Aantekeningen Forensische behandel- en
zorgprogramma’s
Vak: Forensische behandel- en zorgprogramma’s (2022/2023)
Opleiding: Master Klinische Forensische Psychologie Tilburg University
Professor(en): Erik Masthoff, Stefan Bogaerts, Julie Leong en Madeleine Rijckmans
Bedankt voor het kopen van mijn samenvatting. Als je dit document nuttig vond, laat
het dan aan mij weten door een beoordeling te geven op Stuvia
- De afbeeldingen komen uit de slides van Forensische Psychologie (2022/2023)
- Verplichte literatuur is ook opgenomen in deze samenvatting en wordt eventueel
ondersteund met afbeeldingen uit die literatuur zelf.
- College 1 en 2 zijn geen tentamenstof meer en achterin staat een lijst met alle
verplichte literatuur
College 2: Medicamenteuze behandeling
Reden van medicatie
Mensen willen graag pillen, omdat ze verslavingsgedrag hebben of omdat pillen
sneller werken dan meerdere therapiesessies. Een andere reden kan zijn dat ze door
het hebben van pillen kunnen bewijzen dat ze een probleem hebben. Het zou ook
kunnen dat ze geen pillen willen, omdat ze niet vinden dat ze een stoornis hebben of
omdat ze geen bijwerkingen (van pillen) willen. Je moet aandacht hebben voor de
redenen waarom mensen juist wel of geen pillen willen. Ook moet je rekening
houden dat mensen zich niet aan de voorschriften houden en medicatie niet nemen
of verkeerd nemen. Je moet pillen alleen voorschrijven, als het noodzakelijk is. Je
moet uitleggen hoe de medicatie heet, wat de effecten zijn, de bijwerkingen,
verwijzen naar de bijsluiter en duidelijke afspraken maken over de voorschriften
(WGBO). Bij dwangbehandeling kunnen medicijnen worden toegediend (vaak via
injectie), als de patiënt dat niet wil. Daar zitten wel strenge regels aan.
Er zijn dus verschillende manieren om medicijnen toe te dienen:
De medicatie wordt eerst opgenomen in het lichaam (absorptie) en vervolgens
verdeeld door het lichaam (distributie). Dan gaan de effecten werken en worden de
,onbruikbare delen omgezet door het lichaam (metabolisme) en scheidt het lichaam
de afvalstoffen weer uit (secretie).
De meeste medicijnen worden niet eenmalig ingenomen, maar worden meerdere
keren ingenomen. Om de effecten van het medicijn te kunnen merken, moet je in het
therapeutisch gebied komen. Als je te weinig inneemt, merk je niks van de effecten
en als te veel inneemt dan is dat ook niet goed.
Individuele verschillen
Er zijn onderzoeken gedaan naar DNA en de werking van medicijnen. Als je rekening
houdt met het individuele DNA-profiel dan kun je medicijnen beter laten werken per
persoon. Medicatie heeft namelijk unieke effecten op ieder persoon. Kinderen
hebben bijvoorbeeld een lagere dosering nodig om de effecten te voelen, dan een
volwassen persoon. De ene persoon heeft een sneller metabolisme dan de andere,
waardoor dezelfde dosering verschillende effecten kan hebben. Er gaat steeds meer
rekening gehouden met maatwerk: juiste middel, dosis en duur per individu.
De een vindt de bijwerkingen niet erg, terwijl de ander het zo verschrikkelijk kan
vinden dat hij/zij de medicijnen niet wil innemen. Daarnaast moet er rekening
gehouden worden met interacties (drugs, alcohol, roken andere medicatie etc.).
Benzodiazepines
Dit zijn dempende medicijnen, zoals valium. Ze zorgen ervoor dat je spieren kunnen
ontspannen en je wordt er rustig van (slaapverwekkend). Je kunt verslaafd raken aan
benzodiazepines. Als je dit lang gebruikt, ga je er tolerantie tegen ontwikkelen en heb
je een hogere dosis nodig. Het wordt vaak voorgeschreven voor slaapstoornissen,
angst en spanning, detoxificatie, katatonie, delier (toestand van verwardheid bij een
ontregeling in het lichaam) en voor acute opwinding/agitatie. Benzodiazepines
hebben een vrij snelle werking en hebben relatief weinig bijwerkingen. Je gaat er niet
snel dood aan, als je er een grote hoeveelheid van inneemt. Bijwerkingen zijn
sedatie, cognitie, vallen en ademdepressie (voorzichtig zijn bij mensen met COPD).
