeftijd: Hoe snel je lichaam ouder wordt.
- Psychologische leeftijd: Onze psychologisch aangepaste vermogen vergeleken met anderen
van onze chronologische leeftijd.
- Sociale leeftijd: Gebaseerd op de sociale normen van onze cultuur en de verwachtingen die
onze cultuur heeft voor mensen van onze leeftijdsgroep.
Ontwikkelingsfasen
Leerdoel: Onderscheid perioden van menselijke ontwikkeling.
Prenataal
Periode van de conceptie tot aan de geboorte van een kind.
- Hierin staat vooral de fysieke ontwikkeling van het kind centraal (Lichaam wordt gevormd).
- Primaire zorgen zijn voeding, teratogenen (omgevingsfactoren die kunnen leiden tot
aangeboren afwijkingen), en de bevalling.
Baby- en peutertijd
Periode van 0-1 jaar.
- Snelle groei en verandering, voor zowel kind als ouder.
- Fysieke ontwikkeling staat centraal, maar met cognitieve en psychosociale gevolgen.
Vroege kindertijd
2-5 jaar.
- Snelle ontwikkeling van (o.a.) taal, zelfbewustzijn en spel.
, Midden en late kindertijd
6 jaar - begin puberteit.
- Formeel leren (op school).
- Maken van interpersoonlijke vergelijkingen.
Adolescentie
Begin puberteit – 18.
- Opnieuw snelle groei (zowel fysiek als psychologisch).
- Puberteit, gekenmerkt door een algehele groeispurt en seksuele maturatie.
- Ontwikkeling van identiteit en wereldbeeld.
Ontluikende en vroege volwassenheid
18 – 40 jaar.
- Fysiologische piek.
- Ontwikkeling naar zelfstandigheid, begin van volwassen rollen (in liefde, werk, of gezin).
Midden volwassenheid
40 – 65 jaar.
- Eerste tekenen van ouderdom beginnen.
- Top productiviteit op het gebied van werk en liefde.
- Soms dubbele zorgtaken (bijv. zorg voor kinderen maar ook voor ouders).
Late volwassenheid
65 – overlijden.
- Steeds meer fysieke beperkingen, uiteindelijk meer afhankelijkheid van de zorg van anderen.
- Overgang naar minder professionele activiteit.
Metatheorieën van menselijke ontwikkeling
Wat zijn metatheorieën van menselijke ontwikkeling
Metatheorieën van menselijke ontwikkeling zijn een set van aannames die mensen hebben over de
aard van mensen en de betekenis van ontwikkeling. In de studie van ontwikkeling, beïnvloeden zulke
aannames hoe onderzoek wordt uitgevoerd: de vragen die we stellen, de methoden die we
gebruiken en de interpretatie van data.
Alle onderzoekers (maar ook doctoren, artiesten, docenten, ouders, politici, etc.) hebben
metatheorieën, maar hier zijn ze zich niet altijd bewust van.