Week 7 Ontwikkelingspsychologie (hoogbegaafdheid)
Deel 1: Definitie en modellen
Hoogbegaafdheid definitie
Hoogbegaafde kinderen
= kinderen met ongewoon hoge bekwaamheden in een of meer domeinen
ontwikkelen zich niet alleen sneller dan typische kinderen, maar lijken ook kwalitatief
anders te zijn.
Ze hebben een intense drang om het onder de knie te krijgen, hebben weinig expliciet
onderwijs nodig en, als ze intellectueel begaafd zijn, stellen ze vaak diepe filosofische vragen
De definitie waarin hoogbegaafdheid afhankelijk is van motivatie en dergelijke stelt dat er twee
soorten hoogbegaafdheid zijn:
1.) Actieve hoogbegaafdheid
= manifesteert zich als een uitstekend potentieel op een bepaald gebied, beïnvloedt anderen,
bevordert de productiviteit.
Actieve hoogbegaafde leerlingen hebben gedifferentieerde diensten nodig om hun
potentieel te maximaliseren.
2.) Slapende hoogbegaafdheid
= manifesteert zich wanneer natuurlijke vermogens doorschijnen wanneer het tijd is om
problemen op te lossen, ideeën te produceren of een leider te zijn.
Slapende hoogbegaafde leerlingen hebben rijke, ondersteunende leeromgevingen nodig om
gemotiveerd te worden om hun hoogbegaafdheid naar voren te brengen.
IQ gemeten op schoolleeftijd bleef ongewijzigd op volwassen leeftijd en vertaalde zich
onvermijdelijk in professioneel succes.
Flynn-effect = over de generaties een toename in de IQ-scores
Savant syndroom = zeer bijzondere geestelijke vermogens op één bepaald terrein bij iemand die
autistisch is en/of een verstandelijke beperking heeft.
Hoog intelligent = iq score
Geen diagnose, maar wel een label
Hoogbegaafdheid is geen diagnose, maar wel een label
DSM-5: geen enkele verwijzing meer naar giftedness/HB
HB hanteert vergelijkbare indeling als voor intellectuele
beperkingen:
IQ 130-145 = milde HB (2-3%)
IQ 145-160 = zeer
IQ> 160 = uitzonderlijk
IQ> 180 = extreem HB
, De definitie van hoogbegaafdheid varieert sterk tussen onderzoekers
= sommigen zich richten op intellectuele capaciteiten en anderen op gedragscriteria.
Bron Definitie
Terman Hoog IQ; slechts 1% van de bevolking is hoogbegaafd, tegenover 2% van Stanford-Binet
Passow Een hulpmiddel om succes te behalen op elk sociaal onderscheidend gebied van menselijk streven,
maar zijn gebieden omvatten slechts enkele academische gebieden, zoals talen, sociale
wetenschappen, natuurwetenschappen en wiskunde.
Witty Was inclusiever dan Passow in zijn definitie van hoogbegaafdheid. Witty zei dat uitstekend
potentieel op elk gebied kan worden herkend aan prestaties;
hoogbegaafdheid als prestatiegericht
Gardner Stelde de Theory of Multiple Intelligences voor, die zeven afzonderlijke intellectuele domeinen
identificeert.
Elk van de domeinen van Gardner is gekozen omdat ze een cultureel waardevolle en relatief
autonome reeks probleemoplossende vaardigheden vertegenwoordigen.
Deze intelligenties zijn: taalkundig, muzikaal, logisch, wiskundig, spiritueel, kinesthetisch,
intrapersoonlijk, interpersoonlijk en natuurlijke
Tannenbaum Talent dat alleen bestaat bij volwassenen
Talent Concept stelt voor dat hoogbegaafdheid het potentieel inhoudt om alom geprezen te worden
op gebieden die het menselijk leven verbeteren.
