Hoorcolleges Strafprocesrecht: rechtsmiddelen
Hoorcollege 1A: Inleiding
Inleiding, verdragsrechtelijke kader, rechtsmiddelenbedeling, beginselen
Op tentamen beide wettenbundels mee!
Inleiding
- Wat zijn rechtsmiddelen?
- Waarom zijn rechtsmiddelen opengesteld?
- Recht op een rechtsmiddel?
- Procedurele randvoorwaarden
- Het gesloten stelsel van rechtsmiddelen
- Niet twee beslissingen in een zaak
- Concentratiebeginsel
- Volgende twee colleges: waar en hoe
Inhoudelijke omschrijving
De Hullu: wettelijke mogelijkheid voor procespartijen om beslissing strafrechter ter toetsing voor te leggen aan
rechterlijke instantie die bevoegdheid heeft om deze beslissing te niet te doen. Daar vallen gratie en verzet tegen
strafbeschikking buiten.
Wie zijn procespartijen in een strafzaak? OM, verdachte en zijn raadsman. Een van deze twee partijen kan,
indien hij moeite heeft met een beslissing van een strafrechter, kan, indien hij op basis van de wet die
mogelijkheid heeft, dat voor te leggen aan een rechterlijke instantie die dan de bevoegdheid heeft om die
beslissing te niet te doen, die wettelijke mogelijkheid, dat is een rechtsmiddel!
Kern:
1. Door recht genormeerde mogelijkheid om
2. Beslissing strafrechtelijke instantie
3. Voor te leggen aan rechter
4. Wiens oordeel beslissing of tul daarvan kan beïnvloeden
Gratie is een verzoek die je kunt voor leggen aan de minister van justitie, dan wordt een tenuitvoerlegging van
een veroordeling, wordt stopgezet, dan word je weer vrijgelaten. Dit is geen rechtsmiddel. Een verzet tegen een
strafbeschikking is dat ook niet.
Rechtsmiddelen hebben een breed draagvlak voor het feit dat rechtsmiddelen bestaan (waarom zijn ze er)
Redeneringen:
1. Doel van strafvordering: verzekeren juiste toepassing van het materiele strafrecht. Het materieel
strafrecht zijn de delicten. Het is van belang dat die strafbepaling op de juiste manier wordt toegepast,
en op de juiste persoon wordt toegepast. De beslissing zou dus moeten kunnen worden voorgelegd aan
een andere rechterlijke instantie als een van de procespartijen vindt dat de strafbepaling niet juist is
toegepast.
2. Procedurele rechtvaardigheid, in het bijzonder betreffende grondrechten. Iedereen heeft recht op
bepaalde grondrechten in het strafproces, die zijn van belang en een van de meest krachtige
grondrechten is het recht op een eerlijk proces. Daarnaast zijn er nog meer rechten die van belang zijn
in het strafproces. Als je vindt dat je grondrechten zijn geschonden kan je dit toetsen door een
rechtsmiddel inzetten. De kwaliteit van de procedure ten aanzien van de graatmeter rechtvaardigheid
kan worden getoetst (opnieuw kan worden bezien). Dit verbetert ook het vertrouwen er in.
3. Rechtseenheid bevorderen. Je hebt verschillende rechtbanken en gerechtshoven, die nemen
verschillende beslissingen. Als je gaat vergelijken met een andere zaak en jouw zaak, hoe een bepaald
delict is behandeld. Of hoe ene bepaalde feitelijkheid is meegewogen, en daaromheen ontstaan
vraagtekens, dan is het zo dat je voor het bevorderen van de rechtseenheid zou kunnen zeggen dat een
rechtsmiddel een goed middel is om dit te toetsen. En de rechtvaardigheid en de rechtseenheid ook
gevonden kunnen worden.
