Samenvatting Ontwikkelingspsychologie
Week 1 Baby:
Geboorte
H4.1.2
Geboorte: van foetus tot pasgeborene
Perinatale zorg: de medische zorg aan zwangeren en kinderen rondom de geboorte
- keuze om thuis te bevallen
Apgar-score: een standaard meetsysteem waarmee de gezondheid van een pasgeboren
baby kan worden bepaald aan de hand van verschillende factoren
- richt zich op 5 eigenschappen: huidskleur, hartslag, reflexen, spierspanning en ademhaling
- een score tussen 7-10 wordt als normaal beschouwd
Anoxia: gebrek aan zuurstof naar de hersenen
- gebrek aan zuurstof voor paar sec is niet schadelijk
- zuurstofgebrek van een paar minuten kan leiden tot hersenbeschadiging doordat
hersencellen afsterven
Fysieke verschijning en de eerste kennismaking
De baby is bedekt met vernix; huidsmeer. Dit is een vettige, witte substantie
- tegenwoordig wordt die niet meteen weg gewassen, maar juist een paar dagen erop
gelaten -> antibacteriële werking en temperatuur-regulerende eigenschappen
- lanugo: fijn, donker donshaar
Hechting: het intieme fysieke en emotionele contact tussen ouder/verzorger en kind, dat
volgens sommigen in de periode direct na de geboorte plaats dient te vinden.
- huid-op-huidcontact tussen moeder en kind zou tot diepe, emotionele hechting leiden
- het is niet van cruciaal belang
- wat wel belangrijk is dat de baby wordt gestreeld en gemasseerd -> dit leidt tot aanmaak
van chemicaliën in de hersenen die de groei in werking zetten.
Groei en ontwikkeling
H5.1.1
Fysieke ontwikkeling:
- gemiddeld bij geboorte: 50 cm lang, 3,5 kilo (8 pond)
- na 5 maanden heeft geboortegewicht zich verdubbeld tot ongeveer 7 kilo
- Rond zijn eerste verjaardag weegt een kind een kilo of 10
- Aan het eind van het tweede jaar weegt het kind ongeveer 4 keer zo veel als bij zijn
geboorte
- Aan het einde van eerste levensjaar, gemiddelde baby 75 cm lang
- Tweede levensjaar is gemiddelde baby iets meer dan 90 cm lang
Vier principes van groei:
Cefalo Caudaal principe: het principe dat groei een patroon volgt dat begint met het hoofd
en de bovenste lichaamsdelen en zich vervolgens uitstrekt naar de rest van het lichaam
- boven naar beneden -> eerst hoofd dan romp -> eerst benen dan voeten
Proximodistaal principe: het principe dat de ontwikkeling zich vanuit het centrum van ons
,lichaam naar buiten toe voltrekt
- vanuit het centrum naar buiten -> eerst romp dan ledematen -> eerst armen dan handen
Principe van hiërarchische integratie: het principe dat eenvoudige vaardigheden doorgaans
afzonderlijk en onafhankelijk van elkaar ontwikkelen en later geïntegreerd worden in
complexere vaardigheden
- van eenvoudig naar complex -> eerst afzonderlijke vingerbewegingen, dan grijpen
Principe van onafhankelijkheid van systemen: het principe dat verschillende
lichaamssystemen een verschillend groeitempo kennen
- verschillende systemen kennen een verschillend groeitempo -> lichaamsomvang,
zenuwstelsel en seksuele rijpheid kennen verschillende groeipatronen
H5.1.2
De ontwikkeling van het neuron-netwerk:
Neuronen: de basiscel van het zenuwstelsel
De basiscellen van het zenuwstelsel
Bevatten en cellichaam met een nucleus of celkern
Onderlinge communicatie via dendrieten en axonen
Dendrieten ontvangen boodschappen van andere cellen
- Bevinden zich in een cluster aan één uiteinde van het neuron
- Ieder neuron bevat meerdere dendrieten
Axonen bevatten boodschappen voor andere cellen
- Bevinden zich aan het andere uiteinde van het neuron
- Één axon per neuron
Neuronen raken elkaar niet, communiceren middels neurotransmitters
- Chemische boodschappers
- Reizen door kleine spleten tussen de neuronen: synapsen (Omvang neuronen blijft
na de geboorte toenemen.)
