De vier functies van het recht
1. De normatieve functie: algemeen belangrijk gevonden normen worden schriftelijk
vastgelegd.
2. De geschil oplossende functie: alleen een rechtelijke organisatie kan oordelen of iemand
moet worden gestraft en zo ja, op welke manier en m.b.v. welke procedure.
3. De additionele (aanvullende) functie: het recht biedt een rechtsregel als partijen
vergeten zijn op een bepaald punt afspraken te maken.
4. De instrumentele functie: de wetgever hakt op verschillende onderwerpen de knoop door
en besluit hoe wij het doen.
Rechtsbronnen
1. de wet
2. het verdrag
3. de jurisprudentie
4. de gewoonte
Privaatrecht = civiel recht = burgerlijk recht
Personen en familierecht: geboorte, huwelijk, geregistreerd partnerschap, echtscheiding etc.
Vermogensrecht: alle op geld waardeerbare handelingen tussen burgers onderling waaraan
juridische gevolgen gevonden zijn.
Ondernemingsrecht: alle regelingen wat ondernemingen en bedrijven betreft.
Burgerlijk procesrecht: regels op het voeren van juridische procedures.
De overheid kan ook als burger optreden. Als de gemeente een auto aanschaft behoort de
overeenkomst tussen de gemeente en de verkoper tot het privaatrecht.
Strafrecht
De staat kan door middel van het OM actief optreden om sancties te eisen bij overtredingen
van de normen. Hierbij bezit de staat een monopolypositie. Alleen het OM kan tot vervolging
van strafbare feiten overgaan.
Staatsrecht
Regelgeving over hoe het staatsbestel wordt vormgegeven en de invloed die de burgers
daarop kunnen uitoefenen (bijv. Grondwet).
Bestuursrecht
Regelgeving met betrekking op de mogelijkheden die de overheid heeft om regulerend op te
treden ten aanzien van de maatschappij.
Nationale wetgever
Wetgever op centraal niveau is met name de nationale wetgever, die is samengesteld uit
enerzijds de regering en anderzijds het Staten generaal (die uit het tweede en Eerste Kamer
bestaan). De wetten van de nationale wetgeving vormen samen die hiervoor genoemde
regelgeving uit Den Haag oftewel het Binnenhof
,Decentrale wetgevers
Decentrale wetgevers treffen we onder meer aan op provinciaal en gemeentelijk niveau.
Ook provincies en gemeenten vaardigen dus wetten uit. Door hen uitgevaardigde regels
dragen echter niet aan de naam ‘’wet’’ maar verordening. Op provinciaal niveau zijn de
Provinciale Staten bevoegd verordeningen voor hun provincie tot stand te brengen. Op
gemeentelijk niveau is de gemeenteraad bevoegd om voor de gemeente in kwestie regels te
maken.
Andere instanties
Naast centrale en decentrale wetgevers zijn er ook nog andere instanties in Nederland
bevoegd wetten uit te vaardigen. Je kunt in dit verband bijvoorbeeld denken aan de Sociaal
Economische Raad de SER, die op grond van de Wet op bedrijfsorganisatie verordeningen tot
stand kan brengen, evenals product en bedrijfschappen op grond van diezelfde wet.
Daarnaast kunnen waterschappen regels uitvaardigen.
Rangorde tussen wetgevende organen
1. Hogere regels gaan boven lagere regels (bijv. verordening provincie gaat voor verordening
gemeente)
2. Bijzondere regels gaan boven algemene regels
3. Jongere regels gaan boven oudere regels
Wet in formele zin vs. wet in materiële zin
Wet in formele zin is een wet die tot stand is gekomen door regering en Staten-
Generaal gezamenlijk.
Wet in materiële zin is iedere regeling van een wetgever die bestemd is voor een
onbepaald aantal personen.
Vergunning zijn en geen wet in formele zin en geen wet in materiële zin.
Verdrag
Bilateraal verdrag: overeenkomst tussen twee staten.
Multilateraal verdrag: overeenkomst tussen meer dan twee staten.
Door toenemende internationalisering van samenleving en markt, worden landen min of
meer gedwongen zo goed mogelijk met elkaar samen te werken
Jurisprudentie
Jurisprudentie betreft rechtspraak. Recht wordt gesproken door een enkele rechter of door
een rechtelijk college. Hun beslissingen worden vonnissen, arresten of uitspraken genoemd.
Een vonnis komt van de rechtbank en een arrest van een gerechtshof of de Hoge Raad. Een
rechter moet duidelijk maken welke uitleg zal moeten worden gegeven aan specifieke
woorden of zinsneden in een bepaling. Deze uitleg wordt behoord tot de rechtsbron
jurisprudentie. De rechter bezit een aantal hulpmiddelen bij het specificeren van de
betekenis van een woord of zinsdeel.
, Interpretatiemethoden
1. De grammaticale interpretatiemethode
Bij de uitleg van een woord knoopt de rechter aan bij de betekenis die het heeft in het
alledaagse spraakgebruik.
2. De wethistorische interpretatiemethode
De rechter beroept zich bij dit hulpmiddel op een passage uit de parlementaire geschiedenis
van de betreffende wet. Wanneer een woord of zinsdeel onduidelijk is, kan de rechter de
parlementaire stukken raadplegen om na te gaan wat de wetgever over het artikel waarin de
onduidelijkheid staat, heeft betoogd.
3. De anticiperende interpretatiemethode
Als bijna zeker is dat een wetsvoorstel wet zal worden, kan een rechter zich in zijn oordeel
alvast op de inhoud van de nieuwe regeling beroepen.
4. De rechtsvergelijkende interpretatiemethode
De rechter kan verwijzen naar een buitenlands rechtsstelsel waarin de betreffende materie
ook is geregeld.
5. De systematische interpretatiemethode
Als de rechter een woord of zinsdeel uitlegt aan de hand van de regeling waarvan die
bepaling onderdeel uitmaakt.
6. De teleologische interpretatiemethode
Hierbij doet de rechter een beroep op de bedoeling die de wetgever met de regelgeving
heeft gehad.
7. Overige interpretatiemethoden
- Precedenteninterpretatie: verwijzen naar eerdere uitspraken van rechters.
- interpretatie naar redelijkheid en billijkheid
Naast de bovengenoemde interpretatiemethode maakt de rechter ook gebruik van
redeneerwijzen. Een redeneerwijze is een bepaalde manier van denken op tot een bepaalde
uitspraak te komen.
1. A-contrarioredenering
Hierbij gaat de rechter ervan uit dat een bepaalde rechtsregel niet van toepassing is, omdat
die regel uitsluitend geschreven is voor de gevallen die uitdrukkelijk in die regel worden
genoemd.
2. Redenering naar analogie
Bij redenering naar analogie stelt de rechter dat een bepaalde kwestie zoveel lijkt op een
andere kwestie waarin de wet wel voorziet, dat deze regel ook van toepassing is op de niet-
geregelde kwestie.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper luuk10. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.