Rechtsmiddelen: 3e boek Sv
A. Gewone rechtsmiddelen (6:1:16 Sv)
1
, o Titel I-III verzet (vervallen), hoger beroep en beroep in cassatie van uitspraken (art. 138 Sv)
o Titel IV hoger beroep/beroep in cassatie beschikkingen (art. 138 Sv)
o Titel V-VI aanwenden, intrekking en afstand doen gewone rechtsmiddelen
Aanwenden = een beroep doen op een rechtsmiddel
Intrekking = je hebt bedacht, het rechtsmiddel trek je in
Afstand = tijdens de uitspraak, bij het einde van de zaak. Dan kunnen bij de
politierechter kan je laten weten dat het OM en de verdachte afstand doen van het
rechtsmiddel tegen de uitspraak van de politierechter. Dit heeft bepaalde voordelen.
B. Buitengewone rechtsmiddelen
o Titel VII: cassatie in het belang der wet
o Titel VIII: herziening arresten/vonnissen
Waarom hebben we rechtsmiddelen?
C/B citeert de Hullu:
1. (Bij het inzetten van een rechtsmiddel, daarmee): Vergroten kans op een juiste en beter aanvaardbare
einduitspraak
2. Behoefte aan rechtseenheid en controle op juist verloop procedure (tussen verschillende rechtbanken
van rechtbanken, kan dan rechtseenheid worden hersteld bij de hoven. En op dat vlak kan weer bij de
HR eenheid worden gecreëerd).
3. Behoefte aan herstel aperte onjuistheden (zowel in het recht maar ook ten aanzien van feiten. Aperte
onjuistheden kunnen ook worden hersteld door herziening)
Sporen met drie rechtsmiddelen: hoger beroep (1), cassatie (2) en herziening (3).
Tegenover voordelen hebben rechtsmiddelen ook nadelen:
1. Niet altijd beter het kan best zijn dat zowel de verdachte vindt dat de uitspraak van de hogere rechter
toch niet beter is. Dit kan ook voor het OM opgaan. Een nieuwe toetsing en een nieuwe beslissing
betekent niet per se meer aanvaardbaarheid, het kan ook de andere kant op gaan.
2. Uitstel van executie (door het aanwenden van een rechtsmiddel) als er is veroordeeld, dan gaat de
veroordeling niet direct ten uitvoer worden gelegd. De uitspraak wordt dus uitgesteld. Er ontstaat langer
onzekerheid over wat er in rechte komt vast te staan.
3. Lange doorlooptijden het hele proces vanaf het moment dat een delict is begaan, vanaf het moment
dat daar aanwijzingen voor zijn en het moment van een einduitspraak, die doorlooptijd wordt steeds
langer, naar mate er rechtsmiddelen worden ingezet.
Soms anders wegen …
- Wet dadelijke tenuitvoerlegging van gevangenisstraffen (conceptregelgeving, is niet verder dan
consulatie gekomen)
Rechterlijke beslissingen waarbij ten minste een jaar gevangenisstraf is opgelegd, zijn dadelijk
uitvoerbaar. De eerste volzin is niet van toepassing indien minder dan twee jaar gevangenisstaf is
opgelegd en er geen sprake is van een slachtoffer.
o Art. 410a, 416, 80a RO, 404 lid 2, 427 lid 2 Sv (bagatel en belang)
Bagatel zaken zijn kleine zaken.
o Art. 14e lid 1, art. 38v lid 4 (voorwaarden en maatregelen uitvoerbaar)
Rechtsmiddelen bestaan omdat ze passen bij doelstellingen Sv (en het strafproces)
Juiste toepassing materiele strafrecht
Eerbieding rechten verdachte (vgl. verzet, art. 6 EVRM biedt recht toegang rechter)
Eerbiediging rechten anderen (vgl. hoger beroep benadeelde partij, art. 421 Sv)
Procedurele rechtvaardigheid. Noopt niet tot alles overdoen: voortbouwend appel (niet per se hoeft alles
over te worden gedaan. Het gaat om een voortbouwend appel. Het werk van de rechter in appel, hij
bouwt voort op het werk van de rechters voor hem, ten aanzien van de uitspraak waartegen in appel is
gegaan. Zaken die niet per se ter discussie staan, kan hij laten rusten in hij kan inzoomen op hetgeen
waartegen het rechtsmiddel is ingezet)
Afweging kosten en baten, belang om strafzaken tijdig af te doen (doorlooptijden)
o Een van de grondrechten van de verdachte: strafzaken dienen tijdig te worden afgedaan. Dus
binnen de omstandigheden van het geval zo goed en spoedig mogelijk een rechtszaak afdoen.
