Ik heb in het eerste lesjaar van de opleiding SJD een samenvatting gemaakt voor dit onderdeel. Ik heb boeken en het tentamenmatrijs samengevat in deze samenvatting
Basis
Staatsrecht
Staatsrecht houd zich bezig met de organisatie van de overheid. Het recht dat regelt hoe de staat
door de overheid is georganiseerd is en in welke verhouding de overheid staat tot haar burgers.
Welke organen zijn er? Staatsrecht is veel dwingend recht.
De staat is 3 zaken gekenmerkt: wanneer spreken wij van een staat?
Bevolking bevolking
Grondgebied
Organisatie met de hoogste macht staatsgezag
Rechtstaat: alleen de staat mag regels opleggen en afdwingen
Het koninkrijk der Nederlanden:
Nederland
Aruba
Curaçao
St maarten
Inrichting van de staat:
Centrale overheid
Provincies
Gemeenten
Waterschappen
,Bronnen van staatsrecht:
De wet:
Statuut voor het koninkrijk der Nederlanden bestaat uit 4 landen: Nederland, Aruba,
Curaçao en Sint maarten.
Grondwet
Organieke wetten wetten die betrekking hebben op de organisatie van de staat en
waarvan de basis in de grondwet geregeld is.
Het verdrag: Bv EU-verdrag en EVRM
Jurisprudentie: Eerdere Uitspraken rechters
Gewoonte: Ongeschreven regels. denk aan vertrouwensregels
Bestuursrecht
Bestuursrecht houd zich bezig met hoe de staat werkt. Wat als de staat wilt handelen. Wat kun je
vinden in bestuursrecht: regels die de overheid nodig heeft om te kunnen besturen en regels die de
burger nodig heeft om tegen het bestuur op te kunnen treden. Verticale verhouding tussen overheid
en burger
Scheiding van de machten: trias politica
Om te voorkomen dat er misbruik van de macht wordt gemaakt, worden de machten gescheiden. De
macht is gescheiden in 3 onderdelen:
Wetgevende macht = parlement ( 1e en 2e kamer) wetgevende taak door wetgever
Uitvoerende macht= regering (koning en ministers) bestuurstaak door (openbaar bestuur)
Rechtssprekende macht = rechters geschillenbeslechting door rechterlijke macht
Het bestuursrecht regelt 5 rechtsnormen:
1) Hoe is het bestuur georganiseerd?
2) Welke bevoegdheden heeft het bestuur
3) Aan welke rechtsnormen heeft het bestuur zich te houden
4) Hoe kan het bestuur er voor zorgen dat burgers zich aan de voor hen geldende rechtsnormen
houden?
5) Welke juridische bescherming is er voor burgers tegen beslissingen van het openbaar
bestuur?
Bronnen van het bestuursrecht:
Internationaal/Europees recht
Grondwet
Organieke wetten, Bijvoorbeeld gemeente wet
Algemene wet bestuursrecht
Bijzondere wetten, bijvoorbeeld participatie wet
Ongeschreven recht (gewoonte recht)
Jurisprudentie
Bestuursrecht bestaat uit:
Algemene bestuursrecht regels die op alle terreinen van het bestuurlijk optreden van toepassing
zijn
Bijzonder bestuursrecht regels die speciaal zijn opgesteld voor de bijzondere gebieden waarop
het openbaar bestuur actief is
Attributie
Een wet of lagere regelgeving geeft aan een bestuursorgaan een bestuursbevoegdheid. Hier wordt
dus een nieuwe bevoegdheid gecreëerd. Voorbeeld: Art. 3.1 lid 1 WRO (X.11): wijst de
gemeenteraad aan als het bevoegde orgaan voor de vaststelling van bestemmingsplannen.
Delegatie
De bestuursorgaan (delegans) draagt bevoegdheid over aan een ander bestuursorgaan (delegateris),
die deze bevoegdheid onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent. Voorbeeld: art 10:13 Awb.
De delegans heeft deze bevoegdheid uit attributie verkregen. ( dit mag alleen als de wet dit toestaat)
Voorbeeld: art 163 PW afdeling 10.1.2 Awb. Delegatie mag alleen aan een ander bestuursorgaan en
niet alleen aan 1 persoon opzich.
Mandaat
De bevoegdheid om namens een bestuursorgaan een besluit te nemen (mandaat besluiten). De
bevoegde bestuursorgaan blijft verantwoordelijk. Voorbeeld: art. 10:1 Awb afdeling 10.1.1 Awb.
Er zijn 2 soorten grondrechten. bron grondrecht = grondwet
Klassieke grondrechten (vrijheidsrechten of waarborgnormen) artikel 1 tot en met 18
KLASSIEKE grondrechten
Sociale grondrechten (instructie normen en actieve opdracht aan overheid, de overheid
moet zich bemoeien)
Verschil goed kennen!
Klassieke grondrechten = overheid mag zich niet mengen in wat jij gelooft in religie of mening etc.
Recht op gelijke behandelingen (art 1. GW)
Recht om in het koninkrijk der Nederlanden te zijn en het land te verlaten (art. 2 GW)
Recht om in Nederlandse overheidsdienst benoemd te kunnen worden (art. 3 GW)
Kiesrecht (art. 4 GW)
Recht van petitie (art.5 GW)
Vrijheid van godsdienst en levensovertuiging (art 6 GW, art 9 evrm)
Vrijheid van meningsuiting (art 7 GW, art 10 evrm)
Sociale grondrechten = zorgen ervoor dat de overheid wordt gestimuleerd op bijvoorbeeld recht op
sociale zekerheid, recht op genoeg werkgelegenheid etc. je kan dit niet afdwingen tegen over de
overheid omdat dit instructie normen zijn
Voldoende werkgelegenheid (art 19 GW)
Sociale zekerheid (art 20 GW)
Een gezond leef milieu (art 21 GW)
Goede gezondheidszorg, woongelegenheid en ontplooiingsmogelijkheden( art 22 GW)
Voldoende onderwijs (art 23 GW)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nadiavanmossel. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.