100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Samenvatting CCVX BIOLOGIE €10,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting CCVX BIOLOGIE

 4 keer verkocht

samenvatting voor CCVX biologie examen

Voorbeeld 4 van de 91  pagina's

  • 2 april 2023
  • 91
  • 2022/2023
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (2)
avatar-seller
prrpiew
Biologie VWO


Boek 4a
Thema 1 - Basisstof 4: Ordening van de diversiteit van leven


Eukaryoten: bevatten een celkern en andere organellen. Worden ingedeeld in rijken zoals:
schimmels, planten en dieren. Organismen uit de rijken schimmels, planten en dieren zijn
altijd meercellig.


Bassistof 5: Natuurwetenschappelijk onderzoek
Goed onderzoek is betrouwbaar en valide:
Betrouwbaar onderzoek → betekent dat de resultaten van het onderzoek zo min mogelijke
toevallige fouten bevat. Wanneer een meting of onderzoek wordt herhaald, levert dat zo
veel mogelijk dezelfde resultaten op.
Valide → betekent dat het onderzoek zo min mogelijk systematische fouten bevat.
Voorbeeld: blz. 39

Thema 2 – Bassistof 3: Plantaardige cel

Plastiden → in het cytoplasma van de plantaardige cel kunnen plastiden voorkomen.
Plastiden vormen een groep organellen die bij planten en sommige protisten voorkomen.
We onderscheiden 3 typen plastiden: chloroplasten (bladgroenkorrels), chromo plasten
(kleurstofkorrels) en leukoplasten, waartoe de zetmeelkorrels horen.

Basisstof 4: weefsels en organen
Stamcellen → cellen die nog niet (volledig) zijn gespecialiseerd noemen we stamcellen.
Stamcellen kunnen zich in een specifiek celtype ontwikkelen. (zoals bijvoorbeeld
zenuwcellen of spiecellen). We spreken van Embryonale stamcellen.
Maar ook allerlei organen blijken stamcellen te bevatten. Zo bevat beenmerg stamcellen die
kunnen uitgroeien tot verschillende bloedcellen.

Weefsel → Een groep cellen met dezelfde vorm en functie.

Orgaan → Is een deel van een individu met een of meer functies.

Orgaanstelsel → bestaat uit een aantal organen die samen een bepaalde functie
uitoefenen.

,Basisstof 5: De celorganellen
Kernporie → Een kernporie bestaat uit een groep eiwitten die het
transport van stoffen in en uit de kernplasma regelt.

Lysosomen → lysosomen bevatten enzymen die stoffen afbreken.
Lysosomen kunnen samensmelten met andere blaasjes en stoffen
in die blaasjes verteren.

Mitochondriën → bezitten een dubbel membraan, waarvan het binnenste sterk geplooid is.
in mitochondriën vinden reacties plaats waarbij energie vrijkomt. In het celplasma kunnen
eiwitten, vetten en koolhydraten zoals glucose worden afgebroken tot een stof die
pyrodruivenzuur heet. Mitochondriën nemen deze stof op. Via een aantal reacties wordt
pyrodruivenzuur afgebroken tot koolstofdioxide en water. Voor deze afbraak is zuurstof
nodig en er komt energie bij vrij. De vrijgemaakte energie wordt tijdelijk opgeslagen in
moleculen van de stof ATP

De bouw van membranen
Fosfolipiden → zijn vetachtige stoffen en te vergelijken met zeepmoleculen. De ene kant van
een fosfolipiden molecuul is in water oplosbaar (hydrofiel), terwijl de andere kant juist
waterafstotend is (hydrofoob). De hydrofiele kant wordt gevormd door een fosfaatgroep en
de hydrofobe kant door twee lange koolstofketen. Een van de twee ketens is afkomstig van
een verzadigd vetzuurmolecuul. Een verzadigde vetzuren hebben een rechte keten. De
andere is afkomstig van een onverzadigd vetzuur. Bij onverzadigde vetzuren zit er een knik in
de keten.

In een membraan ligt een groot aantal eiwitmoleculen. Het celmembraan bevat cholesterol,
dat een rol speelt in de stevigheid van de membranen. Membranen zijn ondoordringbaar
voor veel stoffen. Alleen sommige vetten en een aantal kleine moleculen zoals zuurstof,
stikstok en koolstofdioxide kunnen membranen ongehinderd passeren. Watermoleculen zijn
erg klein en kunnen membranen wel passeren, maar dit gaat relatief traag.
Het opnemen en afgeven van veel stoffen wordt gereguleerd door de eiwitten in het
membraan. Celmembranen zijn selectief permeabel, dat wil zeggen dat ze bepaalde stoffen
wel en andere stoffen niet doorlaten.

Basisstof 6: diffusie en osmose
Concentratie → geeft de hoeveelheid opgeloste stof in een bepaalde hoeveelheid
oplosmiddel aan.