Daar kun je de rechtsmiddelen ook onder scharen, onder het doorlopen van een strafzaak.
Recht op rechtsmiddel?
Noodzaak ‘rechtsmiddel’ tegen strafbeschikking?
2
, - Vloeit voort uit art. 6 EVRM (recht op rechter) (tegen elk punitief oordeel dient er een recht op een
rechtsmiddel te bestaan).
Art. 2/1 7e protocol EVRM geeft een recht op rechtsmiddel tegen veroordeling door rechter. Maar exercise (…)
shall be governed by law en 2e lid staat exceptions toe bij (onder meer) offence of a minor character, as
prescribed by law.
Dit is niet geratificeerd door NL! Dus geen directe werking in NL. Maar niet te min de besluiten op basis van die
regel die worden genomen, zijn van belang voor de uitleg en toepassing van art. 6 EVRM die wel rechtstreeks
toepassing heeft in NL.
Schending vastgesteld in Krombach t. Frankrijk. In principe werkt dit dus door, ook in een geval van NL.
Waarbij rekening gehouden dient te worden bij toepassing van rechtsmiddelen en de regels die bestaan voor het
aanwenden en intrekken van rechtsmiddelen.
Krombach v. France
K verdacht om erbij te betrokken te zijn bij de dood van zijn siefkind. Hij is daar in eerste instantie niet voor
vervolgd, maar toen toch in Frankrijk ervoor vervolgd. K. koos ervoor in eerste aanleg niet te verschijnen. In
eerste aanleg gaat het over de feiten. Daarom hebben zijn advocaten niet het woord gekregen. Manifestly
disporportionate (par. 90). Er heft dus een soort verstek behandeling plaatsgevonden, waarbij er geen licht heeft
geschenen op de punten van de verdediging. Een disproportionele reactie. De gevolgen van het niet aan het
wordt laten aan het wordt laten van de advocaat is niet in verhouding met het de ernst van het niet verschijnen
van de verdachte. K. bracht dit onder aandacht van het HvJ. Frankrijk stelt dan dat alleen nog bepaalde punten
over het recht aangehaald kunnen worden en niet meer over de feiten.
HvJ Review may be confined solely to points of law. Maar restrictions on the right to a review must pursue a
legitimate aim and not infringe the very essence (par. 96). Hier kon K. geen review krijgen van de beslissing om
te weigeren zijn advocaten aan het woord te laten (par. 100).
Volgens het hof mag je wel beperken, maar de beperking mag niet zo streng zijn/straf worden geïnterpreteerd.
De beperkingen op hoger beroep moeten een legitiem doel hebben en de het mag niet de kern (de toegang tot het
recht) van de zaak volledig tenietdoen. Dat is de kern van een fresh determination. Een nieuwe behandeling van
de zaak. Die strakke benadering, mag niet het recht op appel volledig te niet doen. K. kon geen review krijgen
van de beslissing om te weigeren om zijn advocaten aan het woord te laten. Dat zegt HvJ: dat was een belangrijk
element in het komen tot de beslissing die de rechters in eerste aanleg hebben genomen. Om in appel te weigeren
om hier opnieuw over te buigen, is dit een schending van het EVRM.
Vergelijk NL: anonieme verdachten (K/K 17.3.2) en Papn v. France (EHRM 25 juli 2002).
