Blok 7: Zorgen voor later
Uitwerkingen van begeleid werken
2.8 Begeleid werken: Effecten van informele zorgverlening op welbevinden
1. Verbakel (2014) beschrijft twee verklaringen voor de negatieve relatie tussen mantelzorg
en welbevinden, wat zijn deze? Leg uit op basis van twee nieuwe voorbeelden.
1. Directe relatie tussen het verlenen van mantelzorg en je eigen welzijn. Mantelzorg kan een
zware taak zijn om uit te voeren.
2. Een extra taak door mantelzorg, dus minder tijd voor eigen dingen (werk, vrienden,
kinderen, hobby’s). Dit verhoogt stress.
Niet altijd alleen maar negatieve verhalen over mantelzorg.
2. Nationaal beleid en het normatieve klimaat zouden een modererende rol kunnen spelen
op de relatie tussen het verlenen van mantelzorg en welbevinden.
a. Leg uit wat een ‘modererende rol’ inhoudt.
Een rol die de sterkte en richting van de relatie tussen twee factoren beïnvloedt.
b. Leg uit hoe nationaal beleid invloed op de relatie tussen mantelzorg en welbevinden
zou kunnen hebben.
De overheid kan ervoor zorgen dat er voldoende hulpbronnen zijn. Denk bij hulpbronnen
bijvoorbeeld aan zorginstellingen waar ouderen terecht kunnen. Wanneer er hier
voldoende van zijn, zal de druk en de hoeveelheid stress voor mantelzorgers afnemen.
c. Leg uit hoe het normatieve klimaat invloed op de relatie tussen mantelzorg en
welbevinden zou kunnen hebben
Een normatief klimaat waarbij het de norm is dat je mantelzorger wordt kan ertoe leiden
dat men zich verplicht gaat voelen. Er zit dan geen vrijwillig aspect meer aan vast.
Anderzijds kan het ook fijn voelen om zorg terug te kunnen geven aan je ouders,
aangezien zij je vroeger hebben verzorgd.
3. In tabel 2 wordt een overzicht gegeven van de verschillende bestudeerde landen. In welk
land is de mate van familialisme het hoogst? En ik welk land het laagst? Leg uit wat dit
betekent.
In Spanje is het familialisme het hoogst (0,75)en in Finland is het het laagst (0,33).
In Spanje is de sociale norm heel normaal om voor familie te zorgen en mantelzorger te zijn.
In Finland is de sociale norm om niet per sé te zorgen voor familie.
[1]
,4. Figuur 1 biedt een overzicht van de ‘well-being gap’ tussen mantelzorgers en niet-
mantelzorgers in verschillende landen. Geef op basis van je kennis over beleid en normen
in de verschillende landen een verklaring voor de verschillen in deze ‘gap’
[2]
, Het welzijn van de mantelzorgers in Spanje is een stuk slechter dan het welzijn van de niet-
mantelzorgers in Spanje. Oorzaken: veel druk en stress, weinig voorzieningen.
Het welzijn van de mantelzorgers in Noorwegen is beter dan het welzijn van de niet-mantelzorgers in
Noorwegen. Dit kan omdat hier veel formele zorg is en geen dwingende norm is om mantelzorger te
zijn.
5. Welk advies zou jij een beleidsmaker die verantwoordelijk is voor het mantelzorgbeleid in
Nederland geven op basis van de bevindingen?
- Zorgen voor genoeg formele zorg
- Zorgen dat mantelzorg minder gedwongen is en dat mensen het doen, omdat ze het willen.
Eindconclusie: de enige variabele die invloed heeft is hoeveel formele zorg een land geeft. Hoe veel
support er wordt gegeven en de mate van familialisme heeft niet veel invloed op het welzijn van
mantelzorgers.
Maar geen causale relaties!
4.2 Begeleid werken (kennisclip & fysiek): Verschillen in hulpbronnen
Deel 1: introductie vierkwadrantenmodel
1. Het kwadrant linksonder toont de budgetrestrictie: de hoeveelheid geld die iemand kan
besteden aan consumptie (C) en medische zorg (M). Geef in figuur 1 aan welke combinaties van C
en M deze persoon kan betalen.
Alle combinaties van C en M die tussen het nulpunt en de
budgetrestrictie lijn liggen kunnen betaald worden. Dit is
groen gemarkeerd.
2. Het kwadrant linksboven toont de
gezondheidsproductiefunctie, die de bijdrage van M aan
de gezondheid (H) laat zien. Waarom loop hij van
rechtsonder naar linksboven?
Er zijn afnemende meeropbrengsten van M
- De eerste eenheid medische zorg levert een
bepaalde stijging van de gezondheid op.
- De tweede eenheid medische zorg levert een kleinere stijging van de gezondheid op.
- Enzovoorts….
3. Het kwadrant rechtsboven laat twee dingen zien:
i. welke combinaties van H en C binnen bereik zijn.
ii. hoe iemand verschillende combinaties van H en C waardeert: elke isonutscurve (I1 t/m I4) toont
alle combinaties die een specifieke hoeveelheid nut opleveren. Welke isonutscurve geeft het
hoogst haalbare nutsniveau weer? Welke combinatie van C en M hoort daar bij?
De buitenste isonutscurve is niet haalbaar. De derde is het hoogst haalbare. De combinatie van C en
M die daarbij hoort is C1 en M1 (zie figuren op de volgende pagina).
[3]
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper linda-koster. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.