Week 1 Bronnen van het arbeidsrecht
Het arbeidsrecht is het recht tussen werknemer en werkgever. Het doel van het arbeidsrecht
is het beschermen van de ‘zwakkere’ werknemer tegen de ‘machtige’ werkgever.
Bronnen van het arbeidsrecht;
De wet boek 7 titel 10 BW
De CAO (collectieve arbeidsovereenkomst)
Arbeidsovereenkomst
Jurisprudentie (Hoge Raad)
Soorten rechten
Van de bepalingen van boek 7 titel 10 BW kan soms niet worden afgeweken. Niet bij
individuele arbeidsovereenkomst, en zelfs niet bij de cao. Dit noemen we de bepalingen van
het dwingend recht.
Soms kan wel van de bepalingen in boek 7 titel 10 BW worden afgeweken bij schriftelijke
overeenkomst. Dit noemen we bepalingen van semidwingend recht.
Soms mag alleen bij cao worden afgeweken van de wettelijke bepalingen. Dat zijn
bepalingen van driekwart dwingend recht.
Een enkele keer hebben partijen niets geregeld en kan een wetsartikel van aanvullende aard
in het burgerlijk wetboek zijn opgenomen. Dit noemen we een bepaling van aanvullend of
regelend recht.
CAO’s
Een overeenkomst tussen (een) werkgever(s) of werkgeversorganisatie(s) aan de ene zijde
en (een) werknemersorganisatie(s) aan de andere zijde, waarbij
arbeidsvoorwaardenregelingen voor grotere groepen werknemers worden afgesproken. Dat
kan een cao zijn voor een gehele bedrijfstak, zoals de cao voor de metaalindustrie, maar het
kan ook gaan om slechts een specifieke onderneming, de ondernemings-cao.
Die invloed van de collectieve arbeidsovereenkomst op de individuele arbeidsrelatie is groot.
Een cao biedt meer dan alleen wettelijke bepalingen. In de cao staan daarnaast zaken die
niet specifiek geregeld zijn in boek 7 BW.
Doorwerking CAO
Cao-bepalingen werken door in de individuele arbeidsovereenkomsten als werkgever en
werknemer beiden lid zijn van een van de contacterende cao-partijen. Zowel de werkgever
als de werknemer moet dus lid zijn van een organisatie die de cao is aangegaan. Zij worden
dan aangeduid als een ‘gebonden werkgever’ en een ‘gebonden werknemer’. Er kunnen
meerdere werknemer en werkgeversverenigingen betrokken zijn bij een CAO.
,De artikel 14-werknemer
Gebonden werkgevers moeten de cao toepassen op gebonden werknemers. Zij vallen
immers onder artikel 9 wet CAO. Dit zou ertoe kunnen leiden dat een werkgever er een
financieel belang bij heeft om geen vakbondsleden aan te nemen. De werkgever mag echter
geen onderscheid maken tussen vakbondsleden en niet-vakbondsleden. De werkgever die
lid is van een werkgeversorganisatie die de cao heeft afgesloten, is verplicht om die cao-
bepalingen ook toe te passen op werknemers die geen lid zijn van een
werknemersorganisatie. We spreken dan over een artikel 14 werknemer.
Algemeen verbindend verklaarde cao
Een cao bindt, zoals iedere verbintenis, alleen de partijen die deze verbintenis zijn
aangegaan. Dit zou echter op het gebied van de arbeidsvoorwaarden tot ongewenste
gevolgen leiden. Als alleen gebonden werkgevers de cao zouden moeten toepassen, zou
sprake zijn van oneerlijke concurrentie. Daarom kunnen cao-partijen, betrokken bij een
bedrijfstak- of sector0cao, aan de minister vragen om de cao algemeen verbindend te
verklaren. De cao-bepalingen gelden dan voor alle werkgevers en werknemers werkzaam in
een bepaalde bedrijfstak.
Incorporatiebeding
In de praktijk hoeft in de meeste gevallen niet nagegaan te worden of een van de partijen,
werkgever of werknemer, lid is van een van de contracterende cao-partijen of dat de cao
algemeen verbindend is verklaard. Dat is als in de individuele arbeidsovereenkomst de
desbetreffende cao met naam en toenaam daarop van toepassing wordt verklaard. Dit
noemen we een incorporatiebeding. Je haalt op deze wijze de cao als het ware de
individuele arbeidsovereenkomst binnen.
Nawerking CAO
Een cao wordt altijd voor een bepaalde tijd afgesloten. De looptijd van een cao ligt meestal
tussen de een en twee jaar. De cao eindigt van rechtswege of door opzegging. Is de tijdsduur
van de cao verstreken, dan werkt deze cao na totdat er een nieuwe is afgesloten.
Personeelsreglement
Een personeelsreglement is niet verplicht. Dit is alleen bindend indien er in de
arbeidsovereenkomst een verwijzing naar het reglement staat. Dit kan bevatten
arbeidsvoorwaarden (bijzonder verlof, bonus), organisatorische regelingen (gedragscodes,
orde voorschriften) en het is gebaseerd op het instructierecht van de werkgever.