Art. 14 lid 5 IVBPR Iedereen heeft het recht to his conviction and sentence being reviewed by a higher
tribunal according to law.
Hoofdregel is dat iedereen dat recht heeft. Maar ook bij deze verdragsbepaling uitzonderingen mogelijk, onder
meer voor bagateldelicten (delicten waarvan je kunt zeggen dat heeft heel weinig om het lijf, een heel licht
vergrijp). De schuldigbevinding en straf is bij bagatel delicten zo licht, dat het belang van de verdachte tegenover
het belang van rechtszekerheid over het eind van de strafzaak zwaarder weegt. In zo’n situatie kan er dus een
uitzondering zijn op het recht van een fresh determination. Een review hoeft geen hoger beroep te zijn, mag ook
cassatie zijn. En zelfs kan het gaan om een verlofregeling, in principe vgl. art. 410a Sv
(Lalmahomed/Nederland). Rechtstreekse toepassing? Deze bepalingen zijn ten dele rechtstreeks van toepassing:
NJ 1996, 584: 407 Sv en NJ 2013,533: 416/2 Sv. Deze bepalingen zijn ten dele rechtstreeks toepasbaar. Hoe dat
werkt kun je in deze uitspraken vinden.
Procedure rechtsmiddel
Mensenrechtenverdragen verplichten niet om op bepaalde punten in het strafproces een rechtsmiddel open te
stellen, of bij bepaalde specifieke beslissingen rechtsmiddelen open te stellen. Maar als de wetgever dat op eigen
inzicht doet, naar hoe een proces eerlijk zou moet verlopen en als de wetgever dan een rechtsmiddel openstelt,
dan moet daar bij de behandeling daarvan de gevolgde procedure (dus tijdens het behandelen van het
rechtsmiddel), dan moeten alle beginselen, die voor een eerlijk proces van toepassing zijn op die toepassing zijn
op die procedure. Dus de procedure moet in overeenstemming zijn met art. 6 EVRM.
Ook al is er geen verplichting tot het openstellen van een rechtsmiddel: als een rechtsmiddel open staat, moet bij
de behandeling daarvan gevolgde procedure i.o.m. art. 6 EVRM zijn.
Deze uitgangspunten zijn te vinden in deze twee uitspraken:
3
, Kremzow v. Oostenrijk ten aanzien van specifieke zaken, de verdachte K. was veroordeeld, hij heeft beroep
aangetekend en dat beroep werd gesplitst tegen de veroordeling. Hij heeft een nichtigkeitsbeschwerde beroep
ingesteld. Zijn beroep ging vooral tegen zaken zoals de juiste toepassing van het recht en of de procedure wel
eerlijk is verlopen (nichtigkeitsbescherwde). En zijn afwezigheid ten aanzien van die punten. En er was ook een
beroep ingesteld tegen de veroordeling en de opgelegde straf (berugung). Er werd een hoge gevangenisstraf
opgelegd. Hij mocht niet aanwezig zijn bij die zaken toen het in hoger beroep werd behandeld.
Art. 6 EVRM en afwezigheid Berufung (beroep ingesteld tegen de veroordeling en de opgelegde straf)
Art. 6 EVRM en afwezigheid Nicht.k.besch. (Tegen zaken zoals de juiste toepassing van het recht en of
de procedure wel eerlijk is verlopen).
Hij mocht niet aanwezig zijn bij de zaken toen dit in hoger beroep werd behandeld. In het geval van K. t.
Oostenrijk, wordt aangegeven dat:
Art. 6 EVRM en afwezigheid Nicht.k.besch. Dat heeft niet geleid tot een schending van art. 6.
Art. 6 EVRM en afwezigheid Berufung dit heeft wel geleid tot een schending van art. 6. Bij de
Berufung gaat het over de feiten en daar had K. zijn aanwezigheid tijdens de zitting invloed kunnen uit
oefenen op de informatiepositie van het gerecht. (En ook over toelaatbaarheid van bewijs werd
gediscusieerd) Doordat hij niet aanwezig kon zijn heeft dat geleid tot schending van art. 6 EVRM.