Soms kan het ook een paradoxale reactie hebben, namelijk dat iemand ineens
agressief wordt als ze al depressief waren. Er kunnen ook onttrekking verschijnselen
komen. Het is niet handig om het te gebruiken met andere middelen en kan
intoxicerend werken. Het kan er ook voor zorgen dat je angst verdwijnt in combinatie
met alcohol en maak je impulsieve keuzes. Bij delictgedrag kan het voorkomen dat
mensen dit soort producten hebben ingenomen.
,Antidepressiva
Er zijn meerdere soorten antidepressiva, die dus voornamelijk worden gebruikt bij
depressieve episoden. Daarnaast wordt het gebruikt bij angststoornissen,
eetstoornissen, PMS (premenstrueel syndroom), ADHD, psychosomatiek, chronische
pijn en ASS. Ze kunnen leiden tot hypnosedatie/slapeloosheid, en
agressiviteit/suïcidaliteit (geremdheid is weg). Het kan ook leiden tot manische
episoden/verwardheid, en cardiovasculaire/spijsvertering/urogenitale/visus/huid
problemen. Als laatste kan het leiden tot een metabool/serotonerg/anticholinerg
syndroom.
Beslisboom behandeling depressie:
Als laatst staat er ECT: Elektro-convulsieve therapie voor mensen die resistent zijn
tegen antidepressiva. Dan krijgt iemand elektrische shocken (hele lage intensiteit)
door de hersenen.
Stemmingsstabilisatoren
Stemmingsstabilisatoren worden gebruikt bij de bipolaire stoornis (afwisseling van
manische en depressieve episoden). Er wordt dan gebruik gemaakt van lithium, wat
heel goed in balans moet zijn. Te weinig lithium heeft namelijk geen effect en een
klein beetje te veel is zeer gevaarlijk. In potentie veel en ernstige
bijwerkingen: cave schildklier, nieren,
cardiaal, toxiciteit. Daarom zijn er veel controles en moet bloedspiegel goed gecheckt
worden om te achterhalen wat de juiste dosering is. Een andere stemmingstabilisator
zijn de anti-epileptica (valproaat, carbamazepine, lamotrigine). Er zijn ook periodieke
controles maar anti-epileptica hebben ene breder window dan lithium.
, ADHD
Behandeling voor ADHD kan heel relevant zijn.
ADHD-medicatie kan ook verslavend werken en
wordt regelmatig doorverkocht in de drugshandel.
ADHD-medicatie kan leiden tot een toename van
drift en vermindering van de executieve controle.
Libidoremmers
Wordt als een van de mogelijkheden gezien om
zedendelinquenten te behandelen. Voorbeelden
van libidoremmers zijn:
• antidepressiva (SSRI’s) >> remming heropname
serotonine >> potentiële libidovermindering; bij
hands-off delicten
• hormonale of testosteron verlagende middelen: antihormoon (Androcur) >> remt
effect van testosteron in hersenen door blokkade; LH-RH antagonisten (Zoladex,
Lucrin, Decapeptyl) >> remmen hypofyse en daardoor testosteron aanmaak
• bij hands-on delicten. Bepaalde middelen in depotvorm (injectie per 4 weken)
Op indicatie wordt medicamenteuze behandeling gegeven met een verlaging van het
testosteronniveau als gevolg (TLT). Casestudy's: TLT >> verminderde activering in
hersengebieden die verband houden met seksuele functies, vooral met betrekking tot
de autonome, emotionele en motiverende componenten van seksuele opwinding.
Beslisboom:
Bij gebrek aan doelmatige alternatieven (denk aan LVB) worden er libidoremmers
ingezet. Let op: daders kunnen wel na afloop juridische titel stoppen met
libidoremmers! Libidoremmers kunnen (ernstige) bijwerkingen geven en het geeft
geen garanties (Met name bij hyperseksuele impulsieve daders)!