EXAMEN C
SOCIAAL MAATSCHAPPELIJK DIENSTVERLENER
17OSWA
11-06-2019
VluchtelingenWerk Westfriesland
Anna
,Inhoudsopgave
Inleiding.............................................................................................................................2
Hoofdstuk 1 oriëntatie........................................................................................................3
1.1 Omschrijf de opdracht...................................................................................................3
1.2 Omschrijf het werkproces..............................................................................................3
1.3 Wat is het resultaat......................................................................................................3
1.4 Wat heb ik nodig...........................................................................................................3
1.5 Wat is mijn leerdoel......................................................................................................4
Hoofdstuk 2 plannen...........................................................................................................8
Planning 2.1 SW-SMD-P1-K1-W3- Verricht informatie-, advies- en
voorlichtingswerkzaamheden ten behoeve van de cliënten.................................................8
Planning 2.2 SW-SMD-B1-K1-W3- Versterk de eigen kracht van de doelgroep.....................9
Planning 2.3 SW-SMD-B1-K1-W4 – Behartigt belangen.......................................................9
Planning 2.4 SW-SMD-B1-K1-W5- Bevordert samenwerking en versterkt netwerk............10
Hoofdstuk 3 uitvoeren.......................................................................................................11
SW-SMD-P1-K1-W3-Verrischt informatie-, advies- en voorlichtings- werkzaamheden ten
behoeve van de cliënten...................................................................................................11
1. Verantwoordt de gekozen vorm van voorlichting geven................................................11
2. Verantwoordt de manier waarop informatie is afgestemd op de doelgroep..................12
3. Verantwoordt hoe hij brede en specialistische kennis van psychosociale problematiek
van relevante cliëntgroepen toegepast heeft....................................................................13
4. Verantwoordt hoe hij brede en specialistische kennis van sociale systemen en
gezinssystemen in relatie tot de ondersteuning van cliënten/cliëntgroepen toegepast heeft
.........................................................................................................................................14
SW-SMD-B1-K1-W3-Versterkt de eigen kracht van de doelgroep......................................15
1. Brengt netwerk op methodische wijze in kaart..............................................................15
2. Beschrijf het belang van het versterken van de eigen kracht van de cliënt/doelgroep. .15
3. Beschrijft hoe hij de eigen kracht van de cliënt/doelgroep heeft versterkt.....................16
4. Beschrijf hoe hij rekening houdt met de achtergrond en cultuur van de cliënt...............17
5.1 Reflectie SW-SMD-P1-K1-W3-Verrischt informatie-, advies- en voorlichtings-
werkzaamheden ten behoeve van de cliënten...................................................................18
5.2 Reflectie SW-SMD-B1-K1-W3-Verstekrt de eigen kracht van de doelgroep..................19
5.3 Reflectie SW-SMD-B1-K1-W4-Behartig belangen.........................................................19
1
,5.4 reflectie SW-SMD-B1-K1-W5-Bevordert samenwerking en versterkt netwerken..........20
Bibliografie.......................................................................................................................29
Bijlage..............................................................................................................................30
Inleiding
In hoofdstuk 1 van mijn examen C staat de oriëntatie. Daarin heb ik voor alle vier de examen
opdrachten uitgewerkt wat de opdracht precies is, en het werkproces wat bij die opdracht hoort in
mijn eigen woorden uitgewerkt. Er staat er bij elke opdracht wat het resultaat moet zijn, en wat ik
ervoor nodig heb om die opdracht te behalen/uit te voeren. Bij elke examen opdracht heb ik twee
leerdoelen. Een kennisdoel en een gedragsdoel. Daarna in hoofdstuk 2 kunt uw een planning inzien
die ik voor elke examen opdracht heb gemaakt. Vervolgens in hoofdstuk 3 kunt uw de uitvoering van
alle vier de examens lezen. Hoofdstuk 3 begint met de voorlichting van examen opdracht SW-SMD-
P1-K1-W3 – Verricht informatie-, advies- en voorlichtings- werkzaamheden ten behoeve van de
cliënten. Daarna komt de uitwerking van examen opdracht SW-SMD-B1-K1-W3- Versterkt de eigen
kracht van de doelgroep. Van de andere twee hoefde geen verslag gemaakt te worden. Dan komt
hoofdstuk 5 waar uw de reflectieverslagen van examen C kan lezen. In de literatuurlijst staan alle
bronnen die ik voor mijn examen heb gebruikt. In de bijlage zijn er formulieren te zien die ik heb
gebruikt voor mijn examen.