Talent bestaat alleen bij volwassenen en op het gebied van activiteiten die het morele,
fysieke, emotionele, sociale, intellectuele of esthetische leven van de mensheid verbeteren.
Verschillende factoren die van belang zijn om kinderbelofte te koppelen aan volwassen
vervulling.Deze factoren omvatten superieure algemene intelligentie, uitzonderlijke speciale
aanleg, niet-intellectuele facilitators, omgevingsinvloeden en ten slotte toeval of geluk.
Gagne Definieert hoogbegaafdheid als het bezit en gebruik van ongetrainde natuurlijke vermogens in een
mate die een kind tot de top 10% van zijn leeftijdsgroep plaatst. (Staat tegenover Ternman)
Renzulli Maakt onderscheid tussen hoogbegaafdheid op school (=hoge geschiktheid bij het afleggen van
examens) en creatief-productieve hoogbegaafdheid (= de ontwikkeling van origineel materiaal en
producten)
Er is sprake van hoogbegaafd gedrag wanneer er een interactie is tussen drie basisclusters van
menselijke eigenschappen:
1.) bovengemiddeld vermogen,
2.) taakbetrokkenheid (motivatie)
3.) creativiteit.
Meende dat niet-intellectuele factoren ook moeten worden gebruikt om hoogbegaafdheid
te identificeren
, Hoe hebben onderzoekers algemene kenmerken van hoogbegaafde leerlingen gekarakteriseerd
De kenmerken van hoogbegaafde leerlingen
Bron Definitie
Silverman creëerden hoogbegaafde leerlingen hun eigen organisatie. Silverman beschreef een aspect van het
hoogbegaafde zelf als een plek waar onmogelijke dromen worden gerealiseerd, onrealistische
doelen worden bereikt, en dat de visie van hoogbegaafde leerlingen krachtiger is dan de
beperkingen van de werkelijkheid.
Betts en Neihart zeiden dat persoonlijkheid het resultaat is van levenservaringen en genetische make-up. Er is een
wisselwerking tussen de omgeving en het vermogen van de student die vorm geeft aan de
persoonlijke ontwikkeling
Strang wees erop dat de interactie tussen de omgeving en de leerling de reden is dat hoogbegaafde
leerlingen niet als één groep kunnen worden gezien. Integendeel, cultuur, familie, genetica, etc.
spelen een rol bij een hoogbegaafde leerling
Het is echter belangrijk om te bedenken dat de realiteit en ervaringen van hoogbegaafde
leerlingen sterk kunnen variëren, afhankelijk van hun omgeving en levenservaringen.
Persoonlijkheid wordt ook beïnvloed door zowel levenservaringen als genetische make-up.
Verschillende factoren zoals cultuur, familie en genetica spelen een rol bij de ontwikkeling en
capaciteiten van hoogbegaafde leerlingen.
De hechtingsstijl van hoogbegaafde kinderen heeft een grote invloed op hun ontwikkeling en
kenmerken.
Gezinsomgevingen spelen een cruciale rol bij het vormgeven van de kenmerken van
hoogbegaafde leerlingen, waarbij responsieve en gevoelige omgevingen positieve
eigenschappen bevorderen en ongevoelige omgevingen die leiden tot negatieve eigenschappen.
Gevoelig en responsief ouderschap heeft een positieve invloed op de persoonlijkheid van
kinderen
Terwijl ongevoelig en niet-reagerend ouderschap leidt tot moeilijke temperamenten.
Nieuwsgierigheid en doorzettingsvermogen bij hoogbegaafde kinderen zijn gekoppeld aan
veilige gehechtheid, terwijl onderpresteren verband houdt met onveilige gehechtheid.
Adaptief perfectionisme, waarbij men zich inzet voor verbetering, is gekoppeld aan veilige
gehechtheid
Terwijl maladaptief perfectionisme, waarbij onrealistisch hoge normen worden gesteld,
verband houdt met onveilige gehechtheid.