Mariene wetenschappen leerdoelen deeltoets 1
De tijdslijn van oceaan ontdekkingen van Grieken tot aan huidige tijd.
De Polynesiërs begonnen 3000 v.C. al met het vestigen op de eilanden in de Stille oceaan, zij hadden
al methodes als navigeren via sterren en de zon.
De eerste zeehandelaren waren waarschijnlijk de Kretenzers of de Feniciërs die de Middellandse zee
regeerde na verwoestingen door aardbevingen. Deze vervoerde hun waren tot Engeland en de
westkust van Afrika in fragiele schepen. Egyptenaren voeren ook al, maar alleen over de Nijl voor
handel. Ook de Grieken begonnen rond 900-700 v.C. buiten de Middellandse zee te ontdekken
(handelde rond 390 v.C. al in nabije wateren), ze ontdekte een stroming ten zuiden van Gibraltar.
Ook waren hier de eerste cartografen (kaartmakers) hierbij aanwezig.
Ook de Chinezen begonnen een systeem te maken voor lange afstand transport over de Stille
oceaan.
Prins Henry the Navigator (3e zoon Portugal royale familie) dacht dat oceaan exploratie weelvaart en
succes zou opleveren. Hij stuurde van 1451 tot 1470 de zee op om te ontdekken met het kompas, zo
ontdekte en maakte ze kaarten tot aan de westkust van Afrika en ook opende hij een studie voor
mariene wetenschap.
Christopher Columbus kwam ook in Noord Amerika aan, maar per ongeluk doordat hij het oosten
wilde bereiken door alleen west te gaan varen. Ook dacht hij dat hij wel Azië gevonden had. Hij
vertelde hier mooie dingen over waardoor de Nieuwe Wereld veel aantrekking kreeg van royale
families. Door alle kaarten die gemaakt werden voer Ferdinand Magellan (portugal) uit omdat hij een
nieuwe handelsroute wilde maken, hij en 242 leden stierven onderweg, 18 keerde terug na drie jaar
rondom de wereld.
Daarna ging de Franse admiraal Louis Antoine de Bougainville naar de zuid Grote Oceaan om daar
naties te stichten voor schiponderhoud, de Britten volgden.
Kennis over de verschillende volkeren die zich bezig hielden met oceaan exploratie (Egyptenaren,
Feniciërs, Polynesiërs, Vikingen, etc.)
In Egypte stichtte Alexander de Grote de bibliotheek van Alexandria (300 v.C.). Dit was de eerste plek
waar boeken opgeslagen werden en gestudeerd kon worden en dus ook waar het onderzoek naar
mariene wetenschappen begon. Dit was voor 600 jaar de grootste plek aan kennis en waarschijnlijk
de eerste samenwerking tussen een universiteit en de commerciële gemeenschap.
De tweede bibliothecaris in Alexandria was de Griekse Eratosthenes van Cyrene (astronoom, filosoof
en dichter). Hij berekende als eerste de omtrek van de aarde via de stand van de zon, hij kocht van
reizigers de afstand tussen Syrene (waar zon loodrecht stond op oppervlak) tot Alexandria waar de
zon schuin stond en berekende de hoek van de zon ongeveer.
Leerlingen in Alexandria maakte de eerste ronde aarde indrukken op een platte kaart, Eratosthenes
maakte de eerste latitude longitude strepen op deze kaart en Hipparchus verdeelde de aarde in 360
,graden en maakte deze strepen gelijk zoals ze op heden nog zijn. Ptolemy maakte van graden
boogminuten en boogseconden die op heden nog gebruikt worden. Ook herrekende hij de omtrek
van de aarde de groot waardoor afstanden niet klopte.
Na het ontstaan van het Romeinse rijk werd ook de laatste bibliothecair Hypatia (vrouw) vermoord
en de bibliotheek werd compleet verbrand door de hoge spanningen. Dit was een groot probleem
voor kaartonderhoud en zee reizigers.
Na de val van het rijk (476 n.C.) gebeurde 1000 jaar niks, in de Europese renaissance kwam dit pas
weer op gang dankzij het transport van vele goederen door Arabieren uit Azië. Deze gebruikte als
eerste het Chinese kompas.
