In dit bestand staat een overzicht van ALLE personen uit het boek 'Pioneers of psychology' en het is daarom een heel fijn bestand om alle namen uit je hoofd te leren! Ik heb met deze samenvatting een 9.5 gehaald voor dit vak. Ik heb alle namen + wat ze hebben gedaan per hoofdstuk onder elkaar gezet!
Overzicht ‘Pioneers of Psychology’:
Hoofdstuk 1: ideeën uit de klassieke oudheid die belangrijk zijn voor de psychologie
Thales: Werd geroemd om zijn astronomische en meteorologische observaties. Hij
geloofde dat water het belangrijkste element was.
Pythagoras: Wiskundig onderzoek (stelling van Pythagoras). Hij en zijn aanhangers
dachten wel dat de religie hier nog significant belangrijk voor was.
Hippocrates: belangrijk voor de basis van de geneeskunde, hij zag ziekten als iets
natuurlijks ipv iets demonisch. Hij geloofde dat gezondheid te maken had met de
balans tussen de vier humors (zwarte gal, gele gal, bloed en slijm).
filosofen die theoretisch speculeerden.
Socrates: de belangrijkste bron van kennis zit in het brein van zijn studenten. Deze
krijg je eruit door kritische vragen te stellen. Hierdoor aanhanger van nativisme (de
nadruk leggen op aangeboren in tegenstelling tot verwerven eigenschappen) en
rationalisme (de kracht van zelf nadenken).
Plato: leerling van Socrates. Voorwerpen hebben een verschijningsvorm (wat wij
zien) en een ideale vorm (de essentie van wat iets echt is in de geest). De ideale vorm
is de ware vorm. (voorbeeld grot en toneelspelers met schaduw)
Aristoteles: leerling van Plato. Legde meer nadruk op empirisme ipv nativisme
(observatie=kennis). Hij begon de taxonomie (indeling van diersoorten) door alle
dieren te observeren. Organismen zijn in de delen in vegetatieve zielen (planten,
eten&voortplanten), sensitieve zielen (kunnen ook bewegen en hebben geheugen) en
rationele zielen (mensen die logisch kunnen nadenken). De geest filtert ervaringen
door de categorieën van ervaring (substantie, kwaliteit, kwantiteit, plaats, tijd, relatie
en activiteit).
Democritus: theorie het fysieke universum. Al het leven bij elkaar wordt gehouden
door atomen die random bewegen in anders lege ruimte. Zij vormen lichamen door
willekeurig te communiceren met elkaar.(hierdoor tegen de ideeën van de kerk).
Empiricus: nam idee van atomen over
Lucretius: nam het idee van atomen over in de vorm van een gedicht.
In de middeleeuwen lieten de Christenen niks van deze informatie bestaan. De
Islamitische filosofen borduurde voort op de ideeën van de Griekse filosofen.
Al Kindi: promootte de ideeën van Aristoteles en begon met indo-Arabische cijfers
(heel belangrijk voor toekomstige computerwetenschappen).
Alhazen: had het idee dat zicht iets passiefs was en niet iets actiefs (van buiten naar
binnen). Camera obscura: werking van het oog uitleggen aan de had van een donkere
kamer met één gaatje met licht erin.
Avicienna: men heeft externe en interne zintuigen (zoals verbeelding,
inschattingsvermogen en neiging). Dit is een toevoeging aan de filters van Aristoteles.
Floating man gedachte experiment: een man in de ruimte zonder prikkels heeft nog
steeds een bewustzijn. (ook zonder externe prikkels heeft men een bewustzijn)
Hoofdstuk 2: grote namen: Descartes, Leibniz en Locke
Descartes: je moet aan alles twijfelen. Het enige wat ik zeker weet, is dat ik twijfel,
dus de enige zekerheid is een het bestaan van zijn eigen (aangeboren) geest. (net als
Avicienna). Denken is belangrijker dan waarnemen. Hij zoekt naar simple features:
, existentie en beweging. Het fundament van de wereld zijn bewegende deeltjes die met
elkaar communiceren (de kleinste eenheid vuur, de grootste eenheid aarde). Alle
lichamen (dus ook die van mensen) zijn machines: mechanische fyschiologie (dus
mechanische verklaring voor de vegetatieve zielen van Aristoteles). Een reflex
ontstaat doordat in het lichaam animal spirits door de zenuwbanen stromen van een
ledemaat naar het brein en terug. Dus een stimulus en een respons. Emoties (passies)
zijn afhankelijk van hoe animal spirits stromen. De sensitieve ervaringen zijn los van
het lichaam. De rationele ziel is de enige ziel. Lichaam en ziel zijn gescheiden
(dualisme). Zij werken wel samen (interactief dualsime). Dit gaat via de pijnappelklier
(want geen symmetrie).
John Locke: gaat door op mechanische fysiologie Descartes. De simple features van
Descartes zorgen voor secundaire kwaliteiten: de sensaties. Ziel is nodig voor kennis.
Sensaties en reflecties maken herinneringen. Kennis is niet aangeboren (tegen
Descartes) Locke = ware empirist. Tabula rasa : de geest is als een leeg papier wat
beschreven kan worden door ervaringen. Intuïtieve kennis=iets wat er is
demonstratieve kennis=iets wat je uit kan leggen sensitieve kennis=waarneming. Deze
ervaringen worden later complexe ideeën ontstaan kennis. Hierdoor heeft iedereen
andere kennis door systematisch onderzoek doen en observeren is de waarheid te
ontdekken. Door continuïteit en gelijkenis kunnen ideeën met elkaar geassocieerd
worden. Politiek: democratische discussies en tolerantie.
