Macroniveau
- Kunnen stoom - Kunnen geen
- Kunnen stoom
geleiden als: (aq) of stoom geleiden
geleiden
(l). kan niet in een
vaste vorm
Aan de formule van een stof kan je zien of het een metaal, zout of moleculaire stof is. (periodiek
systeem zie BT99)
- Metaal: de stof is opgebouwd uit alleen maar metalen. Voorbeelden van metalen: Zn (zink),
Mg (magnesium), Na (natrium).
- Zouten: de stof is opgebouwd uit een metaal en niet metaal. Voorbeelden van zouten zijn:
MgCl2 (magnesiumchloride), AgI (zilverjodide).
- Moleculaire stoffen: de stof is opgebouwd uit niet metalen. Voorbeelden van moleculaire
stoffen zijn: H2O2(waterstofperoxide), C18H34O2 (oliezuur).
Paragraaf 2
, Metaalrooster 3.1
Paragraaf 2:
Metaal rooster: Het ontstaat doordat de metaalatomen elektronen loslaten, de
atomen veranderen in positieve ionen. De ontstane vrije elektronen bewegen
langs de positieve ionen, waardoor er een aantrekkingskracht ontstaat tussen
de positief en negatief geladen deeltjes deze aantrekkingskracht is de
metaalbinding. (figuur 3.1)
Ionrooster: de ionrooster is opgebouwd uit positieve en negatieve ionen. Deze
ionen trekken elkaar sterk aan en vormen zo de ionbinding. (figuur 3.2)
Ionrooster 3.2
De smelt- en kookpunten bij metalen en zouten zijn meestal hoog, dat komt
doordat de ionbinding een sterke binding is. Het kost dus veel energie om die
binding te verbreken. Fase verandering kan alleen ontstaan bij het breken
van bindingen.
Metalen geleiden stoom in een vaste en vloeibare fase. In de vaste fase
geleid een metaal stroom door de vrije elektronen. In de vloeibare fase geleid
het stoom door de metaalionen en vrije elektronen.
Zouten geleiden stroom alleen in de vloeibare fase. Als het zout smelt
komen de ionen los uit het ionrooster en kunnen dan vrij bewegen. De ionen zouten dan voor de
geleiding.
Legering = afgekoeld mengsel van samengesmolten metalen. Legeringen staan in BT9.
Er is een verschil in Figuur 3.3
eigenschappen van de
twee stoffen in een
legering. De aantal
atomen en de soort
atomen verschillen
dan. De
eigenschappen
veranderen dan dus ook. Als je een stof bijvoorbeeld harder wilt maken moet je ervoor zorgen dat de
metaalatomen dus niet meer zo makkelijk kunnen verschuiven. Dan kan je doen door er grotere of
kleinere atomen aan toe te voegen. (figuur 3.3)
Figuur 3.4
Zouten ontstaan tijdens de reactie van een metaal en een niet metaal. De
metaalatomen staan daarbij één of meer elektronen af aan de niet
metaalatomen. (figuur 3.4)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper aniquegraat. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.