Geschiedenis (werkplaats) themakatern Midden-Oosten en
Noord-Afrika H1 (p.1,2,3) H2 (p.1,2,3) H3 (p.1,2 mist 3)
Beknopte samenvatting van de belangrijkste dingen die in het boek worden gezegd.
1.1
● vazalstaten betaalden tribuut
● heel vroeg landbouw stedelijke samenlevingen
● Feniciërs waren scheepsbouwers en zeevaarders
● handelsposten stichten, door migratie ontstonden koloniën
● Noord-Afrika ten westen van Egypte = Maghreb
● Berbers --> halfnomadische landbouwsamenleving
● Feniciërs nemen rijk van de berbers in, met nog goede contacten en daardoor ontwikkelen ambachten en landbouwtechnieken
● Carthago rond 800 v.C. gesticht, rijk ten einde toen Rome kwam
● Maghreb werd belangrijke graanproducent van Rome
● Het midden-oosten had invloed op de Grieken --> alfabet, beeldhouwkunst, muntgeld, wetenschap
● Het wetboek van Hammoerabi heeft betrekking op al het recht, 282 wetten op een steen
● vanaf 6e eeuw v.C. ontstond Perzië, dit rijk ging ten onder na verovering Alexander de Grote, dit viel later weer uiteen in
diadochenrijken (opvolgerstaten)
● Alexander zag zichzelf als opvolger van perzische koningen en nam rituelen over zoals knieval, ook persoonsverheerlijking -->
machthebbers portret op munten
● mengcultuur in de Griekse wereld --> hellenisme (30 v.c)
● Egyptische rijk --> faraodynastie. hij voerde een nieuwe god in en dit werd verspreid
● de romeinen hadden bewondering voor de hellenistische cultuur, dus Grieks-romeinse mengcultuur, dit veranderde toen christendom
in 380 Romeinse staatsgodsdienst werd, afkeer voor alles heidens
● vanaf 1e eeuw Parthische rijk, beheersten handelsroutes uit China en Zuidoost-Azië, ze drongen de griekse cultuur terug, ten gunste
van de oude perzische cultuur met de perzische taal en het zoroastrisme (mono godsdienst)
● de romeinen en parthen streden om heerschappij koninkrijk Armeniërs
● 3e eeuw Parthische rijk plaatsmaken voor nieuwe-Perzische rijk
● 1e eeuw armeniërs naar christendom, in 299 romeinse vazalstaat, 301 christendom als staatsgodsdienst
● Arabische expansie in de 7e eeuw; in plaats van Perzische en Romeinse rijk
● Vandalen trokken van spanje naar noord-afrika in 429. Vandalen aanhangers van het arianisme, christelijke stroming. dit werd in 534
veroverd door de Byzantijnen
1.2
● Arabische veroveraars onderdanen niet bekeren. perzisch en grieks als bestuurtalen, betalen met dat geld
● kalief daarna opbouw arabische staat, 696 ARabische munt, zelf op, zwaard = macht, hierna munten met koran teksten. hij schafte
ook de bestuurstalen af, dit in arabisch, bevorderde politieke eenheid
● na zijn dood veroveren, ook sprake van acculturatie --> hierdoor groeien arabische eenheid
● wie kalief moet zijn? strijd? opvolger van mohammed. Mohammed familie Ali (sjiieten), 656 kalief, burgeroorlog, 661 Ali vermoord,
hierna Omajjaden dynastie.
● materialisme (sterke hechting aan geld en bezit) en nepotisme (vriendjespolitiek)
● tegen omajjaden intern verzet.
● onvrede sjiieten etc dus burgeroorlog, Ali's zoon Hoessein werd door Omajjaden Leger gedood in 680.
● in 744 werd burgeroorlog tot 750 met overwinning nakomelingen van Mohammeds oom Abbas. De Abbasiden vestigden een nieuwe
dynastie met Bagdad.
● in 969 kwam er een kalifaat bij, Fatimiden in Egypte
● diversiteit in het Arabische rijk, in minderheid --> arabisch niet als omgangstaal
● Berbertalen en Turks bleef in stand ondanks overnemen islam.
● Godsdienstige diversiteit bleef bestaan, poly werd verboden.
● Joden, christenen en zoroastriërs hadden godsdienstvrijheid, maar moesten wel Arabische moslims als heersers erkennen en extra
belasting betalen.
● Meerderheid soennieten (soenna, levenswijze van Mohammed)
● Hadith, overleveringen van ooggetuigen
● Koran + Hadith basis voor sharia islamitische wet.
● sjiieten en soennieten basically the same maar erkennen andere geestelijke leiders en andere overleveringen. sjiieten vallen ook nog
uiteen in andere groepen
● landbouwstedelijke samenleving --> onder Abbasiden in 8e eeuw bloeiperiode, daardoor handelaren vrij reizen in gebied
● Bagdad belangrijk centrum van wereldhandel.
● de economische bloei veroorzaakte culturele bloei --> stimuleerde weer de economie.