Hierbij alle leerdoelen crisis van blok B uitgewerkt. Voor alle weken zijn los de kernbegrippen en literatuur met toevoeging vanuit de colleges te vinden.
Crisis: conceptueel
Uitgewerkte leerdoelen
Jaar 2, blok B
Auteur:
Noah van den Heerik
,Inhoud
1 Thema Crisisbeheersing ...................................................................................................................................... 3
1.1 Je kent de wettelijke taken van de veiligheidsregio inzake crisisbeheersing. ................................................................. 3
1.2 Je kunt de verschillende actoren benoemen die een rol kunnen spelen bij de regionale crisisbeheersing en kan
uitleggen via welke afgestemde processen deze samenwerken. .......................................................................................... 3
1.3 Je kunt beschrijven hoe de hoofdstructuur van de crisisbeheersing is vormgegeven in Nederland op regionaal en
nationaal niveau. ................................................................................................................................................................... 4
1.4 Je kunt uitleggen hoe de opschaling in de crisisbeheersing volgens de GRIP-procedure tot stand komt en welke
crisisteams daar op welk niveau bij betrokken zijn. .............................................................................................................. 4
1.5 Je kunt bij gegeven crisisomstandigheden van multidisciplinaire aard analyseren en beargumenteren welke
crisispartners of -organisaties daarbij een rol spelen, en kunt dilemma’s die in deze omstandigheden aan de orde zijn
herkennen. ............................................................................................................................................................................ 6
1.6 Je kunt voorbeelden geven van sociaalpsychologische factoren die van invloed zijn op de crisisbesluitvorming. ......... 7
2 Thema Bestuurlijke aspecten van crisis ............................................................................................................. 8
2.1 Je beschrijft hoe het beleid op rampenbestrijding en crisisbeheersing zich door de jaren heen heeft ontwikkeld en
hoe dit uiteindelijk heeft geleidt tot de invoering van de veiligheidsregio. .......................................................................... 8
2.2 Je kent het verschil tussen een klassieke ramp en een moderne crisis en kunt hier voorbeelden van geven. ............... 8
2.3 Je kent de plannen die een veiligheidsregio maakt en op welke manier deze bijdragen aan het risicomanagement. ... 9
2.4 Je kent rol van de gemeente(raad) in de voorbereiding op een ramp op crisis en weet welke bevoegdheden een
burgemeester heeft............................................................................................................................................................. 10
2.5 Je kent het verschil tussen een regionale crisis en een nationale crisis en kunt hier voorbeelden van benoemen, en
hoe het regionaal risicoprofiel en het nationaal veiligheidsprofiel gebruikt worden.......................................................... 11
2.6 Je hebt inzicht in hoe in het bestuurlijk landschap wordt samengewerkt in ketens en netwerken ter voorbereiding op
rampen en crises. ................................................................................................................................................................ 12
2.7 Je beschrijft op welke manier de overheid de kwaliteit van de rampenbestrijding en crisisbeheersing borgt en welke
elementen daarbij belangrijk zijn. ....................................................................................................................................... 13
2.8 Je karakteriseert de verschillende risicobenaderingen, behorende bij de verschillende typen risico........................... 14
2.9 Je hebt inzicht in de krachten die spelen rond de risicoregelreflex, en kunt deze herkennen in casuïstiek. ................ 14
3 Thema Crisiscommunicatie ............................................................................................................................... 15
3.1 Je kunt de transitie beschrijven die in de samenleving heeft plaatsgevonden van reputatie- naar relatiegerichtheid. Je
kunt daarbij onderscheid maken tussen de positie van publieke en private actoren, en onderkent het verschil tussen
shareholders- en stakeholdersbelangen. ............................................................................................................................ 15
3.2 Je kunt de hoofddoelen van crisiscommunicatie benoemen en beoordelen in hoeverre ze in concrete situaties
worden gerealiseerd............................................................................................................................................................ 16
3.3 Je kunt de Wet van Pleuris 2.0 uitleggen en toepassen, en op die manier uitspraken doen over de (vermoedelijke)
impact van een crisis of minicrisis. ...................................................................................................................................... 17
3.4 Je kunt het belang van vertrouwen aan de hand van de indicatoren betrouwbaarheid en geloofwaardigheid,
uitleggen en toepassen. ...................................................................................................................................................... 17
3.5 Je kunt vuistregels opstellen voor adequate respons in bepaalde crisissituaties. ......................................................... 18
3.6 Je kunt voor de crisiscommunicatie de rollen (onder)scheiden binnen de driehoek gemeente/OM/politie en ook die
van andere actoren. ............................................................................................................................................................ 19
3.7 Je kunt binnen de crisissimulaties de opgedane inzichten toepassen en bewaken. ..................................................... 20
2
, 1 Thema Crisisbeheersing
1.1 Je kent de wettelijke taken van de veiligheidsregio inzake crisisbeheersing.
Taken veiligheidsregio conform artikel 10 Wet veiligheidsregio’s (Wvr)
• een inventarisatie van de risico’s van branden, rampen en crises
• de voorbereiding op de bestrijding van branden en de organisatie van de rampenbestrijding en
crisisbeheersing
• het in stand houden van een brandweer
• het in stand houden van een Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) die zorg
draagt voor de coördinatie, aansturing en regie van de geneeskundige hulpverlening en de advisering
van andere overheden en organisaties op dat gebied
• het voorzien in de meldkamerfunctie
1.2 Je kunt de verschillende actoren benoemen die een rol kunnen spelen bij de regionale
crisisbeheersing en kan uitleggen via welke afgestemde processen deze samenwerken.
Onder een regionale crisis wordt verstaan een gebeurtenis:
• waardoor een ernstige verstoring van de openbare orde of veiligheid is ontstaan of dreigt te ontstaan
die van meer dan plaatselijke betekenis is binnen een veiligheidsregio, en
• waarbij de reguliere structuren en/of middelen niet toereikend zijn om de openbare orde of veiligheid
te handhaven.
De regionale crisisorganisatie bestaat uit de gemeenten en hulpverleningsdiensten. Overige crisispartners die
veel ingezet worden zijn het Openbaar Ministerie, Defensie en de waterschappen, Rijkswaterstaat en vitale
bedrijven. Het gaat vooral om multidisciplinaire samenwerking tussen de brandweer, politie, geneeskundige
zorg en bevolkingszorg: de vier kolommen:
Samenwerking vindt plaats met een netcentrische werkwijze voor informatieuitwisseling. Dagelijkse
samenwerking vindt plaats bij het zogeheten motorkapoverleg door Officieren van Dienst van de kolommen.
Er wordt besproken of er meer gecoördineerde inzet nodig is. Zo ja → opschaling → CoPI. Alles moet vanuit
het CoPI kunnen worden gecoördineerd. Zo niet → opschaling → oprichting andere teams.
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ziziyovanreijsen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.