Hermi v. Italie
Verschil met Kremzow? De afwezig van Hermi heeft niet geleid tot schending van art. 6. Terwijl het
ook ging over feitelijkheden. Het belangrijkste verschil is dat bij Kremzow bij geen enkele behandeling
van de feiten was hij aanwezig. En hij was niet aanwezig omdat hij in voorarrest was. Bij Hermi was
het zo dat Hermi wel in eerste aanleg aanwezig was bij de behandeling. Dat was een feitelijke
behandeling en daar kon hij verweer voeren. Dus al die punten die in hoger beroep van belang waren
rond de feiten, die zijn ook met aanwezigheid van Hermi al behandeld tijden de eerste aanleg zaken.
Gesloten stelsel van rechtsmiddelen
Rechterlijke beslissing kan alleen worden aangetast (en ter toetsting kan worden voorgelegd aan een andere
rechter) als wetgever rechtsmiddel heeft opengesteld. Als de wetgever dat niet heeft gedaan, of het rechtsmiddel
is niet meer toegankelijk conform de regels, dan betekent dat dat de uitspraak zijn vaste vorm heeft gekregen en
niet meer kan worden aangetast.
Vgl. HR 16 oktober 1987, NJ 1988, 841 m.nt. C: politierechter veroordeelde tot 7 maanden
gevangenisstraf; destijds was zes maanden het maximum. Tul geen onrechtmatige daad.
o De rechter is tot een uitspraak gekomen die niet volledig de wettelijke regeling is gedaan,
niettemin staat er geen onrechtmatige daad actie tegen tenuitvoerlegging daarvan, want er staat
ook geen civielrechtelijk rechtsmiddel open tegen de tenuitvoerlegging door de OvJ door zo’n
uitspraak van de rechter.
Enkele keer ‘succesvol’ kort geding. Vgl. HR 1 februari 1991, NJ 1991, 413 m.nt. ThWvV (Maat
Kostovski). Raakt tenuitvoerlegging. Later invoering art. 457/1/b Sv (opschorting tul: 473/4 Sv).
Niet twee beslissingen
Er kunnen geen twee beslissingen bestaan in een zaak. Bij het aanwenden van een rechtsmiddel, gaat het
rechtsmiddel in tegen een bepaalde beslissing. Die bestreden beslissing moet worden verwerkt in een nieuwe
beslissing wanneer een hogere rechter het rechtsmiddel gaat behandelen.
Bestreden beslissing moet verwerkt worden in nieuwe beslissing:
Vgl. art. 257f/4 Sv bij verzet vernietiging staat voorop; de bestreden beslissing dient te worden
vernietigd. Daar treedt een nieuwe beslissing voor in de plaats.
Vgl. art. 423 Sv bij hoger beroep (geheel of gedeeltelijk) bevestigen of vernietigen van de
beslissingen in eerste aanleg;
Vgl. art. 440 Sv beroep in cassatie niet ontvankelijk; indien het wel ontvankelijk is: verwerpen
beroep of vernietigen vonnis of arrest (indien beroep gegrond wordt geacht). Vervolgens zelf afdoen,
verwijzen of terugwijzen.
o Zelf afdoen: in geval de HR iets kleins kan corrigeren dat verder geen effect heeft op de
uitkomst van de zaak, maar het wel van belang is iets te corrigeren, voor het recht. In de
situatie dat het niet de rechtspositie van de OvJ en de verdachte verandert.
o Indien er wel opnieuw recht gedaan dient te worden er misschien wel iets kan veranderen in de
rechtspositie van de OvJ en de verdachte, dan is het zo dat de HR dient terug te verwijzen of te
verwijzen naar een ander gerecht dan waar de uitspraak/het vonnis in eerste instantie is gedaan.
De zaak wordt dan dus overgedaan, rekening houdende met de uitspraak van de HR.
4