Joshua Kooijman | 646629nk@eur.nl
De psychologische ontwikkeling tussen 0-23 jaar en
individuele verschillen!
Inhoud
College 5...........................................................................................................................1
College 6.........................................................................................................................13
College 7.........................................................................................................................23
College 8.........................................................................................................................27
College 5
Ontwikkelingspsychologie
Emotional development. In a topical approach to life span development (PP. 281-291)
Wat zijn emoties?
- Gevoel dat ontstaat als er belangrijke interactie is, dit bestaat vooral uit communicatie met
de wereld
- Je hebt positieve (blijheid, liefde) en negatieve (angst, boosheid) emoties
- Biologische ontwikkeling > in het brein
- Ontwikkeling door ervaring > sociale relaties zorgen voor meer emoties, cultuurgebonden
Functionalistische visie
- Emoties zijn relationeel (goedkeuring anderen) en minder intern, het behalen of niet
behalen van een doel zorgt voor een bepaalde emotie
Emotionele competentie
- Weten welke emotionele staat je bent, andermans emotie weten, juiste vocabulaire
gebruiken bij een emotie, empathie, sensitiviteit, inner-emoties hoeve niet naar buiten en
goed omgaan met negatieve emoties
Ontwikkeling van emoties
Infancy
- Primaire emoties > ontstaan in de eerste 6 maanden (blijheid, verdriet)
- Self-conscious emotions > weten hoe je je voelt, vanaf 1,5 jaar (empathie, jaloezie)
- Emotionele expressie > is reciprocal, kind past zich aan aan de emoties van de ouder
Huilen
- Basic cry > ritmisch patroon
- Anger cry > meer lucht gebruikt
- Pain cry > lang gehuil en adem inhouden
- In het 1e jaar moet je ze troosten, zorgt voor een betere hechting
Lachen
- Reflexive smile > niet door externe stimuli, ontstaat in de 1 e maand tijdens het slapen
- Social smile > door externe stimulu (zoals een gezicht), vanaf 4-6 weken
- Anticipatory smiling > lachen naar een object en dan een ouder (vanaf 9 maanden)
Angst
- Van 6 maanden en hoogtepunt bij 19 maanden
- Meest voorkomend > stranger axiety
- Seperation protest > huilen als de ouder weggaat (hoogtepunt rond 15 maanden)
1
,Emotionele regulatie
- Duimzuigen om emoties tegen te gaan
- 2 jaar > iets anders aandacht geven om te kalmeren
Early childhood
- Snappen emoties steeds beter
- Meer emotionele kennis > betere sociale vaardigheden en minder agressie problemen
Reguleren van emoties
- Belangrijk voor de sociale competenties, dit levert ook meer relaties met vrienden op
- Ouders > kunnen emotion-coaching of emotion-dsimissing zijn
Middle and late childhood
- Betere emoties begrijpen > dus ook complexe emoties (schaamte)
- Beter begrijpen dat je meer dan 1 emoties kan voelen in 1 situatie
- Dat een bepaald event zorgt voor een emotionele reactie
- Wegdrukken van negatieve emotionele reacties
- Gebruik van zelfbedachte strategieën om gevoelens een andere kant op te sturen
Dose-response effects
- Hoe erger het trauma, hoe slechter de emotionele regulatie
Emotional development and attachment (PP. 157-175)
Verschillende theorieën over emotionele ontwikkeling
Genetic-maturational view
- Door biologische factoren
- Redenen > identieke tweelingen lijken meer op elkaar, iedereen lacht rond de 46 weken na
conceptie
Learning perspective
- Door de omgeving
- Kan je individuele verschillen mee omschrijven
Functionalist perspective
- Doel van emoties is bereiken van onze doelen, je past je aan aan de omgeving
Duchenne smile
- Andere lach naar moeder dan vreemden (ook rimpels rond de ogen)
Meiden lachen meer dan jongens
Angst, 2 stadia
- Wariness (0-7 maanden) > stress bij een event die iets bekends en onbekends heeft, ze
kunnen niet assimileren
- Fear (7-9 maanden) > negatieve reactie op een situatie die iets betekend
Social referencing
- Lezen van emotionele cues om te beslissen hoe je je moet gedragen
- Komt van het functionalistisch perspectief
Positievere reactie > bekende setting (thuis), kind, actief, vriendelijk, lachend en voorspelbaar
Secondary emotions (self-conscious)
- Trots, schaamte, jaloezie & schuld
2
, - Rond 1,5 jaar
- Minder schaamte bij moeilijke taken en meer bij makkelijke
- Meer trots bij moeilijke taken en minder bij makkelijke
Herkennen van andermans emoties
- Baby’s herkennen positieve emoties eerder dan negatieve
- Herkennen emoties van moeders eerder dan vaders (meer tijd samen)
Emotie regulatie
- Op duim zuigen, handen voor ogen
- Emotional display rules > leren in welke situatie je welke emotie moet laten zien, dus
emotie die je kan zien moet losstaan van de innerlijke emotie
- 8-9 > kunnen lachen terwijl ze niet blij zijn
Fake gezichtsexpressies
- 3 jaar > negatieve emoties verbergen
- 6 jaar > weten dat de emoties niet hetzelfde is als iemands gevoel
Cognitie en emotie
- Emotional scripts > complexe schema’s die ervoor zorgen dat het kind een emotie kan
herkennen die hoort bij een situatie
Meerdere emoties tegelijk
- 4-6 > je kan maar 1 emotie tegelijk hebben
- 6-8 > 2 dezelfde emoties (happy & proud)
- 8-9 > 2 andere emoties op hetzelfde moment, maar andere situatie (moe niet geslapen en
boos omdat ik straf kreeg)
- 10 > 2 andere emoties in dezelfde situatie op andere aspecten (boos op mijn broer voor
slaan, maar blij dat ik mocht terugslaan van papa)
- 11-12 > 2 andere emoties (blij om een cadeau, maar boos omdat ik het niet leuk vond)
Invloed van familie op de ontwikkeling
- Rolmodellen, aanmoedigen of ontmoedigen van sommige emotionele patronen en ouders
zijn emotionele coaches (je kan er mee praten)
Hechting
- Sterke emotionele band die vormt rond 6 maanden
Emotional development, temperament and attachment (PP. 468-510)
Emotional display rules
- Elke cultuur heeft regels over welke emoties niet getoond mogen worden
Emotional self-regulation
- Strategie om om te gaan met je emoties
Emoties reguleren
- 0-6 mdn > ouders reguleren door weg te halen bij teveel exposure
- 6 mdn > zelf-reguleren, bijv. duim zuigen (jongens vinden het lastiger)
- 1 jaar > omgaan negatieve aspecten (weggaan, op objecten kauwen)
- 18-24 mdn > kunnen praten dus hebben controle
Social referencing > interpreteren van andermans emoties om de betekenis van een situatie te
weten
3