Bewustzijnsfilosofie samenvatting deel 1
College 1 – inleiding en het substantiedualisme
College 2 – het idealisme en het behaviorisme
College 3 – de identiteitstheorie
College 4 – het functionalisme
College 5 – het connectionisme
College 6 – de belichaamde, gesitueerde en uitgebreide geest
,College 1 – inleiding en het substantiedualisme
Wat is filosofie?
Het concept filosofie heeft meerdere definities:
1. Filosofie is conceptueel onderzoek
Onderzoeken van de link tussen het manifeste en het wetenschappelijke wereldbeeld
- Manifeste wereldbeeld = het beeld dat wijzelf van de wereld krijgen dmv dagelijkse
interactie via de zintuigen
o Via de ervaring van de geest
o Subjectieve informatie
- Wetenschappelijke wereldbeeld = het beeld dat we van de wereld krijgen ahv feiten en
empirisch onderzoek
o Objectieve informatie
Soms komt het wetenschappelijke wereldbeeld niet overeen met het manifeste
wereldbeeld, de subjectieve ervaring is niet altijd gelijk aan de objectieve waarheid.
2. Filosofie is conceptuele verheldering
Filosofie helpt om de betekenis van concepten te verhelderen en verklaren, aan de hand van
wetenschap
3. Filosofie als geldigheidswetenschap
Kijken of de concepten die we gebruiken in de wetenschap wel geldig zijn
Het concept “causaliteit” wordt in de wetenschap veel gebruikt, maar hoe weten we of het werkelijk
bestaat? Dit is wat filosofie onderzoekt.
4. Filosofie als perspectiefwisseling
Door het perspectief van een ander in te nemen kan je veel kennis opdoen over concepten.
5. Filosofie als zoektocht naar de waarheid
In de tijd van de Grieken was er een beweging die de sofistiek heette, waarbij sofisten/leraren
rondtrokken om jongens les te geven in overtuiging omdat het belangrijk was om anderen van je
argumenten te laten overtuigen. Dit ging niet over de waarheid, want ze dachten dat de waarheid
verschilde per mens.
Socrates was de eerste filosoof die zei dat er wel een werkelijke waarheid was die achterhaald kon
worden. Filosofie wil deze werkelijke waarheid dus achterhalen.
6. Filosofie is al het bovengenoemde
Door middel van filosofie willen we achterhalen wat we bedoelen met onze concepten, en of ze wel
geldig zijn. Dit doen we door verschillende perspectieven in te nemen om alles
helder/duidelijk te maken. Het is dus een zoektocht naar de waarheid van concepten.
Filosofie is niet:
- Scepticisme = denkhouding waarbij ervanuit gegaan wordt dat betrouwbare kennis
onmogelijk is, en dat de waarheid nooit bekend is.
, o Aan alles twijfelen
- Relativisme = idee dat een concept niet op zichzelf staat, maar afhankelijk/relatief staat tot
iets anders
o Waarheid is afhankelijk van een bepaalde context, en iedereen kan een eigen
mening hebben over wat waar is
Waarom filosofie voor psychologen?
Filosofie is belangrijk voor psychologen omdat het je kritisch laat nadenken over de methoden,
onderzoeken, concepten en kennis die gebruikt worden in het psychologische veld
- Het helpt om ethische vragen te beantwoorden
- Het kijkt of de concepten/methoden die we gebruiken wel wetenschappelijk onderbouwd
zijn -> wetenschapsfilosofie
Wat is bewustzijn?
Er zijn 3 soorten mentale toestanden/states
1. Bewuste ervaringen = hoe we iets voelen, zien en ervaren
Bewuste ervaringen zijn gekenmerkt door
- What-it-is-likeness = hoe is het om …
o Thomas Nagel; het is iets om een vleermuis te zijn. Vleermuizen hebben een andere
ervaring van geuren, smaken enz. Dus hoe het is om een vleermuis te zijn, verschilt
van hoe het is om een mens te zijn
- Qualia = individuele gevallen van subjectieve, bewuste ervaringen die kwalitatieve
eigenschappen bevatten
o Hoe het is om een vleermuis te zijn, verschilt van hoe het is om een mens te zijn.
Vleermuizen hebben andere eigenschappen van hun bewuste ervaring, die mensen
niet hebben
2. Cognitieve toestanden
Cognitieve toestanden = propositionele attitudes (PA's) = houdingen tegenover een
propositie/betekenis van een zin
- In verschillende talen heb je verschillende zinnen om hetzelfde te omschrijven. De zinnen
veranderen, maar de propositie (betekenis van de zin) blijft gelijk
- “Jan gelooft dat het regent”
o De propositie is dat het regent
o De attitude/cognitieve toestand van Jan is dat hij gelooft dat het regent.
Ten opzichte van eenzelfde propositie kan je verschillende attitudes hebben
- Bij de propositie dat het regent, kan je bijvoorbeeld geloven/twijfelen/zeker weten dat het
regent
PA's zijn discrete/onafhankelijke entiteiten. Dus wanneer een PA verandert, heeft dat geen invloed
op een andere PA
- Wanneer Jan gelooft dat het regent, maar het regent niet, heeft dat geen invloed op zijn
propositie dat Parijs de hoofdstad is van Frankrijk.