Ondernemingsraad
Bij de wet op de ondernemingsraden (WOR) staat het gezamenlijke belang van de werkgever
en de werknemer binnen een onderneming voorop. De ondernemingsraad behartigt dus niet
alleen de belangen van de werknemers. Een werkgever moet een ondernemingsraad
instellen als er ten minste vijftig werknemers in het bedrijf werkzaam zijn.
Adviesrecht artikel 26 lid 1 WOR
Bij belangrijke bedrijfseconomische en organisatorische besluiten geeft de
ondernemingsraad advies.
Instemmingsrecht artikel 27 lid 1 WOR
Bij wijzigingen in de arbeidsvoorwaarden heeft de ondernemingsraad recht op instemming.
,Internationaal en Europees recht
Veel Nederlandse arbeidsrecht is een vertaling van Europees recht, bijvoorbeeld gelijke
behandeling van mannen en vrouwen. Normen van Europees en internationaal recht
bepalen steeds meer e individuele arbeidsrelatie tussen werkgever en werknemer. In
Europees verband kennen we richtlijnen en verordeningen die gebaseerd zijn op het VWEU-
verdrag.
Werken over de grens binnen de EU, welk recht is van toepassing?
1. Rechtskeuze? (Expliciet of impliciet)
De expliciete rechtskeuze als bedoeld in artikel 8 lid 1 Rome wordt gemaakt door met zoveel
woorden de keuze voor een bepaald nationaal recht te vermelden in de
arbeidsovereenkomst.
Is die expliciete keus niet aan de orde, dan kan er sprake zijn van een impliciete rechtskeuze.
Aanwijzingen voor zo’n impliciete rechtskeuze zijn: de opstelling van de
arbeidsovereenkomst in een bepaalde landstaal en/of een verwijzing in de
arbeidsovereenkomst naar het arbeidsrecht of de rechts van de land.
2. Zo nee: Art. 8 lid 2 van Rome 1 verordening
Hebben werkgever en werknemer niet expliciet of impliciet een rechtskeuze gemaakt, dan
wordt deze volgens artikel 8 lid 2 Rome beheerst door het arbeidsrecht van het land waar de
werknemer gewoonlijk zijn arbeid verricht.
3. Geen gewoonlijk werkland aanwijsbaar?
Is er geen gewoonlijk werkland aanwijsbaar, dan is het land waar zich de vestiging bevindt
die de werknemer in dienst heeft genomen.
4. Nauwere band met ander land
Als kennelijk een nauwere band bestaat met een ander land, dan is het recht van dat andere
land van toepassing.
Voorrangregels in Nederland
• Bepalingen van dwingend recht, zoals minimumloon, wettelijke vakantiedagen
• Ontslagbescherming
• Arbowet
• AWGB
• AVV CAO’s
Procedure in het arbeidsrecht
1. Sector kanton van de rechtbank
Arbeidszaken worden aanhangig gemaakt bij de rechtbank, sector kanton.
2. Gerechtshof (hoger beroep)
Werkgever en werknemer kunnen tegen beslissingen van de kantonrechter beroep
aantekenen bij een van de gerechtshoven
3. Hoge Raad (cassatie)
Tegen het arrest van het gerechtshof kan in cassatie worden gegaan bij de Hoge Raad.
, Week 2 Soorten overeenkomsten en de sollicitatiefase
Verschillende soorten overeenkomsten
Arbeidsovereenkomst
Aanneming van werk (resultaatsverplichting)
Overeenkomst van opdracht (inspanningsverplichting)
Het belang om het te onderscheiden:
Bescherming uit het arbeidsrecht wel/niet van toepassing
Wel/niet verzekerd (WW/WIA)
Wel/niet afdracht sociale premies
Criteria definitie arbeidsovereenkomst art. 7:610 lid 1 BW
De arbeidsovereenkomst is de overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich
verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd
arbeid te verrichten.
De criteria zijn dus:
In dienst van (gezagsverhouding)
Loon
Arbeid te verrichten
Persoonlijk arbeid art. 7:659 BW
Indirect volgt uit de definitie van art. 7:610 BW dat de werknemer de arbeid ook persoonlijk
moet verrichten, uitdrukkelijk staat dat in artikel 7:659 BW.
Oproepovereenkomst art. 7:628a lid 9 BW
In de praktijk werken veel mensen op basis van een oproepovereenkomst. Je kunt dan
denken aan een Nulurencontract, een min-max contract (10-20 uur) of een
arbeidsovereenkomst op oproepbasis.
Rechtsvermoedens
In hoeverre is een oproepkracht een gewone werknemer? Om antwoord te geven op deze
vraag moet je weten of de werknemer die op oproepbasis werkt een arbeidsovereenkomst
heeft of niet.
1. Kijken naar arbeidsovereenkomst.
Daarvoor kan je eerst kijken naar de vereisten van arbeidsovereenkomst.
2. Rechtsvermoeden van de arbeidsovereenkomst.
Als het dan nog niet helemaal duidelijk is, dan kun je naar het rechtsvermoeden van de
arbeidsovereenkomst, artikel 7:610a BW, kijken.
3. Rechtsvermoeden van de omvang van de arbeid
Dit rechtsvermoeden, maar ook het rechtsvermoeden van de omvang van de arbeid, art.
7:610b BW, kan door iedere werknemer worden ingeroepen. Het zullen echter vooral de
oproepkrachten zijn die op deze bepalingen een beroep zullen doen.