In de donkere periode na de val van het Romeinse rijk waren vooral de
Vikingen en Polynesiërs actief. De Polynesiërs vestigde zich op meer dan
10.000 eilanden in de Stille oceaan. Er ontstond hierdoor wel overbevolking en
hoge spanningen tussen de volkeren. De riskante tochten die tot bewoning
van nieuwe eilanden kwam ontstonden meestal door verbanning (doodstraf)
door mensen weg te sturen van eilanden op boten naar onbekende wateren.
Er ontstonden tegelijkertijd nieuwe ontwikkelde schepen met twee masten en
capaciteiten van 100 man. Ook nieuwe navigatiesystemen via sterren en
opslag van eten ontstond, zo konden lange expedities plaatsvinden. In bijna
alles kon navigatie afgelezen worden (sterren, temperatuur, dieren), zo werd
ook Hawaii gekoloniseerd (grootste prestatie, tussen 300-600 n.C.).
De donkere tijd werd vooral door rovende Vikings gekenmerkt uit Scandinavië. Zij hadden stabiele
schepen waarmee snel gevaren kon worden, ze roofde heel Europa (859 n.C.). Een reden voor de
Renaissance in Europa kan de samenwerking zijn om zich tegen Vikingen te beschermen. Soms
kwamen de Vikingschepen in nadelige winden terecht, zo werd ook Noord-Amerika ontdekt door
Herjulfsson (986 n.C.). In 1000 werd het vriendelijk gekoloniseerd met de bevolking daar. Maar in
1020 werd het achtergelaten door ander weer en gevechten.
In 1086 zei de Chinese filosoof Shen Kuo dat de aarde uit rotserosies etc bestond en dat de aarde
heel oud was. De Chinezen brachten veel bij in de kennis over de aarde en oceanen (kaarten etc). De
admiraal Zheng He stuurde de grootste vloot aan boten ooit de wereld in, met 7 missies ontdekte hij
de Indische oceaan (met India/Zuid-Afrika) en gaf hij veel weg om de grootheid van de Ming-dynastie
te laten zien. De Chinezen maakte het kompas, het roer, waterdichte onderdelen en meerdere
masten waardoor gevaarlijke wateren makkelijker te betreden waren. Ook schepen indelen
voorkwam meteen zinken zodat reparatie of redden van spullen kon plaatsvinden. Zeilen waren via
bamboe verbonden aan touwen en konden vanaf beneden geregeld worden. Ze konden vier
maanden op zee blijven door gedestilleerd water en vers houden van groente, maar in 1433 was het
niet succesvol en werd het zelfs verboden, zeevaart werd afgesloten tot de 20 ste eeuw.
De rol die wetenschap na 200 jaar handelgedreven scheepvaart gaat spelen en enkele belangrijke
doorslaggevende expedities noemen.
De eerste vaart (1768) met ook wetenschappelijke doeleinden was met kapitein James Cook van de
koninklijke mariene van Engeland (navigator, kaartlezer, schrijver, artiest, diplomaat, zeiler,
wetenschappen…). Eerst bracht hij leden van de Royal Society naar Tahiti om de stand van Venus tot
de zon te observeren, ze berekende hiermee planeetbanen. Daarna voer hij het zuiden op, hij
maakte kaarten van Nieuw Zeeland, Australië en kleine eilanden, hij deed onderzoek naar de historie
van mensen en was vriendelijk voor inheemse. Na in Jakarta een epidemie te overleven voer hij terug
naar Engeland. Scheurbuik werd voorkomen door tuinkers, zuurkool en citrusvruchten. Hij maakte de
eerste wetenschappelijke wereldreis. Hij werd commandant en ontdekte nieuwe eilanden. Op zijn
derde laatste reis zocht hij een passage door Canada en Alaska, vond deze niet, maar wel Hawaii en
west Noord Amerika. Hij werd echter vermoord door de bevolking in Hawaii. Hij was de eerste echte
mariene wetenschapper doordat hij allemaal samples nam van leven en geologie en legde alles
eerlijk accuraat vast zonder overdrijven. Ook schreef hij hele accurate kaarten.
, Genavigeerd werd via de sterren of het zetten van een klok om twaalf uur wanneer de zon hoog
stond. De Britste regering had een goede klok nodig om dit te doen, John Harrison bouwde een klok
met een chronometer (veren), zijn vierde exemplaar was bijna perfect. Hiermee kon ook precies de
longitude (oost-west) bepaald worden.
