Wat is een woord? Een woord bestaat uit een combinatie van verschillende klanken of letters die
samen het label vormen voor een betekenis (concept).
> label = een woordvorm
> concept = begrip rondom het woord, betekenis.
Een woord komt bijna nooit alleen voor, maar meestal met andere woorden in specifieke context.
Die vormen samen de gebruiksaspecten van een woord.
Wat wordt er verstaan onder woordenschat? Het geheel van woorden en woordbetekenissen
waarover iemand mondeling en schriftelijk kan beschikken.
> Receptieve of passieve woordenschat: de woorden die we begrijpen.
> Productieve en actieve woordenschat: de woorden die we gebruiken.
Woordenschat is een hecht netwerk van woordvormen en betekenisverbindingen.
Bij het leren van woorden zijn 3 principes te onderscheiden:
1. Labelen: de kinderen leren waar een woord in een bepaalde context naar verwijst.
2. Categoriseren: de kinderen leren het woord ook in een andere context toe te passen.
3. Netwerkopbouw: hierbij gaat het om de relatie met andere woorden.
Woordenschatopbouw: de opbouw van het netwerk van woorden waarover een taalgebruiker
receptief en of productief beschikt.
Woordenschatverwerving: woorden worden geleerd in samenhang met andere woorden. Ze worden
in een netwerk bij elkaar opgeslagen.
Woorden zijn betekenisdragers in een taal. Woordenschat vergroten -> lezen/luisteren/spreken.
Het leren van Nederlands kan via 2 routes lopen:
1. Een nieuw woord voor een bekend begrip: het concept is al in de 1 e taal verworven, de NT2-er
hoeft alleen maar de nieuwe klankvorm op het concept te plakken.
2. Een nieuw woord voor een nieuw begrip: het concept is nog niet in de 1 e taal verworven. Woord,
achterliggende betekenis plus verbindingen met andere woorden moeten van voren af aan geleerd
worden.
Hiërarchische relatie:
(Bijvoorbeeld: kanarie > vogel > dier).
-Een dergelijke ordening speelt bij de opbouw van schoolse kennis een belangrijke rol: ieder concept
heeft een bepaalde plaats in de hiërarchie en op elk niveau worden nieuwe onderverdelingen
gemaakt.
-In het onderwijs leren kinderen steeds meer hiërarchische verbanden tussen concepten. .
Intentionele leersituatie: situaties waarbij vooraf woorden en betekenissen zijn geselecteerd om aan
te bieden. > het leren van woorden is een expliciet doel.
Incidentele leersituatie: de leerling komt onverwacht een onbekend woord tegen. Het automatisch
oppikken van de onbekende woorden uit het taalgebruik. > de leerlingen leren spontaan of buiten de
lessituatie om nieuwe woorden.
Mentale lexion: maakt deel uit van ons langetermijngeheugen waar alle woorden die we onthouden
worden opgeslagen.
, Hoe meer relaties er gelegd zijn bij een woord, hoe dieper de betekenis van een woord is.
Van elk woord bewaren we verschillende eigenschappen:
>semantische informatie: wat een woord betekent
>fonologische informatie: hoe het klinkt, waarop het rijmt.
>morfologische informatie: hoe het kan worden verbogen of vervoegd en hoe er samenstellingen of
afleidingen van gemaakt kunnen worden.
>syntactische informatie: hoe het wordt gebruikt in de zin.
>pragmatische informatie: in welke situaties het woord wordt gebruikt.
>orthografische informatie: hoe het geschreven wordt.
Het mentale lexion kan zich in 2 richtingen uitbreiden, het kan zich verdiepen en verbreden.
Verdiepen: waarbij steeds meer betekenisverbindingen ontstaan (kip, kuikentje, plofkip)
Verbreden: waarbij er steeds meer nieuwe woorden en een grote variatie context bijkomt.
Kerndoel12: de leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen
van voor hen onbekende woorden. Onder ‘woordenschat’ vallen ook begrippen die het leerlingen
mogelijk maken over taal te denken en te spreken.
POWERPOINT 2:
Tekstlinguïstiek: opbouw en taalgebruik.
Fonologie: ieder foneem wordt door een apart grafeem weergegeven (p-e-t).
tak – taak > verschillende betekenissen en klanken.
weergave van een foneem: a/aa. (Nederland kent 34 fonemen)
- Nederland kent 36 grafemen: een letter(combinatie) die verwijst naar een foneem(spraakklank) die
betekenisverschil veroorzaakt.
Morfologie: woorden zijn vaak opgebouwd uit kleine elementen die elk een eigen betekenis hebben.
Deze betekenis dragende elementen noemen we morfemen. (BV: on-wijs > on=niet, wijs=verstandig)
Gebonden morfemen: altijd aan een bestaand woord gebonden. (on, ge,be). Beoordelen (en,je)
Vrije morfemen: een woord (fiets-tas).
Morfologisch principe: uitgaan van de vorm van woorden.
Morfemen: betekenis dragende elementen van een woord.
Semantiek, semantische identiteit: de betekenis van een woord staat centraal.
>belangrijke begrippen bij semantiek: synoniem, antoniem(tegenovergestelde),
hyponiem(subcategorie> tafel,stoel) en hyperoniem(overkoepelend begrip: bank, stoel>meubels).
Syntaxis: grammaticale regels over de plaats van woorden in een zin.
Ik ga naar school > Vandaag ga ik naar school.
- Ander woord voor syntaxis is zinsopbouw.
Pragmatiek: is het vermogen om taalstructuur aan te passen aan de gesprekspartner, de context en
de situatie. > als kinderen hier moeite mee hebben, dan weten ze niet hoe ze de taal moeten
toepassen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nina27. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,89. Je zit daarna nergens aan vast.