Veel leesplezier!
Anna
2
,Hoofdstuk 1 oriëntatie
Opdracht SW-SMD-P1-K1-W3 – Verricht informatie-, advies- en voorlichtings- werkzaamheden ten
behoeve van de cliënten
1.1 Omschrijf de opdracht
De SMD’er organiseert een bijeenkomst voor cliënten en geeft voorlichting over regelingen,
procedures en voorzieningen met betrekking tot de problematieken. De SMD’er brengt de informatie
begrijpelijk over zodat de informatie duidelijk is voor de cliënten en de cliënten weten wat ze er mee
kunnen doen. De SMD’er verspreid (zelfgemaakte) informatie. Ook schrijft de SMD’er een
verantwoordingsverslag waarin de verantwoording wordt afgelegd over de gemaakte keuzes bij het
geven van de voorlichting.
Neem hierin op:
De situatie waarin je de voorlichting hebt gegeven (kort)
De taken die je hiervoor hebt uitgevoerd (kort)
Een onderbouwing van iedere keuze vanuit de onderstaande vakkennis en vaardigheden:
1. Brede specialistische kennis van psychosociale problematiek van relevante cliëntgroepen
2. Brede specialistische kennis van sociale systemen en gezinssystemen in relatie tot de
ondersteuning van cliënten/cliëntgroepen
Gedrag van de sociaal werker:
- Geeft passende informatie, advies en voorlichting aan cliënten
- Stemt informatie en manier van informatieoverdracht af op de specifieke cliëntgroep. Houd
hiermee rekening met cultuur, sekse, geloof en inkomen
- Geeft geschikte advies
- Stimuleert de cliënt zich te ontwikkelen en zijn grenzen te verkennen en te verleggen
- Speelt adequaat in op verbalen en non-verbale signalen
- Checkt regelmatig of de aansluiting met het publiek er nog is
- Maakt passende keuzes om de doelgroep te bereiken
- Benadert vragen/problemen vanuit verschillende gezichtspunten
1.2 Omschrijf het werkproces
De SMD’er geeft informatie, advies en/of voorlichting aan cliënten over bepaalde problematiek en de
mogelijkheden om deze zelf of met hulp van andere of met professionele hulp aan te pakken. De
SMD’er organiseert de voorlichtingsbijeenkomst waarin er gerichte informatiegegeven wordt over
regeling, procedures en voorzieningen en er wordt informatiemateriaal verspreid. De SMD’er brengt
de informatie begrijpelijk en toegankelijk over en laat de informatieoverdracht aansluiten bij de
mogelijkheid van de doelgroep.
1.3 Wat is het resultaat
De doelgroep is op een doelgerichte en duidelijke wijze voorgelicht en geïnformeerd. De SMD’er
heeft hiertoe een voorlichtingsbijeenkomst georganiseerd en informatiemateriaal verspreid,
afgestemd op de achtergrond en omstandigheden van de cliënt.
1.4 Wat heb ik nodig
Cliënten
Stagebegeleider om mij te beoordelen
Voorbereiden van de voorlichting
Informatie over de cliënten
Een rustig omgeving
3
, Mijn beoordelingsformulier voor mijn examen
Weten waar de cliënten moeite mee hebben en baad bij hebben om over te leren
1.5 Wat is mijn leerdoel
Kennisdoel: ik weet voordat ik met mijn voorlichting begin welke informatie en adviezen handig zijn
om te weten voor mijn cliënten. Zodat ik mijn voorlichting op hun behoefte en problematiek kan
afstemmen.
Gedragsdoel: ik kan tijdens mijn voorlichting letten op de verbalen en non-verbalen signalen van mijn
cliënten, zodat ik daarop kan inspelen tijdens de voorlichting.
