samenvatting blok 4
snelle info
3 macro drivers: demografisch, politiek en arbeidsmarkt
7 dimensies: economisch, sociaal, politiek, buurt/wijk, individueel, ruimtelijk en groep
sociale mobiliteit: kunnen stijgen en dalen op de sociale ladder
tekst 1 inclusieve maatschappij
in jaren 70: Rene lenoir gebruikte de term exclusie om een complex geheel van
economische en sociale problemen te vatten en specifieke doelgroepen te omschrijven voor
zijn beleid.
daarna tijd van stagnatie en werkloosheid en werd de term gebruikt voor mensen die
uitgesloten worden uit de reguliere samenleving door factoren zoals: psychische problemen,
handicap of armoede.
Lissabonstrategie 2000: een tienjarenplan om het sociale en economische model van de EU
te moderniseren, voor een Sociale Inclusie Strategie om alle vormen van armoede uit te
roeien
inclusie: waar hebben we het over?
sociale exclusie wijzen op een gebrek aan kansen om te participeren in het sociale,
economische en/of politieke leven van een sociaal systeem: gebrek aan middelen rechten,
goederen en diensten.
inclusie: het oplossen van exclusie (ongelijkheid) door die gebreken op te lossen en de
samenleving daarin aan te passen.
een inclusieve maatschappij
in 1995 het doel inclusieve maatschappij: een samenleving die inzet op de participatie van
iedereen, een samenleving waarin elk lid een aandeel heeft en waar de notie van
wederkerigheid centraal staat.
een inclusieve maatschappij wilt iedereen respecteren in zijn of haar waardigheid. Door niet
alleen mensen te tolereren, maar ook te respecteren
De erkenning van wederzijdse verplichtingen en verwachtingen duidt ook op publieke
verantwoordelijkheden van de gemeenschap en haar instellingen.
- frankrijk: rol van de overheid om burgers de kansen te bieden om volledig deel uit te
maken van de maatschappij.
- angelsaksische: maatschappij vooral als een netwerk van vrijwillige verbanden
tussen autonome individuen die op basis van hun eigen belangen en motivaties
keuzes maken, hierbij is inclusie een minder groot doel
over inclusie, uitsluiting integratie, assimilatie en segregatie
- uitsluiting: niet mee mogen doen wegens verschillende redenen gebaseerd op
ongelijkheid
- segregatie: bepaald collectief wordt ingedeeld in aparte omgeving volgens bepaalde
ongelijkheden en zo bestaat de samenleving uit verschillende segmenten
, - integratie: Iedereen die zich kan aanpassen aan de vereisten van de samenleving,
bestaande reguliere instellingen, diensten, organisaties of collectieven wordt als
onderdeel beschouwd.
- inclusie: visie die iedereen, ongeacht de doelgroep, een rechtvaardige en
participatieve ervaring en omgeving biedt.
verschil inclusie en assimilatie: inclusie nodigt aan om in de samenleving, maar de
individuele eigenheid te houden en assimilatie beschouwt de persoon als insider die zijn
eigenheid aan de kant moet schuiven.
inclusie structureel bekeken
sociale uitsluiting: betrekking op uitsluiting van die domeinen die noodzakelijk zijn om een
menswaardig bestaan te garanderen.
culturele uitsluiting: op basis van culturele kenmerken van de personen of groepen die
uitgesloten worden.
Structurele uitsluiting is de systematische samenhang tussen en aaneenschakeling en
opeenstapeling van sociale en culturele vormen van uitsluiting bij bepaalde doelgroepen
over verschillende domeinen heen.
hefbomen van maatschappelijke inclusie
elk land heeft een eigen manier van zorgen dat de inclusieve maatschappij gerealiseerd
wordt.
intersectionaliteit
door rekening te houden met de intersectie (snijpunten) van hun verschillende identiteiten
kan uitsluiting voorkomen of overstegen worden.
