Usability Engineering & User Experience
Hoorcollege 1 – Introductie
Human-centered design:
• An approach to systems design and development that aims to make interactive systems
more usable by focusing on the use of the system and applying human factors/ergonomics
and usability knowledge and techniques.
• Concerned with the design, evaluation, and implementation of interactive computing
systems for human use and with the study of major phenomena surrounding them.
• Process of HCI-design: double diamond model; discover, define, develop, deliver.
• Er zijn methoden en technieken in interactieontwerp om een op de mens gericht ontwerp
van een interactief systeem te maken en evalueren met de focus op usability en user
experience.
Usability:
• Extent to which a system, product or service can be used by specified users to achieve
specified goals with effectiveness, efficiency and satisfaction in a specified context of use.
• Goals:
o Effectief in gebruik (effectiveness): bereikt de gebruiker het gewenste doel?
o Nuttig (utility): beschikt het systeem over de juiste functionaliteit?
o Veilig te gebruiken (safety): beschermt het systeem de gebruiker tegen gevaarlijke
en ongewenste situaties?
o Makkelijk te leren (learnability): is het gebruik van het systeem makkelijk en snel te
leren?
o Efficiënt in gebruik (efficiency): is de inspanning die een gebruiker moet leveren (na
leren) om een taak te volbrengen zo klein mogelijk?
o Makkelijk te onthouden (memorability): is het gebruik van het systeem makkelijk te
onthouden?
Hoe ontwikkel je voor goede usability:
• Early focus on users and tasks.
• Empirical measurement.
• Iterative design.
• Integrated usability.
Affordance: eigenschappen van objecten tonen de mens hoe ze het object moeten gebruiken.
User experience:
• A person’s perceptions and responses that result from the use or anticipated use of a
product, system or service. Includes all the users’ emotions, beliefs, preferences,
perceptions, physical and psychological responses, behaviors and accomplishments that
occur before, during and after use, influenced by: system, user and the context of use.
• Usability is onderdeel van user experience.
,Hoorcollege 2 – Introductie opdracht 1
Hassenzahl & Tractinsky’s drie visies op UX:
• De drie belangrijkste richtingen voor onderzoek naar UX.
• Addressing human needs beyond the instrumental.
• Affective and emotional aspects of interaction.
• Nature of experiences.
Beyond the instrumental:
• Usability bekijkt of de tool werkt voor de gebuiker.
o Zorgen dat een technologie als instrument goed werkt. Dat het de juiste functies
heeft. Dat de gebruiker de gewenste taken effectief en efficient kan vervullen.
• UX gaat verder. Kwaliteit is subjectief, en wordt bepaald door:
o Esthetische kenmerken.
o De ervaring die het als geheel biedt/waarde die het toevoegt: stimulerend, zorgen
voor persoonlijke ontwikkeling, zorgen voor interactie, etc.
Emotion and affect:
• Rol van gevoelens en emoties bij gebruik van technology:
o Als antecedent (voorafgaand aan gebruik).
o Als consequentie van gebruik.
o Als mediator bij gebruik.
The experiental:
• Technologie wordt gebruikt in een context. De ervaring heeft een begin en een eind en wordt
bepaald door:
o Het product.
o Doelen, stemming, verwachtingen etc. van de gebruiker.
o Het specifieke moment (plaats, tijdstip).
Gestructureerd literatuur onderzoek:
• Onderzoeksvraag opstellen.
• Gestructureerd naar literatuur zoeken.
• Kwaliteit van bron bepalen.
• Bronnen selecteren.
• Analyseren en classificeren van bronnen.
• Proces en uitkomst beschrijven.
Keyword search:
• Selecteer de keywords die je gaat gebruiken.
• Selecteer verschillende zoekmachines.
• Bepaal zoekinstellingen.
• Backward search: leer de achtergrond van een construct/theorie/model/onderzoeksgebied.
o Bekijk voor de gevonden resultaten:
▪ Gerefereerde artikelen.
▪ Oudere artikelen van auteurs.
▪ Gebruikte keywords.
• Forward search: vind vervolgstudies, recente ontwikkelingen, nieuwe ontdekkingen.
o Bekijk voor de gevonden resultaten:
▪ Artikelen die er naar refereren.
▪ Recentere artikelen van de auteurs.
, Hoorcollege 3 – Surveys, Interviews & Focus groups
Waarom wel een survey in UX onderzoek?
• Kan inzicht geven in:
o Houding tegenover tools.
o Bewust zijn van gedrag of bestand van opties.
o Doelen en intenties.
o Ervaring van gebruikers.
o Eigenschappen van gebruikers.
• Relatief makkelijk/snel veel reacties verzamelen.
Veelgebruikte vraagsoorten in UX surveys:
• Likert schaal
• Semantic differential:
o Tegenovergestelden die iets over het systeem zeggen.
o Bijvoorbeeld: 5 punten van very easy – very difficult.
Hoe gebruik je surveys in UX onderzoek?
• Als losse onderzoekstool.
• In combinatie met andere methoden (bijvoorbeeld surveys).
• Als onderdeel van een usability test.
Probabilistic sampling bij UX-surveys.
• Random deelnemers selecteren vanuit een lijst met al geregistreerde gebruikers.
• Stratified sampling: een sociaal netwerk stuurt een vragenlijst naar 5 x 1000 gebruikers uit
verschillende leeftijdsgroepen
• Problemen bij probabilistic sampling:
o Sampling errors.
o Coverage errors.
o Measurement errors.
o Nonresponse errors.
Non-probabilistic sampling bij UX-surveys:
• Deelnemers selecteren zonder dat je de hele populatie kent, of gebruik maken van
zelfselectie.
o Bijvoorbeeld: een nieuws-website (zonder registratie) geeft een pop-up vragenlijst bij
elke 5e bezoeker van de site.
• Convenience sampling: meest gebruiker methode voor UX/HCI-onderzoek.
Structuur van een survey: instructies, informed consent, inhoudelijke vragen, demografische vragen,
afsluiting & bedankt.
Voor je de vragenlijst verstuurt:
• Controleer de vragen.
• Doe altijd een pilot, voorduidelijkheid, technische werking, etc.
Standaard surveys voor UX onderzoek:
• QUIS – questionnaire for user interface satisfaction (27 vragen).
• CSUQ – computer system usability questionnaire (19 vragen).
• PUTQ – purdue usability testing questionnaire (100 vragen).
• SUS – system usability scale (10 vragen).
• UEQ – user experience questionnaire (26 vragen).