Diffusie → is de verplaatsing van een stof van een plek met een hoge concentratie naar een
plaats met een lage concentratie van die stof. Diffusie vindt plaats in gassen zoals lucht en in
vloeistoffen zoals water. Diffusie ontstaat doordat de moleculen van de gassen of van de
vloeistoffen bewegen. Deze bewegingen zijn ongericht . elk molecuul beweegt in rechte lijn
tot het tegen een ander molecuul botst. Door de botsing verandert de richting van de

,beweging. Hierdoor bewegen moleculen naar alle kanten door de ruimte die de vloeitstof of
het gas inneemt. Door diffusie ontstaat een gelijkmatige (homogene) verdeling van
moleculen over de beschikbare ruimte.

Osmose → Diffuie kan ook optreden als vloeitstoffen of gassen zijn gescheiden door een
wand met poriën. De moleculen zijn kleiner dan de openingen waardoor ze door de want
heen kunnen. Zo’n wand noemen we doorlatend of permeabel.

Sommige stoffen zoals zuurstof en koolstofdioxide kunnen membranen vrijwel ongehinderd
passeren. Het transport van deze stoffen in en uit de cel gaat via diffusie. De moleculen van
veel andere stoffen kunnen niet zonder meer een membraan passeren. Omdat sommige
stoffen wel door een membraan gaan en andere niet, noemen we membranen selectief
permeabel.

Het aantal deeltjes van een opgeloste stof geeft de oplossing een bepaalde osmotische
waarde. Hoe meer deeltjes zich in de oplossing bevinden, hoe hoger de osmotische waarde
is. H2et maakt hierbij niet uit welke stof is opgelost, alleen het aantal deeltjes telt.
Osmose is te omschrijven als de verplaatsing van water door een selectief permeabel
membraan, van een plaats met een lage osmotische waarde naar een plaats met een hoge
osmotische waarde. Bij osmose vindt alleen verplaatsing van watermoleculen plaats, niet
van de opgeloste stof.

Basisstof 7: membranen en het transport van stoffen
Eiwitten in membranen hebben verschillende functies. naast eiwitten die zorgen voor het
transport van stoffen, zijn er ook eiwitten die als enzym functioneren, als receptor voor
signaalstoffen en voor de herkenning van cellen (cel herkenning).

Passief transport → het transport van stoffen kun je indelen in passief transport en actief
transport. Voor passief transport is géén energie nodig. Passief transport verloopt altijd van
een hoge naar een lage concentratie. Diffusie en osmose zijn voorbeelden van passief
transport.

Een membraan van fosfolipiden is vrijwel ondoordringbaar voor water. Een speciaal
membraaneiwit, aquaporine (aqua = water, porine = water) of waterkanaaltje, regelt de
doorlaatbaarheid van membranen voor water.
Hoe meer aquaporines een cel beavt, hoe sneller osmose kan plaatsvinden. Ook voor andere
stoffen zoals veel verschillende ionen bestaan porie-eiwitten. Het transport via een pori-
eiwitten gaat altijd van een hoge naar een lage concentratie.
Andere eiwitten in het membraan functioneren als transporteiwit, bijvoorbeeld voor
glucose. Er is nu geen porie waar de moleculen doorheen gaan, maat het molecuul bindt aan
het eiwit. Hierdoor verandert de vorm van het eiwit waardoor het molecuul het membraan
kan passeren.

, Actief transport → Voor transport tegen het concentratieverschil is energie nodig. De
energie wordt meestal geleverd door ATP-moleculen. Wanneer transport plaatsvindt tegen
de concentratie gradiënt in, is er energie nodig en spreken we van actief transport.

Transport via blaasjes
Fagocytose → wanneer via een blaasje (endosomen) voedsel wordt opgenomen spreken we
van fagocytose. Fagocytose is een actief proces. De voedselopname bij eencelligen zoals
pantoffeldiertjes en amoeben vindt op deze manier plaats.
In de cel versmelt het endosoom met een lysosoom, waarna enzymen uit het lysosoom de
stoffen in het endosoom verteren. Via
transportenzymen komen de verteringsproducten in
het cytoplasma.

Het cytoskelet
Binnen in cellen bevindt zich een netwerk van vezelige
eiwitten. Deze vezels geven vorm aan een cel en
maken beweging in de cel mogelijk. Dit netwerk van
vezels wordt het cytoskelet genoemd. Twee van deze
soorten vezels zijn micro-tubuli en microfilamenten.

Basisstof 8: Stevigheid door osmose
Turgor → druk om de celwand van een plantencel door opname van water. Zorgt ook voor
stevigheid.

Basisstof 9: Celdeling
Cellen kunnen zich reproduceren door celdeling. De celdeling is eigenlijk maar een klein deel
van alle processen die noodzakelijk zijn voor de reproductie van de cel. Na een celdeling zijn
uit een moedercel twee identieke cellen ontstaan, de dochtercellen.
In alle weefsels komen cellen voor die nog niet zijn gespecialiseerd tot het weefseltype
waarin ze voorkomen. Dit zijn stamcellen

Celcyclus
Een celdeling begint met de deling van de kern. De kerndeling heet mitose. Na de mitose
snoert de cel tussen de kernen in en ontstaan twee nieuwe cellen.

M-fase → Tijdens de M-fase zijn de chromosomen met een
lichtmicroscoop te zien. De periode tussen twee celdelingen
heet de interfase.

Interfase → Tijdens de interfase zijn de chromosomen niet
te zien met een lichtmicroscoop.

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper prrpiew. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 69066 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€10,99  4x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd