De Euthanasiewet: toen & nu
Lana Biharie – werkgroep 7 – studentnummer: 6704867
Inleiding
Een einde maken aan iemands leven is strafbaar, dus ook als een patiënt er zelf om vraagt bij de arts.
In bepaalde gevallen wil een patiënt namelijk niet meer verder leven, bijvoorbeeld omdat hij fysiek of
mentaal ondraaglijke lijdt. In zulke gevallen mag een arts euthanasie of hulp bij zelfdoding verlenen,
mits de arts voldoet aan een aantal zorgvuldigheidseisen die genoemd staan in de Wet toetsing
levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (WTL). Als dat het geval is, kan de arts geen straf
opgelegd krijgen (1). Alleen als deze eisen worden opgevolgd, is de arts niet strafbaar. Tegenwoordig
zijn de wetten betreffende euthanasie duidelijk vastgelegd, maar dat is niet altijd zo geweest. In de
volgende alinea wordt een impressie geschetst van de manier waarop het er vroeger aan toe ging.
‘’Ik ben wel eens naar de politie gegaan en heb toen het volgende gezegd: ‘Over een paar dagen ga ik
euthanasie doen’. Die raakte toen helemaal in paniek en belde de volgende dag om te vragen of ik
wilde praten met de officier van justitie. Nou, daarmee bracht de officier van justitie zichzelf in een
moeilijk pakket, want ik vertelde dus dat ik over een paar dagen een misdrijf zou begaan. Moet hij
mij nu in de gevangenis zetten of me gewoon mijn gang laten gaan?’’, aldus Herbert Cohen, huisarts
in Capelle aan den IJssel, die deze uitspraak deed in 2011 in de documentaire ‘Op weg naar het
einde’. Hij deed in deze uitzending een boek open over hoe het proces van euthanasie voor 1993 in
zijn werk ging, toen er nog geen regelingen of wetten waren en het nog niet gelegaliseerd was. ‘’Er
werd op grote schaal gesjoemeld met overlijdensverklaringen’’, zei Cohen. In die tijd werd er vaak
geen aangifte gedaan en werd er regelmatig een natuurlijke dood als oorzaak genoteerd op een
overlijdensverklaring. Cohen was een van de eerste artsen die het roer omgooide; hij besloot ‘zijn’
gevallen van euthanasie voortaan aan te geven (2).
Inmiddels is er al ruim drie decennia later veel veranderd en hoeft er niet vaak meer in het geheim
iets gedaan te worden. Voordat wij als samenleving de huidige stand van zaken konden bereiken, is
er niet alleen een taboe doorbroken, maar zijn er ook verschillende maatschappelijke discussies
opgelaaid na verschillende rechtszaken die ook in deze paper besproken zullen worden. Juridische en
ethische grenzen zijn opgezocht door deze kwestie, waardoor de open op tafel liggen. Langzaam
maar zeker kwam het euthanasiedebat op gang, wat ook wel gezien kan worden als de aanloop naar
de euthanasiewet.
Dit leidt tot de volgende onderzoeksvraag: Welke juridisch-ethische ontwikkelingen hebben geleid
tot de huidige Euthanasiewet in Nederland?
Probleemstelling en onderzoeksvraag
Zoals hierboven al is beschreven, zullen er een aantal zaken besproken worden, die juridisch en
ethisch gezien een belangrijke rol hebben gespeeld in de vorming van de huidige euthanasiewet in
Nederland. Er is bewust voor gekozen om alleen de euthanasiewet van Nederland toe te lichten,
omdat er op internationaal vlak, per land, verschillende regelingen gelden. Op deze manier wordt
niet de focus op beleid en het recht in Nederland verloren. De zaken zullen op chronologische
volgorde worden besproken, om een tijdlijn in het euthanasiebeleid te creëren en een duidelijk beeld
te scheppen van de ontwikkelingen die de euthanasiewet heeft ondergaan.
