Politiek en beleid
Blok 2
,Inleiding
31 oktober ’22
Wereld van beleid
Definitie: publiek beleid wijst naar alle voornemens, keuzes en acties van een of meer bestuurlijke
instanties. Beleid gaat over voorgeschreven handelingen en geboden. Gaat om mensen, bedrijven of
landen. typen:
- Distributief, gasinkomsten. Verdelen wat de overheid heeft. Nu zijn gasinkomsten weg, we
waren eerst heel rijk, want waren gratis en die kon je uitdelen. Ruim gedaan, maar wie krijgt
dat?
- Re-distributief, belastingenopbrengsten. Je pakt geld van de ene af en je geeft het aan de
andere. Op verschillende manieren, bij veel geld meer geven bijv.
- Regulatief, maken van regels. Bijvoorbeeld de avondklok in corona.
- Institutioneel. Organisaties oprichten of veranderen die dingen weer doen voor ons.
- Faciliterend. We willen iets bereiken en we maken het mogelijk, bijvoorbeeld recyclen, dus
dan glasbakken.
- Stimulerend, we willen dat iedereen gaat bewegen, dus mensen krijgen een abonnement
voor de sportschool. Of werkgevers ouderen aannemen, irv minder belasting over de
ouderen.
Kernvragen:
- Hoe weten we wat het beleid is, en waar kunnen we het vinden?
- Wat is een goed beleid, wat vinden we ervan? Kan het beter?
- Hoe komt dat beleid tot stand, wie maakt het en waarom en op welke manier?
- Hoe kun je beleid verbeteren, welke aanvliegroutes heb je?
Waar vinden we beleid?
Je kan gaan kijken naar domeinen. Bijvoorbeeld de beleidsdepartementen, provincies en gemeenten.
Waar vinden we het dan echt? Bijvoorbeeld in beleidsnotities, soms wel een beetje zoeken
bijvoorbeeld in een beschikking, ofwel een besluit, je kan beleid reconstrueren uit besluiten. Of dat
OM dingen niet vervolgd, laat verschillen tussen belangrijk en niet-belangrijk. Instellen of afschaffen
feestdagen, bijvoorbeeld keti-koti. Discours; hoe we praten over dingen, bijvoorbeeld terroristen of
vrijheidsstrijders. Persconferenties, covidbeleid.
Zo veel verschillende manieren om beleid te vonden, dus re-constructueren is lastig.
Er is een verschil tussen een formeel, vastgelegd in wetten en regelgeving en informeel, het
verankerd in werkwijzen, taal en symbolen, niet per se wettelijke basis of vastgelegd. Beleid ontdek
je door te kijken wat er gebeurd.
Wat is dan goed beleid?
Een normatief debat, je mag dus van mening verschillen, maar beargumenteer dat. Hoe kun je
meningen organiseren? De makers van de punten vinden dit een goed beleid, dus a.d.h.v. deze. De
vier punten:
- Het is effectief.
- Het is gepast, legaal en ethisch. Past beleid bij onze waarden en vinden wij het acceptabel.
- Het beleid staat voor lange tijd. Anders heb je er niet zo veel aan.
, - Het beleid wordt als een succes ervaren door politici en maatschappij. Legitimiteit is
essentieel, iets kan heel goed werken, maar als het niet als legitiem wordt ervaren is het
kansloos. Vaak het grote probleem. Politiek haalbare.
- (Is het betaalbaar) extra criterium van een beleidsmaker. Niet hoort het bij effectief, want
doel kan bereikt worden, maar wel duur dus niet financieel haalbaar. Efficiency.
Bijvoorbeeld bootjes lek schieten voor immigratie, effectief, maar niet ethisch.
Perfect beleid bestaat niet, inherent spanningsveld, want altijd een compromis!
In de afwegingen moeten we rekening houden met verschuivingen in percepties, het verandert door
de tijd of verschilt per beleidsveld. Conceptie van wat normaal is kan vrij snel veranderen,
bijvoorbeeld rookverbod. Sinds jaren 90 werd efficiency steeds belangrijker, met minder geld steeds
meer doen. De gevolgen zijn wachtlijsten in de gezondheidszorg.
t reflects an intention of government to do something (or avoid doing something). A policy is 6 more
than expressing an intention, however. It also explains how the state intends to address a problem or
pursue an ambition.
For a policy to be considered successful, two things need to happen. First, policymakers need to
deliver what they call ‘craft work’ – ‘devising, adopting and implementing programs and reforms that
have a meaningful impact on the public issues giving rise to their existence’ (Compton and ‘t Hart,
2019:2). In other words, policies have to be effective and have to remain effective for a considerable
period of time. But that’s not enough. A society has to consider a policy a success, which is not
always easy as most people are not even aware of the policy and the outcomes it generates. ‘Success
must be experienced and actively communicated, or it will go unnoticed and underappreciated’
(Compton and ‘t Hart, 8 2019:3). In some cases, a policy does not even have to be effective to be
considered successful. It may simply be enough to announce that government intends to do
something without really doing something about it (we speak of symbolic policies).
From a normative point of view, there is nothing wrong in advocating a hard split between the
political and the policymaking arena. Politicians are elected, policymakers are not. It is the job of
politicians to make critical decisions that touch the nature of the societal enterprise; policymakers
should use their expertise to serve elected politicians. Political scientists call this ‘the primacy of
politics’. Put this way, few academics would argue it differently. The problem, however, is that this
normative position does not correspond with reality. Study after study has found that policymakers
must and do make decisions that have a direct impact not only on the shape of policy but also on its
effects. In their actions, policymakers directly influence ‘who gets what, when and how’. The
practitioner-turned-scholar Laurence Lynn (1994:91) described that policymakers constantly apply
‘strategic judgment: a choice concerning goals and actions in specific settings that satisfies
reasonable criteria.’ He thought their role so important that he referred to ‘statecraft’ (Lynn, 1994:
91). In reality, politicians and policymakers must and often do work together to solve a problem or
accomplish a political or societal ideal. Policymakers make decisions that have real effects on the
policy and the way that policy is perceived by citizens.
In this cycle, a policy starts with the recognition of a societal problem. If a problem attracts the
attention of politicians, they may decide that they want to do something about it. Politicians then tell
policymakers to develop a policy. If politicians like the policy, they can provide the necessary
resources to initiate the policy (policy scholars call the execution of a policy ‘implementation’). At
same point in time, politicians and policymakers will want to learn if the policy is actually working.
, They may conclude that the policy is successful, which is great. Or they may see a problem, which
restarts the policy cycle.
A public policy is a set of activities that a government employs to accomplish a certain aim