- Steeds meer dendrieten
- Axonen worden bedekt met myeline -> een vettige substantie die bescherming biedt
en de overdracht van zenuwsignalen versnelt
Baby’s hebben bij de geboorte 100-200 miljard neuronen
- Relatief weinig verbindingen tussen neuronen
In de eerste twee levensjaren: miljarden nieuwe verbindingen tussen neuronen
- Netwerk wordt steeds complexer
Baby’s worden geboren met meer neuronen dan ze nodig hebben. Er ontstaan ons hele
leven lang nieuwe synapsen
- Als gevolg van veranderende ervaringen
- De miljarden nieuwe synapsen in de eerste twee levensjaren, hebben we lang
niet allemaal nodig
Neuronen die geen verbindingen vormen met andere neuronen terwijl het kind steeds
meer ervaringen opdoet, sterven af of Snoeien
- Hierdoor wordt het zenuwstelsel efficiënter
- Andere verbindingen worden versterkt door activatie bij ervaringen
- Als de ervaringen bepaalde zenuwverbindingen niet stimuleren, worden ze ook
gesnoeid
, Resultaat groeien en snoeien
- Geactiveerde neuronen kunnen uitgebreidere communicatienetwerken vormen met
andere neuronen
Tijdens het groeien zijn de neuronen van een baby in beweging: ze groeperen zich naar
functie
- sommige neuronen verplaatsen zich naar hersenschors, de bovenste laag van de
hersenen.
- Anderen neuronen komen onder de hersenschors terecht
Hoewel de schedel de hersenen beschermt, zijn de hersenen hoogst gevoelig voor typen
letsel
- zeer ernstig letsel zijn we terug bij syndroom shaken baby syndroom. Dit syndroom
kan zich voordoen als een verzorger een baby hardhandig door elkaar schudt. De
baby wordt dan zodanig geschud dat het hoofd wild heen en weer beweegt, wat leidt
tot beschadigingen van hersenen, bloedvaten en zenuwen.
- de resultaten van deze vorm van kindermishandeling -> kans op blindheid,
gehoorverlies, spraakstoornissen en het ergste geval de dood
Omgevingsinvloeden op de ontwikkeling van de hersenen
De ontwikkeling van de hersenen is ook zeer gevoelig voor omgevingsinvloeden
- Plasticiteit: de mate waarin een zich ontwikkeld gedragspatroon of fysieke structuur
veranderbaar is, vooral als gevolg van ervaringen, is een belangrijk kenmerk van de
hersenen
- zonder plasticiteit onmogelijk om opgedane kennis op te slaan
- Tijdens de eerste 2 levensjaren is deze plasticiteit het grootst, omdat zoveel gebieden van
de hersenen nog niet voor specifieke taken ontwikkeld zijn. Zo kan indien nodig de taak van
een gekwetst gebied door andere gebieden worden overgenomen.
Baby’s met hersenletsel herstellen vollediger en hebben minder schade dan volwassenen.
- Gevoelige periode: een afgebakende tijdspanne, meestal vroeg in het leven, waarin
mensen extra gevoelig zijn voor omgevingsinvloeden en sterk ontvankelijk zijn voor het leren
van specifieke vaardigheden.
Motorische ontwikkeling
H5.2.1
Reflexen: onze aangeboren fysieke vaardigheden
Reflex: niet-aangeleerde, gestructureerde, onvrijwillige respons die automatisch optreedt in
de aanwezigheid van bepaalde stimuli
- 9 reflexen direct na de geboorte aanwezig. Veel reflexen verdwijnen na 2 a 4 maanden
weer
- reflexen dienen vaak om te overleven en het welzijn van het kind te verbeteren
Fundamentele reflexen:
● zoekreflex (snuffel reflex) -> verdwijnt na 3 weken -> neiging om het hoofd in de
richting te draaien van dingen die de wang raken -> functie: inname van voedsel