Leerdoelen Socialezekerheidsrecht K7
Week 1
Literatuur: H1
de (historische) ontwikkeling van ons sociaal zekerheidsstelsel in grote lijnen schetsen;
Uitgangspunt van de Nederlandse sociale zekerheid = de overheid speelt een belangrijke rol
bij het opvangen van de verschillende sociale risico’s (= de verzorgingsstaat).
De overheid heeft niet altijd een belangrijke rol gespeeld op het gebied van sociale
zekerheid.
Geschiedenis:
1901: 1913: Ziektewet
Middeleeuwen: Gilden 1913:
1854: Armenwet Ongevallenwet (pas 1930 in
(solidariteitsbeginsel) (bedrijfsongevallen) Invalideitswet
werking)
Na 1930 komen we in een grote crisis terecht. Heel veel mensen kwamen zonder werk te
zitten. Er was geen geld meer om het socialezekerheidsstelsel verder uit te breiden en
nieuwe wetten te maken. WO II brak uit. De regering vluchtte naar Londen. Commissie Van
Rhijn liet zich inspireren door hoe het in Groot-Brittannië was geregeld. Ze hadden daar
vooral volksverzekeringen. Die waren voor iedereen, niet alleen voor werknemers.
Trends na 1975 = bezuinigingen
> Forse ingrepen in het socialezekerheidsstelsel
- vanwege economische omstandigheden
- volumebeperking (hoogte + duur) > beperking uitkeringspercentage (80% naar 70%),
beperking WW-duur (nu max. 24 mnd), invoering inkomenstoets in Anw en AOW,
kostendelersnorm, partnertoeslag in AOW afgeschaft.
Partnertoeslag, art. 8 AOW (vóór 1-1-2015) > max. 50% voor partner
> Partner nog inkomsten? Kortingsregeling, art. 10 lid 2 jo. 11 lid 1 met vrijlating
> Wet poortwachter (voorkomen dat mensen ziek worden), aanscherping keuringseisen,
Wet huisbezoeken
Latere tendensen > meer accent op activering (re-integratie), terugtrekkende overheid
(privatisering en marktwerking)
de organisatiestructuur van het Nederlandse socialezekerheidsstelsel beschrijven;
In de sociale zekerheid onderscheidt tussen:
1. Werknemersverzekeringen
2. Volksverzekeringen Verplichte verzekeringen
3. Sociale voorzieningen > geen verplichte verzekering, maar voorziening die betaalt
wordt uit de algemene middelen. Rechthebbende is iedere Nederlander en óók de
niet-Nederlander die hier rechtmatig verblijft.
1
, de financiering van het Nederlandse socialezekerheidsstelsel uitleggen;
1. Werknemersverzekeringen: financiering doordat werknemers en/of werkgevers de
premies (= premieheffing), gebaseerd op het loon van de werknemer, betalen.
2. Volksverzekeringen (ook wel omslagstelsel): financiering door iedereen die
inkomensbelasting betaalt (= premieheffing bij iedereen met inkomen). Werkt men
in loondienst, dan gebeurt dit door middel van loonheffing op het inkomen. Werk je
als zelfstandige? (bijv. zzp’er), dan door middel van de Belastingdienst aanslag op
het inkomen.
3. Sociale voorzieningen: financiering uit algemene middelen (belastingopbrengst,
rente etc.).
onderscheid maken tussen werknemersverzekeringen, volksverzekeringen en sociale
voorzieningen;
Werknemersverzekeringen Volksverzekeringen Sociale voorzieningen 1 Sociale voorzieningen 2
Werknemers Iedere ingezetene Iedere Nederlander en
Aok (iedereen die in NL óók de niet- > Zorgtoeslag
Gelijkstellingen met woont of werkt) Nederlander die hier > Kinderopvang toeslag
aok rechtmatig verblijft > Huurtoeslag
> WW > AOW > Kindregelingen
> WIA ( = arbeidsongeschikt > Anw > Participatiewet
op/na 1 januari 2004) (WAO > AKW > IOAW, IOAZ
> arbeidsongeschikt vóór 1 (uitvoering: SVB) > Wmo
januari 2004)
> ZW > Wlz
(uitvoering:
(WAZ, Wajong, TW, IOW) zorgkantoren)
(= sociale voorziening
Uitgevoerd door UWV) > Zvw
(uitvoering: (uitvoering: gemeente, (uitvoering:
(uitvoering: UWV) zorgverzekeraars) College B&W) Belastingdienst)
Verschil tussen sociale verzekeringen en sociale voorzieningen:
Sociale verzekeringen: werknemersverzekeringen en volksverzekeringen
> Gefinancierd vanuit premies
Sociale voorzieningen:
Inkomens(aanvullende) voorzieningen: geven een uitkering op het niveau van het
sociaal minimum of vullen het inkomen aan tot het sociaal minimum
Inkomensondersteunende voorzieningen:
Toeslagen belastingdienst
Vergoeding voor bepaalde kosten
> Gefinancierd vanuit algemene middelen (= belastingopbrengsten)
2
, Wordt het geld wel goed besteedt? > toezicht en handhaving hierop
> Toezicht: Minister van SZW > toezicht op SVB en UWV (via inspectie SZW)
Minister van SZW en Algemene rekenkamer > gemeenten
Cliëntenparticipatie
> Sancties: maatregelen, boeten, terugvordering
aangeven hoe bezwaar en beroep is geregeld tegen besluiten op het terrein van de sociale
zekerheid.
De procedure begint met het indienen van een bezwaarschrift bij het bestuursorgaan dat
het besluit, waartegen bezwaar is gemaakt, heeft genomen (art. 6:4 lid 1 Awb). Voordat men
zich tot een administratieve rechter kan wenden, moet je eerst een
bezwaarschriftprocedure doorlopen (art. 6:13 Awb). Het is hierbij van belang dat je weet wie
de uitvoerende instantie is binnen de sociale zekerheid.
Bij werknemersverzekeringen > uitvoering door UWV
Bij volksverzekeringen > uitvoering door de Sociale verzekeringsbank, zorgkantoren,
zorgverzekeraars
Bij sociale voorzieningen > uitvoering meestal door gemeenten
Uitvoeringsinstanties zijn bestuursorgaan in de zin van de Awb, dus:
Geschreven en ongeschreven regels algemeen bestuursrecht (Awb, abbb) van
belang naast bijzondere bestuursrecht
Bezwaar tegen besluiten van uitkeringsinstanties
Beroep bij bestuursrechter
Hoger beroep > Centrale Raad van Beroep
Heel soms cassatie bij Hoge Raad
Termijnen wijken soms af van de termijnen uit de Awb
Socialezekerheidsrecht = bijzonder Bestuursrecht
Bijzondere wet (Lex specialis) heeft voorrang op de Awb (Lex generalis) als er sprake is van
een afwijkende regel.
Als je het niet eens bent met een besluit van de uitkeringsinstantie, dan kan je bezwaar
aantekenen. Genomen besluit moet dan heroverwegen.
Als het bezwaarschrift ongegrond wordt verklaard, dan kan je in beroep gaan bij de
bestuursrechter. Als je het niet eens bent met de bestuursrechter, dan kan je in hoger
beroep bij de Centrale Raad van Beroep.
3