Hoofdstuk 3 uitvoeren
Opdracht 3.1 SW-SMD-B1-K1-W1 – Inventariseert de vraag
naar sociaal werk
1. Gebruik verschillende bronnen om de juiste en voldoende
informatie te krijgen
Voor mijn examen wil ik de volgende 5 informatiebronnen gaan gebruiken:
1. Boek cliënt en omgeving
2. Boek sociaal maatschappelijk dienstverlener
3. PowerPoint en lessen van Nicole
4. Internet
5. Dossier van cliënt
6. Collega’s
7. Cliënt zelf
8. Gemeente
9. Documenten van stage
10. Factsheet van politie over kwetsbaarheid van vluchtelingen
11. Basiscursus VluchtelingenWerk West en Midden-Nederland Inburgering
Ik heb voor de bron internet gekozen, omdat je op internet heel veel informatie kan vinden over de
doelgroep vluchtelingen. De boeken “cliënt en omgeving” en “sociaal maatschappelijk
dienstverlener” geven duidelijke en vertrouwelijk informatie, net zoals de PowerPoint van de lessen
van Nicole. Daarom heb ik voor deze twee bronnen gekozen. Ook heb ik gekozen voor het dossier
van mijn cliënt als informatiebron, want door die gegevens krijg ik een nog duidelijker beeld van wat
de eventuele hulpvraag zou kunnen zijn. Door te praten met mijn collega’s kan ik weer nieuwe
informatie krijgen die niet op internet of in een boek staat. Daarom heb ik voor mijn collega’s
gekozen als informatiebron. Ook omdat ze al veel van de doelgroep vluchtelingen afweten, omdat ze
al een tijdje met deze doelgroep werken. Vervolgens heb ik ook voor mijn cliënt zelf als
informatiebron gekozen, want mijn cliënt kan mij ook van alles vertellen. Daarnaast heb ik gekozen
voor documenten van mijn stage, omdat de gemeente geen antwoord geeft op mijn mail. Op stage
hebben we wel documenten van de gemeente over wat de gemeente doet voor onze
vergunninghouders. Ik heb voor de factsheet van de politie gekozen, omdat dat veel bruikbare
informatie in staat over de kwetsbaarheid van vluchtelingen en waarom ze zo kwetsbaar kunnen zijn.
De informatie uit de basiscursus inburgeren heb ik als informatiebron gekozen, omdat de informatie
recent en betrouwbaar is.
Mail naar de gemeente
Beste meneer/mevrouw,
Mijn naam is Anna Meijer en ik zit op het Horizon College in Hoorn. Ik volg de opleiding Sociaal Werk
en zit nu in leerjaar 2 van de opleiding. Dit jaar ga ik examen doen en voor dit examen moet ik een
doelgroepanalyse maken over de doelgroep vluchtelingen.
In mijn beoordelingscriteria staat dat ik 5 informatiebronnen moet gebruiken, waaronder een van
deze informatiebronnen de gemeente hoort te zijn.
Nu heb ik een aantal vraag waar ik graag antwoord op zou willen krijgen. (Als dat mogelijk is
natuurlijk.)
Hoeveel statushouders wonen/zijn er ongeveer geplaatst in de gemeente Medemblik?
13
, Wat regelt de gemeente allemaal als er een statushouder in de gemeente komt wonen?
Voor welke dingen kunnen statushouders allemaal bijzondere bijstand aanvragen?
Waar helpt de gemeente statushouders verder nog allemaal mee?
Ik hoop van u te horen.
Met vriendelijke groet,
Anna
Helaas heb ik nooit antwoord van de gemeente gekregen, maar op stage hebben we een aantal
formulieren waar informatie over de gemeente op staat. Dus die ga ik gebruiken.
1. Geeft de verkregen informatie duidelijk weer
Bron boek Cliënt en Omgeving
Algemene informatie
Mijn doelgroep analyse gaat over de doelgroep vluchtelingen.
Een vluchteling is iemand die terecht bang is voor vervolging in eigen land. Ze kunnen voor
verschillenden reden vervolgd worden bijvoorbeeld: van wegen ras, godsdienst, nationaliteit,
politieke mening of omdat ze bij een bepaalde groep horen. Voor deze reden kunnen ze een
verblijfsvergunning bepaalde tijd krijgen. Meestal krijgt een vluchteling 3 of 5 jaar de tijd om in te
burgeren in Nederland. Ook kunnen ze een verblijfsvergunning aanvragen in Nederland als ze iets
heel schokkends hebben meegemaakt. Het is ook mogelijk voor vluchtelingen om via de
gezinsherenigingsprocedure een verblijfsvergunning aan te vragen. Maar dat kan alleen als er al 1
gezinslid in Nederland woont en hij de gezinsherenigingsprocedure start. Als de rest van het gezin
dan na de procedure naar Nederland kan komen zijn ook hun verplicht om in te burgeren.
Bron: Cliënt en Omgeving, SWA 3&4 Thema 22 Asielzoekers.
Bron internet
Cijfers van eind 2017
Wereldwijd zijn er 68,5 miljoen mensen op de vlucht. 19,9 miljoen mensen zijn gevlucht vanuit hun
thuisland met daarbovenop nog 5,4 miljoen Palestijnse vluchtelingen. Van die 19,9 miljoen is 6,3
miljoen een Syrische vluchteling. En 39,1 miljoen mensen zijn op de vlucht in hun eigen land.
Eind 2017 wachten er nog 3,1 miljoen asielzoeker op een positief of negatief besluit op hun
asielaanvraag. Van de vluchtelingen wereldwijd wordt 85% opgevangen in een ontwikkelingsland.
In 2017 vragen 651.250 asielzoekers bescherming aan in een EU-land. 1/3 van de 651.250
asielzoekers werd opgevangen in Duitsland. Van deze 651.250 asielzoekers is 16% van Syrische
afkomst. 14.716 mensen vroegen in 2017 in Nederland asiel aan. Het grootste aantal van deze
mensen komt uit Eritrea en Syrië. 2202 mensen komen uit Syrië en 1095 komen uit Eritrea.
14.490 mensen worden herenigd met hun familie in 2017. Op dit moment wonen er 2000.000 tot
250.000 vluchtelingen in Nederland.
Landen van herkomst
De meeste vluchtelingen komen uit Syrië, Eritrea, Iran, Irak, Afghanistan en ook nog een paar uit
Somalië en China. Omdat we op mijn stage niet heel veel te maken krijgen met vluchtelingen uit
Somalië en China zet ik deze twee landen niet in mijn doelgroep analyse.
14