Hoofdvraag:
Welke juridisch-ethische ontwikkelingen hebben geleid tot de huidige Euthanasiewet in Nederland?
Om de hoofdvraag te beantwoorden, zullen er ook een aantal deelvragen beantwoord moeten
worden.
, - Wat is euthanasie en hulp bij zelfdoding?
- Wat voor rol heeft euthanasie gespeeld door de jaren heen?
- Hoe is de legalisering van euthanasie in Nederland tot stand gekomen?
- Hoe was de situatie in Nederland voor de euthanasiewet?
Om deze deelvragen te beantwoorden zullen verschillende juridisch-ethische kwesties aan bod
komen. Onder andere zal er een bespreking zijn van de casuïstiek Postma, Chabot en Brongersma,
welke een fundamenteel belang hebben bij de totstandkoming van de huidige Euthanasiewet.
Het Resultaten gedeelte zal worden verdeeld in drie delen, waarin de verschillende deelvragen en
subthema’s die hierboven staan genoemd, worden besproken.
Materiaal en methode (zoekstrategie)
Om wetenschappelijke artikelen betreffende het onderwerp te vinden, zal Google, en met name
Google Scholar gebruikt woorden met onder andere de volgende zoektermen: ‘euthanasie’,
‘geschiedenis’, ‘euthanasiebeleid/wet’ etc. Er zijn 4 juridisch-ethische zaken die ik wil bespreken,
deze namen zal ik ook gebruiken in mijn zoekterm, namelijk ‘zaak Postma’, ‘zaak Schoonheim’, ‘zaak
Chabot’, zaak ‘Brongersma’.
Verder haal ik informatie uit artikelen van medische tijdschriften als het Nederlands Tijdschrift voor
Geneeskunde (NVTG) en Medisch Contact (MC). Verder zal het tijdschrift Relevant gebruikt worden;
dit is het opiniemagazine van de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE).
Tevens zullen een aantal instanties, zoals de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering
der Geneeskunst (KNMG) en de Nederlandse overheid informatie verschaffen over
gezondheidsrecht, omdat deze kant ook belicht zal worden met de zoektermen ‘euthanasiewet’,
‘geschiedenis’, ‘euthanasiebeleid’, ‘hulp bij zelfdoding’, ‘legalisering’.
Tevens zal aanvullende informatie gehaald worden uit het volgende boek: De normatieve
grondslagen van het Nederlandse euthanasierecht van Esther Pans (12).
Resultaten
1. Definities
Om te beginnen, moeten we de definitie van euthanasie eenduidig aantonen. Daarnaast moeten we
ook een maken met hulp bij zelfdoding om zo tot een goede conclusie te komen. Vervolgens volgt
een uiteenzetting van de rol die euthanasie door de jaren heen heeft gespeeld. Dit zal een
fundamenteel beeld scheppen voor het begrijpen van de ethische en juridische dilemma’s.
1.1 Definitie euthanasie en hulp bij zelfdoding
In het Oudgrieks, waar het woord euthanasie oorspronkelijk vandaan komt, staat het voor goede
(‘eu’) dood (‘thanatos’). In Nederland wordt het begrip euthanasie gedefinieerd als het zelfgekozen
levenseinde met behulp van een arts. De arts kan een middel toedienen aan de patiënt die een
verzoek heeft gedaan, waardoor de patiënt overlijdt; dit verschijnsel wordt ook wel aangeduid als
levensbeëindiging op verzoek. Een andere optie is dat de patiënt een bepaald middel voorgeschreven
krijgt en hij vervolgens inneemt, waardoor hij overlijdt. Dit wordt hulp bij zelfdoding genoemd. Deze
manieren verschillen van elkaar, maar het doel is hetzelfde, namelijk levensbeëindiging van de
betreffende patiënt. De regeling van deze twee methoden staat uitgebreid beschreven in de
euthanasiewet, waar onder andere de eisen en procedures worden toegelicht (3).