Contractenrecht 2016/2017
Week 3
3. Week 3 – Rechtsgevolgen van overeenkomsten: beperking (I)
3.1 Belangrijke data
12 t/m 16 september 2016 Bestuderen literatuur, jurisprudentie Voorbereiden
weekopdrachten
19 september 2016 – 11.00 uur Hoorcollege
20 t/m 23 september 2016 Werkgroepen (zie voor tijdstip en actuele locatie rooster.vu.nl)
3.2 Korte omschrijving van de inhoud
Het belangrijkste leerstuk dat in dit kader aan bod komt in deze week, is het algemene leerstuk van de
beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid. Dat leerstuk kent een aantal specifieke uitwerkingen
waarvan er deze week één zal worden besproken: de beperking van het beroep door een van partijen op een
(mogelijk onredelijk bezwarend) beding in de tussen partijen overeengekomen (zie daarover week 1)
algemene voorwaarden.
3.3 Voorbereiding op het hoorcollege en de werkgroep: algemene instructie
• Lees eerst par. 3 (‘Opzet, planning en organisatie van het onderwijsleerproces’) van de
Cursushandleiding Contractenrecht 2016-2017 (zie Blackboard onder map Cursusinformatie). Lees
vooral par. 3.2 (‘Zelfstudie en opdrachten’).
• Bestudeer vervolgens de literatuur en jurisprudentie die staat opgesomd in par. 3.4 en 3.5 hieronder. De
in par. 3.6 opgesomde zelfstudiehulpvragen kunnen hierbij behulpzaam zijn.
3.4 Voorbereiding op het hoorcollege en de werkgroep: te bestuderen literatuur
• Rechtshandeling & Overeenkomst
- hoofdstuk 6, nrs. 239-246, 247 en 252-255 (verplicht) en 246a en 255a-257 (alleen aanbevolen);
hoofdstuk 7, nrs. 276-281 en 283-283a (verplicht).
• Verbintenissenrecht Algemeen - hoofdstuk 1, nrs. 30-33 (verplicht).
• Koop en consumentenkoop
- hoofdstuk 11, par. 11.7 (alleen aanbevolen).
• Annotatie G.J. Scholten bij HR 19 mei 1967, ECLI:NL:HR:1967:AB5287, NJ 1967/261
(Saladin/HBU) (alleen aanbevolen).
• Annotatie C.J.H. Brunner bij HR 31 december 1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC1210, NJ 1995/389
(Matatag/De Schelde) (alleen aanbevolen).
• Annotatie J. Hijma bij HR 14 juni 2002, ECLI:NL:HR:2002:AE0659, NJ 2003/112 (Bramer/Hofman
Beheer BV) (verplicht).
3.5 Voorbereiding op het hoorcollege en de werkgroep: te bestuderen jurisprudentie
• HR 19 mei 1967, ECLI:NL:HR:1967:AB5287, NJ 1967/261 (Saladin/HBU).
Gezichtspunten beperkende werking van redelijkheid en billijkheid
• HR 31 december 1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC1210, NJ 1995/389 (Matatag/De Schelde).
Exoneratie voor te werk gestelde personen die niet tot de bedrijfsleiding behoren
• HR 14 juni 2002, ECLI:NL:HR:2002:AE0659, NJ 2003/112 (Bramer/Hofman Beheer BV).
Gebruik van 6:233a en 6:248 lid 2 —> geen cumulatie
, Contractenrecht 2016/2017
• HR 18 juni 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO6913, NJ 2004/585 (Kuunders/Swinkels).
Sprake van opzet op bewuste roekeloosheid
• HR 22 juni 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW5695, NJ 2012/396 (ABN Amro/X.).(*)
Beroep op redelijkheid en billijkheid bij een regel van dwingend recht
3.8 Verplichte opdrachten voor de werkgroep
Opdracht ‘Casus Armandino’
Armandino heeft bij Olsekjoer Verzekeringen met ingang van 23 februari 2015 een
motorrijwielverzekering afgesloten voor zijn Bukati Strietfaaiter motorfiets. In artikel 27 lid 1 sub b van de
op de verzekering van toepassing zijnde verzekeringsvoorwaarden is bepaald:
(…) Diefstal van de motor is uitsluitend verzekerd indien de motor op slot is gezet met een ART categorie 4
goedgekeurd slot; (…) Indien niet aan de boven omschreven preventiemaatregelen is voldaan, bestaat er geen
recht op schadevergoeding.
De motorfiets wordt op 10 september 2015 gestolen uit een afgesloten, door Armandino gehuurde berging.
De schade is door een door Olsekjoer Verzekeringen ingeschakelde expert vastgesteld op een bedrag van €
29.650,-. Bij brief van 10 oktober 2015 heeft Olsekjoer Verzekeringen aangegeven geen
verzekeringsuitkering aan Armandino te zullen doen, omdat in strijd met art. 27 van de
verzekeringsvoorwaarden geen ART categorie 4 goedgekeurd slot is gebruikt.
Armandino vindt de opstelling van de verzekeraar niet terecht. De motorfiets stond ten tijde van de diefstal
immers in een met twee sloten afgesloten ruimte en was afgesloten met het stuurslot en een startonderbreker.
Het door Armandino daarnaast gebruikte Bukati U-slot had weliswaar niet de kwalificatie ART categorie 4,
maar was even veilig als een dergelijk slot. Dat laatste aspect moet doorslaggevend zijn, volgens hem.
Vraag 1
Ziet u mogelijkheden voor Armandino om toch schadevergoeding van de verzekeraar te verkrijgen? Ga er bij
uw beantwoording vanuit dat volgens leidende experts op het gebied van diefstalpreventie het door
Armandino gebruikte slot goedgekeurd is door CNPP, welke Franse keuring nog strenger is dan een ART-
keuring. U dient u bij uw beantwoording niet in te gaan op het leerstuk van vernietigbaarheid van algemene
voorwaarden.
Het gaat om het leerstuk van de beperking
Centrale vraag: Is het beroep op het beding in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van
redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar, zie art. 6:248 lid 2
Volgens art. 6:248 lid 2 BW is een geldende regel, als gevolg van een door partijen gesloten overeenkomst
niet van toepassing, voor zover dit in de gegeven omstandigheden naar de maatstaven van redelijkheid en
billijkheid onaanvaardbaar zou zijn
Geldende regel in casu is een exoneratiebeding:
“Diefstal van de motor is uitsluitend verzekerd indien de motor op slot is gezet met een ART categorie 4
goedgekeurd slot; (…) Indien niet aan de boven omschreven preventiemaatregelen is voldaan, bestaat er
geen recht op schadevergoeding.”
Gezichtspunten gevormd in het arrest Saladin/HBU:
- Maatschappelijke onderlinge positie
- Armando is een kleine partij en Olsjekoer een grote partij