Verschillende vormen van sociale stratificatie, zoals klasse, ras, gender, seksuele
geaardheid, leeftijd, handicap en geslacht staan niet los van elkaar, maar zijn integendeel op
een complexe manier met elkaar verweven.
voer voor discussie
het streven naar economische verbetering, wordt te weinig maatschappelijke innovatie
geboekt. Zij maken gewag van een geleidelijke verschuiving van aandacht voor gelijkheid
naar aandacht voor sociale integratie. Daarenboven stellen zij dat integratie sterk steunt op
arbeidsactivering en de bijbehorende plichten in plaats van op sociale rechten
Conservatieve stromingen bekritiseren het concept inclusie omdat het volgens hen alle
culturele tradities ondermijnt waardoor bepaalde tradities niet langer gezaghebbend en
leidend kunnen zijn
H4.1 een maatschappijkritisch perspectief op eigen regie
belangrijke taak: bevorderen van maatschappelijke verandering, emancipatie en
zelfstandigheid van mensen.
- rechtvaardigheid, mensenrechten en collectieve verantwoordelijkheid en diversiteit
kernwaarde: versterken van eigen kracht, bevorderen van empowerment en sociale
rechtvaardigheid, tegengaan van discriminatie en erkennen van diversiteit.
, sociaal onrecht: sociale ongelijkheid en sociale onrechtvaardigheid bestrijden beoogt beter
leven waarin we zeggenschap en macht over eigen land opeisen.
meer politieke dan ethische perspectief: het vraagt vooral aandacht voor structurele
oorzaken in de samenleving, waardoor mensen in een kwetsbare positie komen en hun
waardigheid wordt aangetast.
Jef Peeters stelt: ethische visie van het sociaal werk kan niet waargemaakt worden zonder
aanhoudende maatschappelijk debat en politieke strijd.
politiserend werken
maatschappijkritiek: emancipatie van vrouw en van de arbeider: democratisering en
humanisering van de samenleving stonden centraal. Individuele problemen hun oorzaak
hebben in manier hoe maatschappij in georganiseerd en moet daar ook opgelost worden.
emancipatie was gericht op het doorbreken van gevestigde machtsverhoudingen, op het
scheppen van ruimte voor individuele ontplooiing en op het verkrijgen van zeggenschap over
eigen leven.
welzijnswerk richtte zich op sociale en sociaal pedagogische problematiek en de vorming
van mensen.
groepen mensen trokken ten strijde tegen onrechtvaardige maatschappij, geleid door idee
van kwaliteit van bestaan niet verhoogd wordt door welvaart maar door iedereen kans te
bieden zijn kwaliteiten te ontwikkelen.
in de ethiek van oordelen beperkt eigen regie zich tot een ruimte waar binnen we
beslissingen kunnen nemen, maar maatschappijkritiek stelt die grenzen ter discussie.
richt zich op duurzame ontwikkeling, beter milieu en dierenwelzijn en stelt productie en
consumenten aan de kaak.
de ommekeer
megalomane doelen: democratische samenleving, sociale rechtvaardigheid, vrijheid en
ontplooiing.
kwaliteit van het bestaan: bestaan, behoud, verbtering van dagelijkse leef, woon en
werkomstadigheden boven een slaafs volgen van de technische ontwikkelingen: welvaart
richten op welzijn.
centraal doel: sociaal functioneren en participatie aan bestaande orde.
oorzaken niet alleen bij maatschappij maar ook bij individu.
politieke vraagstukken maken plaats voor ethische kwesties: morele dilemma’s.
ontwikkelen van codes en richtlijnen en methodes die sociaal werkers helpen
met keuzes in complexe situaties. → geen aandacht voor politieke ordening en
structurele oorzaken
empowerment
empowerment wordt vooral als individueel vermogen gezien.
versterken van eigen kracht vind plaats in wisselwerking met directe leefomgeving en
sociaal netwerk. rekening houden met maatschappelijke culturele context.