4
,Opdracht SW-SMD-B1-K1-W3- Versterkt de eigen kracht van de doelgroep
1.1 Omschrijf de opdracht
Kies een cliënt waarbij je dit examen gedurende een vooraf afgesproken periode gaat uitvoeren.
Begeleid deze cliënt bij het vinden van eigen oplossingen voor problemen en help hem daarmee de
regie over zin eigen leven te voeren. Stem dit af op de hulpvraag en leg de focus op de doelen die de
cliënt wil bereiken. Breng samen met de cliënt de kwaliteiten, talenten en kracht in beeld.
Ondersteun de cliënt om vaardigheden (verder) te ontwikkelen, keuzes te maken en/of
ondersteuning in te schakelen waar nodig is. In overleg met de cliënt stuur je waar nodig de aanpak
bij. Schrijf een begeleidingsverslag over de geboden ondersteuning. Breng netwerk, die bij de
begeleiding van de cliënt gebruikt kunnen worden methodische in kaart.
Gedrag van de sociaal werker:
- Ondersteunt de cliënt daadkrachtig en enthousiast
- Stemt zijn communicatie, gedrag en omgangsvormen af op de cliënt
- Houdt rekening met de verschillen in de achtergrond en cultuur
- Brengt netwerk op methodische wijze in kaart
- Maakt bij taalprobleem gebruik van non-verbalen communicatie en/of visuele
communicatiemiddelen, passend bij de communicatiestijl van de gesprekspartner
- Stelt open, reflecteerde vragen
- Checkt of de cliënt hem begrepen heeft
1.2 Omschrijf het werkproces
De SW’er brengt samen met de cliënt kwaliteiten, talenten en kracht in beeld en faciliteert
betrokkene bij het vinden van eigen oplossingen en het voeren van de regie over zijn/hun leven. De
SW’er ondersteunt betrokkene om vaardigheden (verder) te ontwikkelen, keuzes te maken, steun in
te schakelen vanuit de eigen omgeving en te vertrouwen op de eigen krachten en die van hun
omgeving om (persoonlijke) doelen te behalen. De SW’er blijft overzicht houden en blijft focussen op
gestelde (maatschappelijke) doelen. In overleg met de cliënt stuurt de SW’er de aanpak eventueel
bij.
1.3 Wat is het resultaat
De SW’er heeft de eigen kracht van de cliënt effectief gestimuleerd en ondersteund.
1.4 Wat heb ik nodig
Een cliënt
Mijn stagebegeleider
Mijn beoordelingsformulier voor mijn examen
Weten wat het doel is van mijn cliënt
De hulpvraag SMART geformuleerd
Tussentijdse evaluatiegesprekken met mijn cliënt
1.5 Wat is mijn leerdoel
Kennisdoel: ik weet wat de hulpvraag van mijn cliënt is voordat ik met deze examen opdracht begin.
Gedragsdoel: ik kan tussentijdse evaluatiegesprekken houden met mijn cliënt en aan de hand van
deze gesprekken waar nodig is bijsturen en de cliënt meer of minderen ondersteun. Dit ga ik doen
tijdens mijn examenopdracht.
5
,SW-SMD-B1-K1-W4- Behartigt belangen
1.1 Omschrijf de opdracht
Ondersteun de cliënt gedurende een vooraf vastgestelde periode bij het maken van afwegingen en
keuzes bij het behartigen van zijn/hun belangen.
Verzamel vanuit verschillende bronnen informatie over de cliënt.
Stel samen met de cliënt vast welke belangen er zijn en hoe deze het beste behartigd kunnen
worden.
Ondersteun de cliënt bij het maken van keuzes en help betrokkene de gevolgen van keuzes
te overzien.
Neem indien nodig, in overleg met collega’s activiteiten van de cliënt geheel of gedeeltelijk
over.