- De ‘Lockean tradition’ is vooral in Engelssprekende gebieden belangrijk geweest
voor de ontwikkeling van de psychologie door het belang van ervaringen en door
systematisch onderzoek doen a.d.h.v manipulatie.
Leibniz: gaat door op interactief dualisme Descartes. De geest heeft aangeboren
capaciteiten (noodzakelijke waarheden) voor apperceptie (=interpretatie). Geen
materialen die bewegen maar monaden: positief geladen deeltjes met lichte vorm van
zelfbewustzijn. Er is een natuurlijke hiërarchie van monaden.
Enkelvoudige monaden: kunnen waarnemen, geen bewustzijn
Waarnemende monaden: kan perceptie waarnemen
Rationele monaden: apperceptie
Opperste monade: God
Minuscule waarnemingen = cellen kunnen ook zelf waarnemen (leidt tot idee van
onbewuste waarnemingen.
- De ‘Leibnizean tradition’ is vooral in Europa belangrijk geweest door de focus op
aangeboren functies van een actieve geest.
Galileo galilei: heeft Descartes geïnspireerd. De wereld heeft primaire (vorm,
hoeveelheid) en secundaire (zicht, geluid) kwaliteiten. De primaire zijn de echte
ervaringen.
Prinses Elisabeth van Bohemia: correspondeert met Descartes. In deze brieven
ontwikkelt hij zijn idee van dualisme.
Robert Boyle: vriend en mentor van Locke, hij ontwikkelt de Boyle’s law: het volume
van een gas is afhankelijk van de druk die je erop uitoefent. Hij organiseerde
wetenschappelijke discussiegroepen in Oxford waar Locke ook aan deelnam.
Sir Anthony Ashley Cooper: invloedrijk in de politiek. Locke werd zijn persoonlijke
wetenschapper. Dankzij hem werd Locke ook actief in denken over politiek.
, William Molyneux: vriend van Locke. Hij kwam met de hypothese dat als een altijd
blind persoon ineens kon zien, dat diegene alleen visuele sensaties had en geen
perceptie. Locke was het met hem eens.
Lady Damaris Cudworth Masham: Locke leefde bij haar in zijn laatste jaren. Ze
was filosoof en trouwde uiteindelijk met Locke. Dankzij hun zoon kon Locke een
boek schrijven over de ontwikkeling van een kind. Ze had ook contact met Leibniz.
Spinoza: discussieerde over filosofie met Leibniz. Hij kwam met pantheïsme (God is
niet iets wat het universum heeft gecreëerd, God IS het universum).
Antonie van Leeuwenhoek: had contact met Leibniz. Hij ontwikkelde de moderne
microscoop. Hij inspireerde Leibniz tot het idee van monaden door hem te laten zien
hoe een druppel in het water eruit ziet onder een microscoop.
Sophie the Countess Palatine: jongste zus van Elizabeth van Bohemia, steunde
Leibniz samen met haar dochter.
Sophie Charlotte: dochter van andere Sophie ^. Werd samen met haar moeder het
eerste publiek van het filosoferen van Leibniz. De brieven van Leibniz naar hen
werden de basis van zijn ideeën.
George Berkeley: Een Ierse bisschop die de principes van systematisch onderzoek
doen van Locke overnam en hiermee kwam hij tot het idee dat mensen in 3d kunnen
zien door apperceptie en niet door sensatie.
David Hartley: deed een eerste poging tot neuropsychologie door het idee dat door
het zenuwstelsel impulsen door vibraties naar een specifieke locatie in het brein gaan.
James Mill & John Stuart Mill: kwamen met het idee dat verschillen tussen mensen
komen door genetica.
Hoofdstuk 3: relatie tussen hersenen en psychologie + lokalisatie
Franz Josef Gall: ging door op ideeën Willis. Bevestigde het bestaan van witte en
grijze stof en de connectie tussen beiden hersenhelften via witte stof (commisures).
Dit legde de basis van het principe van neuronen. Hij deed onderzoek naar het brein
van dieren én mensen (comparative anatomist).
Hij zag dat hoe groter het brein, hoe complexer gedrag begin idee frenologie (= je
hebt meer hersenen van het deel waar je goed in bent).
Fysiogamie: karakter is te zien aan uiterlijke eigenschappen.
Hij ging later zelfs nog verder en kwam tot het idee van lokalisatie (= bepaalde
kenmerken zitten in een bepaald deel van het brein). Hij dacht dat het cerebellum
zorgde voor de seksuele drive. Dit heeft drie kritieke fouten:
1. Vorm van de schedel zegt niet alles over vorm brein.
2. Complex gedrag is niet te verklaren.
3. Hypotheses zijn slecht getest door observatie.
Wills: het menselijk brein bestaat uit witte stof (axonen) en grijze stof (cellichamen,
buitenkant). Het brein zit vol met bloed (tegen ideeën van Aristoteles). Beiden
hersenhelften zijn met elkaar verbonden.
Johann Kaspar Lavater: sterke aanhanger fysiologie, het werd heel populair
ondanks dat de theorie niet klopte.
Pierre Flourens: tegen ideeën Gall. Wees frenologie en lokalisatie af door ablatie
(weghalen van delen brein) bij honden en hij zag geen verschil in karakter. Hij
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper isalaarhoven. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,92. Je zit daarna nergens aan vast.