Hoorcollege 1: Registratie en exposure
Het gedragstherapeutische proces: van aanmelding naar registraties:
- Fase 1: Aanmelding en intakegesprek.
- Fase 2: Probleemverkenning, holistische theorie, probleemselectie.
- Fase 3: Probleemdefiniëring, topografische analyses.
- Fase 4: Behandelplan, interventies en doelstellingen.
- Fase 5: Behandeling.
- Fase 6: Evaluatie, afsluiting.
- De eerste 4 fases zijn de intake en het diagnostiek stuk. Hierin wil je weten over welk probleem
het gaat.
Registratie-opdrachten:
- Waarom registreren?:
- Inzicht krijgen in aard, omvang, frequentie en intensiteit van klachten.
- Beloop over de tijd in kaart brengen (behandeleffect meten).
- Bewustwording en inzicht creëren bij patiënt.
- Soorten registratie-opdrachten:
- Frequentie, tijdsduurmetingen (turven).
- Dagboekformulier/Toekennen cijfer (waarde toekenning).
- Gedachterapporten:
- Het vraagt veel van de patiënt, 3 weken lang iedere dag iets invullen doen mensen niet zomaar.
Het kost veel tijd, ze hebben geen zin, etc., hierdoor moet je patiënten van te voren goed
uitleggen waarom het belangrijk is dat ze dit doen.
- Doordat iemand gaat registreren kan dit de klachten vertekenen, bijvoorbeeld wanneer iemand
het heel spannend vindt om het op te schrijven. De klachten kunnen vaker of minder vaak
voorkomen dan normaal, dus je moet altijd bij de patiënt checken of het een goede weergave is
van hoe het normaal zou zijn.
Registreren bij medische psychologie:
- Vermoeidheid.
- Slaap.
- Pijn.
- Depressieve klachten.
- Cognitieve klachten.
- Eetdagboek.
- Middelen.
- Karakter veranderingen.
- Angst & stress.
- Vermijdingsgedrag.
- Dwang handelingen.
Casus Mevrouw A:
- Reden van aanmelding:
- Mevrouw A, een 22-jarige vrouw bekend met morbide obesitas (BMI 44,8 kg/m2). Voortraject
bariatrische chirurgie, ondersteuning gewenst.
- Informatie na intake:
- Patiënte is vanuit screening bekend met (diffuus) emotioneel eetgedrag. Snaaigedrag.
,Registreren I: Frequentie gedrag:
- Bepaal de frequentie (per uur, dagdeel, dag, week).
- Maak concreet welk gedrag (validiteit).
- Je mist nog informatie over op welke momenten dit eetgedrag voorkomt. Is er op dat moment
sprake van een trigger, wat ervoor zorgt dat mevrouw gaat eten?
- Wat pakt mevrouw, is het 1 dropje of is het een heel pak koekjes? Je moet weten hoeveel calorieën
het bevat, dus hoeveel het is?
- Ook het moment op de dag is van belang. Eet de patiënt alleen in de avond, verspreid over de hele
dag door of juist alleen als ze in de auto zit. Dit is belangrijk om te weten.
- Met turven kun je de klacht beïnvloeden, dus je moet altijd bij de patiënt checken of het een goede
weergave is van hoe de klacht er normaalgesproken uitziet.
Casus Mevrouw M:
- Reden van aanmelding:
- Mevrouw M, een 40-jarige vrouw wordt aangemeld door haar oncoloog wegens
copingsproblematiek na diagnose coloncarcinoom (september 2020).
- Informatie na intake:
- Patiënte slaapt slecht sinds de diagnose, piekert erg veel. Ervaart geen controle over haar
gedachten.
- Deze problematiek is niet goed meetbaar door te turven. Patiënten moeten het dan bijhouden in
tijd. Hoeveel minuten per dag is de patiënt aan het piekeren?
Registreren II: Tijdsduur registratie:
- Welke tijdseenheid (minuten) hanteer je?
- Welke frequentie van rapporteren (per dag, dagdeel, uur)?
Casus Meneer. L:
- Reden van aanmelding:
- Meneer L, 20 jaar, bekend met ziekte van Lyme. Ondersteuning gewenst bij forse
vermoeidheidsklachten.
- Informatie na intake:
- Vermoeidheid beïnvloedt dagelijks leven, moeite met volhouden studie/werk.
,Registreren III: Dagboekregistratie vermoeidheid:
- Patiënten moeten met cijfers aangeven hoeveel vermoeidheid zij ervaren bij alle activiteiten die ze
op een dag doen. Dit geeft veel informatie bijvoorbeeld over of iemand goed slaapt of overdag ook
slaapt, of iemand rust neemt, of iemand goed eet, etc.
Energieniveau bij Parkinson:
- In plaats van met cijfers wordt er nu gewerkt met smileys.
, Gedachterapport bij depressie (cognitieve interventie):
- Dit past heel erg goed binnen de cognitieve gedragstherapie.
- Het eerste deel kan gebruikt worden voor de registratie (situatie tot en met gedrag).
- Als iemand merkt dat hij gevangen wordt door zijn automatische gedachten en zich somber of rot
voelt, dan moet de persoon opschrijven wat de aanleiding hiervan was. Ook moet diegene
opschrijven hoe hij/zij zich voelde, lachte ik, was ik somber, etc.
- Wanneer je niet meer zo druk bezig bent met registreren gaat de nadruk meer liggen op het tweede
deel, de behandeling. Dit gaat over een cognitieve techniek waarin je de patiënt leert om zijn
gedachten te nemen zoals ze zijn.
- Je vraagt de patiënt om cijfers te geven bij gedachten, maar ook bij gevoel. Van 0 tot 10 of van 0 tot
100, hoe sterk is dit gevoel voor de patiënt. De gedachte ‘’ik ben een slechte moeder’’ hoe
geloofwaardig vindt je dit. Is het 100% waar of is het toch niet helemaal waar. De patiënt bekijkt de
gedachte, zij zegt ik ben een slechte moeder, maar toch is ze er niet volledig van overtuigd. Dus waar
zit de twijfel dan in? Je wilt dat de patiënt ook een andere gedachte vormt, dus naast de gedachte
van ik ben een slechte moeder, wil je ook de gedachte van het valt wel mee, ik ben niet perfect en
dat hoeft ook niet. Deze andere gedachte geef je opnieuw een oordeel voor de geloofwaardigheid.
Dit doe je om te kijken of de geloofwaardigheid van de gedachte dat je een slechte moeder bent nog
steeds zo hoog is, of dat deze nu is afgenomen.
Het opstellen van een registratieformulier (tips):
- Bepaal welk gedrag je wilt gaan meten (aangrijpingspunt van de behandeling). Zo specifiek
mogelijk! (wil je ongewenst gedrag of juist positief gedrag meten?).
- Over welke periode wil je gaan meten (belastbaarheid patiënt). Bij meerdere weken zal de patiënt
sneller afhaken.
- Ben je geïnteresseerd in de frequentie van het gedrag (‘turven’) of wil je het beloop over een