Gedrag van de sociaal werker:
- Toont empathie voor de moeilijkheden van de cliënt
- Treedt doortastend op
- Is vasthouden in het bereiken van zijn doelen
- Onderzoekt verschillende mogelijkheden/oplossingsstrategieën ten behoeve van de cliënt
1.2 Omschrijf het werkproces
De SW’er ondersteunt de cliënt bij belangenbehartiging. De Sw’er informeert de betrokkene over de
stappen die gezet kunnen worden bij het opkomen voor de eigen belangen en stimuleert de cliënt
om deze stappen zelf te zetten. Hij doet handreikingen en/of geeft instructies. De Sw’er ondersteunt
de client bij het maken van afwegingen en helpt betrokkene de gevlogen van keuzes te overzien. De
SW’er neemt, in overleg met collega’s, activiteiten geheel of gedeeltelijk over wanneer de cliënt
daartoe niet zelf in staat is. De SW’er volgt op de achtergrond of gewenste resultaten behaald
worden.
1.3 Wat is het resultaat
De SW’er heeft de cliënt effectieve ondersteuning geboden bij het behartigen van zijn/hun belangen.
1.4 Wat heb ik nodig
Mijn stagebegeleider om mij te beoordelen.
Mijn beoordelingsformulier voor mijn examen
Een cliënt
Een hulpvraag van de cliënt
1.5 Wat is mijn leerdoel
Kennisdoel: ik weet welke belangen mijn cliënt heeft voordat ik aan deze examenopdracht begin.
Gedragsdoel: ik kan de cliënt monitoren bij het behalen van hun doel en waar nodig is kan ik
ingrijpen en/of bijsturen. Dit kan ik tijdens het uitvoeren van mijn examen.
6
, SW-SMD-B1-K1-W5- Bevordert samenwerking en versterkt netwerk
1.1 Omschrijf de opdracht
Begeleid een cliënt bij het aangaan van samenwerkingsverbanden en het versterken van zijn
netwerk. Kies in overleg met je begeleider een cliënt, met gelijksoortige kenmerken en/of
problematiek, die je gaat ondersteunen in het samenwerken met derden. Denk daarbij aan partners,
medeburgers, mantelzorgers, sociale netwerk, vrijwilligers initiatieven en wijkverbanden. Hierdoor
wordt de cliënt in staat gesteld een eigen netwerk op te bouwen. Stel in overleg met de cliënt vast
welke vorm van samenwerking gewenst is en met wie. Je ziet toe op het proces van samenwerking.
Zo nodig verwijs je de cliënt door naar andere instanties.
Gedrag sociaal werker:
- Is proactief in het benutten van kansen
- Kiest een juiste balans tussen zelf doen, coördineren en uit handen geven
- Toont belangstelling voor de opvatting en standpunten van de individuen/groep
- Streeft overeenstemming na door doelgericht toe te werken naar win-win situaties
- Staat open voor andere benaderingen
- Brengt informatie helder en begrijpelijk over
1.2 Omschrijf het werkproces
De SW’er informeert, stimuleert en activeert de cliënt om samenwerking en verbinding te zoeken
met mogelijke partners zoals andere medeburgers, mantelzorgers, sociale netwerk,
vrijwilligersinitiatieven en wijkverband. De Sw’er rust de cliënt toe om zo zelfstandig mogelijk
samenwerkingsrelaties aan te gaan en te benutten, door te informeren, te ondersteunen en te
faciliteren. In voorkomen situaties verwijst hij de cliënt door naar andere instanties. De SW’er
bevordert afstemming binnen en tussen formele en informele ondersteuning.
1.3 Wat is het resultaat
De SW’er heeft de cliënt effectief ondersteund bij het samenwerken met de derden. Netwerken zijn
versterkt.
1.4 Wat heb ik nodig
Mijn stagebegeleider om mij te beoordelen
Een cliënt
Mijn beoordelingsformulier voor mijn examen
Misschien meerdere cliënten
1.5 Wat is mijn leerdoel
Kennisdoel: ik weet met welke groep mijn cliënt wil samenwerken om zijn/haar netwerk te
vergroten. Dit weet ik voordat ik met deze examenopdracht ga beginnen.
Gedragsdoel: ik kan de juiste keuze maken in mijn cliënt het zelf laten doen, mijn cliënt coördineren
of iets uit handen geven. Dit kan ik aan het einden van deze examenopdracht.
7