Literatuursamenvatting OWP
Doelen ontwikkelingspsychologisch onderzoek:
- Beschrijven van ontwikkeling
- Begrijpen van ontwikkeling
- Optimaliseren van ontwikkeling
Ontwikkelingscascade opeenvolging van gebeurtenissen die verklaren waarom iemands verleden
leidt tot latere uitkomst
|
Mensen met externaliserende problemen in kindertijd (bv. opstandig, agressief), vertonen op latere
leeftijd vaak internaliserende problemen (bv somberheid)
* kan verklaard worden door problemen in adolescentie (op bv school etc.) door hun probleemgedrag,
waardoor ze uiteindelijk niet het werk kunnen doen wat ze willen en niet het leven hebben wat ze willen
Lifespan benadering (Baltes) lens waardoor ontwikkelingspsychologen proberen ontwikkeling te
begrijpen. Deze benadering gaat uit van paar principes.
Belangrijkste principes van lifespan benadering:
Ontwikkeling…
1. vindt plaats gedurende hele levensloop
2. Is multidirectioneel en – dimensioneel
3. Omvat zowel vooruitgang (gains), als stagnatie of achteruitgang (losses)
4. Wordt gekenmerkt door plasticiteit (ontwikkeling wordt aangepast aan omgeving)
5. Is ingebed in sociale (historische, culturele) context
6. Wordt gedreven door meerdere determinanten
7. Is multi-disciplinair (psychologie, gedragsbiologie, etc.)
Ontwikkelingsprocessen:
1. Rijpen biologische processen
2. Leren habituatie, conditionering, observatie
3. Kiezen zelfregulatie
a. Proces van aandacht, motivatie, gevoel en gedrag dat tot biologisch en sociaal
evenwicht en aanpassing leidt en tot een individueel gewenst resultaat
,Unit 1: Meta theorieën
Ontwikkelingswetenschap onderzoekt stabiliteit en verandering in verschillende psychologische en
sociale domeinen
Ontwikkelingswetenschappen = de studie naar de manieren waarop men verandert of hetzelfde
blijft, van conceptie tot dood
Principes van de Lifespan perspective (Baltes):
1. Ontwikkeling is levenslang
2. Ontwikkeling is multidirectioneel en multidimensionaal
Verschillende mensen volgen verschillende “ontwikkelingspaden” en doen dit op
verschillende tempo’s en manieren. Zelfs binnen eenzelfde persoon kunnen verschillende
dimensies van ontwikkeling op een andere manier veranderen.
3. Ontwikkeling omvat zowel winsten als verliezen
4. Ontwikkeling wordt gekenmerkt door plasticiteit
Plasticiteit gaat om kneedbaarheid – onze potentie om te veranderen en een brede range
aan ontwikkelingspaden te volgen
5. Ontwikkeling is ingebed in historische en culturele context
Ofwel, ontwikkeling wordt beïnvloed door de vele sociale contexten
6. Ontwikkeling is meervoudig bepaald: door verschillende factoren samen (biologisch +
omgeving)
7. Ontwikkeling is multidisciplinair
Balted nam context als paradigma, en stelde daarom drie specifieke systemen op die invloed hebben
op de ontwikkeling.
↓
Ontwikkelingssystemen Baltes:
1. Normatieve leeftijdsinvloeden
└ Age-grade = een specifieke leeftijdsgroep (bv. peuter, puber, adolescent)
└ Je ervaart specifieke age-graded veranderingen, die het verloop van je
ontwikkeling bepalen. Zowel sociaal (bv. start middelbare school) als biologisch
(bv puberteit).
2. Normatieve historische invloeden
└ Cohort = groep mensen geboren in ongeveer zelfde periode
└ Tot welk cohort je behoort bepaalt deels hoe je je ontwikkelt
: denk bv. aan verschil Baby Boomers en Gen-Z
└ History-graded invloeden betreffen zowel omgevingsfactoren (veranderingen
arbeidsmarkt) als biologische factoren (veranderingen in levensverwachtingen)
3. Niet-normatieve invloeden
└ Invloeden op ontwikkeling zoals immigratie of scheiding. Dus ervaringen die
impact hebben op ontwikkeling maar niet in voorspelbaar patroon vallen.
,Ontwikkelingsdomeinen: we veranderen op fysiek (gewicht/lengte), cognitief (IQ/taal) en
psychosociaal (emoties, relaties) gebied.
* Alle drie de domeinen beïnvloeden elkaar!
Domein-gemene invloeden Domein-specifieke invloeden
Het leren van iets levert ook voordelen op andere als je op 1 gebied vooruitgang boekt,
gebieden (bv gewichtheffen helpt ook bij armdrukken) veroorzaakt dat alleen daar
verbetering (niet in algemeen)
Contextuele perspectieven – zoals het lifespan perspectief – veronderstellen dat maatschappelijke
invloeden de ontwikkeling van mensen beïnvloeden (bv. SES, armoede, cultuur)
Cultuur = het geheel van gedeelde taal, kennis, materiële voorwerpen en gedrag
└ Etnocentrisme: overtuiging dat onze eigen cultuur superieur is (bijproduct van opgroeien in
een cultuur)
└ Cultuurrelativiteit: waardering voor culturele verschillen en weten dat culturele praktijken
het best begrepen kunnen worden vanuit het standpunt van die specifieke cultuur
Levensduur: vs. Levensverwachting:
de maximale leeftijd die een lid van een soort verwijst naar de gemiddelde leeftijd
kan bereiken onder optimale omstandigheden die een persoon geboren in een
bepaalde periode wss zal bereiken
Concepties van leeftijd
- Chronologische leeftijd: aantal jaar sinds je geboren
- Biologische leeftijd: hoe snel lichaam verandert
- Psychologische leeftijd: psychologische adaptief vermogen vergeleken anderen van je leeftijd
- Sociale leeftijd: gebaseerd op de sociale normen in onze cultuur; de verwachtingen die er zijn
voor jouw leeftijdsgroep (bv diploma halen)
, Leeftijdsperiodes binnen ontwikkeling:
Leeftijd/periode Omschrijving
Prenataal Van conceptie tot geboorte
- Fysieke ontwikkeling centraal: lichaam
wordt gevormd
- Primaire zorgen: voeding, teratogenen
(omgevingsfactoren die kunnen leiden
tot aangeboren afwijkingen), bevalling
Baby en peutertijd Geboorte – 2 jaar
- Snelle groei en verandering
- Fysieke ontwikkeling centraal, maar
met cognitieve en psychosociale
gevolgen
Vroege kindertijd 2 – 6 jaar
- Snelle ontwikkeling van taal,
zelfbewustzijn en spel
Midden en late kindertijd 6 jaar – begin puberteit
- Formeel leren (op school)
- Maken van interpersoonlijke
vergelijkingen
Adolescentie Begin puberteit – 18 jaar
- Opnieuw snelle groei (zowel fysiek als
psychologisch)
- Puberteit, gekenmerkt door groeispurt
en seksuele maturatie
- Ontwikkeling van identiteit en
wereldbeeld
Ontluikende volwassenheid 18 – 25 jaar
- Tussenfase adolescentie en volwassen
- Zelfstandig & tegelijk weinig
verantwoordelijkheden (en wel back-up
steun)
- Fysieke piek
Vroege volwassenheid 25 – 45 jaar
- Intieme relaties, families vormen, werk