De eerste echte wetenschappelijke vaart (1838) was de United States Exploring Expedition onder
leiding van luitenant Charles Wilkes. Het vierjarige doel rond de wereld was laten zien van de vlag,
walvisspotten, mineraalverzamelen, cartografie, bekijken en exploratie. Ook de aarde is hol theorie
moest onwaar worden verklaard. Verder werd veel oost Antarctica ontdekt, Hawaii en weer werden
veel kaarten gemaakt. Wilkes bracht een bundel met 19 volumes van kaarten, teksten en illustraties,
een grote wetenschappelijke prestatie voor Amerika.
Matthew Maury verzamelde gegevens van expedities van wind en temperatuur en maakte hier
kaarten met patronen van (ruilde deze gratis voor meer gegevens). Dit deed hij naar Benjamin
Franklin die al eerder ontdekte dat snelheid niet altijd met terugkeer tijd correleerde, hij publiceerde
ook de eerste stromingskaart. Maury deed dit als eerste voor wind en stromingen wat wereldwijd
bekend werd.
Charles Wyville Thomson en zijn student John Murray waren de eerste die gericht op mariene
wetenschap gingen, ze noemde het oceanografie (kaarten maken en markeren), de Challenger
expeditie. De reis duurde vier jaar. Een belangrijke ontdekking was het bewijs dat leven onder 549
meter mogelijk was door ze omhoog te takelen van de zeebodem. Ze namen ook samples van
zoutheid, temperatuur en waterdruk om hiermee weer stromingen, meteorologie en
sedimentverdelingen aan te tonen. Na deze successen begonnen er meer te komen voor mariene,
Agassiz in 1877, de russen in 1886 voor drie jaar. Ook werd het gebruikt voor het leger, Alfred Thayer
Mahan schreef The Influence of Sea Power upon History met veel informatie over dit onderwerp.
Inzicht hebben in de rol van de industriële revolutie en de impact van de voortgang van techniek
op het ontdekken van de oceanen (stoommachines tot satellieten).
Onderzoek naar Antarctica was ook veel gaande. Fridtjof Nansen kwam hier vast te zitten en
ontdekte dat het geen land was, maar vier jaar lang stroming mee met het ijs. Door de opkomsten
van stoommachines werden schepen een stuk mobieler.
Door moderne techniek kon kapitein William Anderson met een onderzeeër onder het ijs door. In
1925 werd voor het eerst gebruik gemaakt van een echo sounder op de Duitse Meteor expeditie
langs de zuid Atlantische oceaan. In 1951 ontdekte een tweede Challenger het diepste punt met een
nieuwe echo techniek die niet in uren maar seconden kon worden uitgevoerd.
Ook oceaanboringen vonden plaats, in 1968 door de Glomar Challenger die 6000 meter diep ging en
veel samples verzamelde. Nog meer technologie en boringen gingen op het schip JOIDES Resolution
via het Ocean Drilling Program, later kwam ook de Chikyu (2007) die 11km diep kon.
De VS heeft zes schepen die constant metingen uitvoeren, zoals de Okeanos Explorer via ROV
(remotely operated vehicle).
Ook satellieten (1978) leveren een grote bijdrage, ze meten golflengte, variatie in
contour(fotosynthese), temperatuur en andere info. De Global Positioning System (GPS) bestaande
uit 32 satellieten gebruikt ieder apparaat voor locatiebepaling.
De reis van de Beagle met Darwin aan boort en de rol die hij vervulde tijdens deze wereld
bewegende expeditie.
Deze expeditie duurde van dec 1831 tot oct 1836. Darwin was aan boord voor geologische,
geografische en natuurlijke observaties onder leiding van kapitein Robert Fitzroy. Darwin las de
boeken van Alexander von Humboldt (meteorologie, volkanen, oceanografie, biologie, etc) veel net
als het boek van Charles Lyell over geologie. Eerst was het doel kaarten maken voor Britten, maar
Darwin ontdekte de vogels op andere eilanden. Door Cholera mocht hij ook niet vulkanen bekijken
op Tenerife. Hij ontdekte een grote variatie aan schelpen langs de Afrikaanse westkust, het hoogste
op Kaapverdië. Darwin beschreef veel fauna, ook ontdekte hij parasitaire vliegen.