Historische ontwikkeling van het stelsel van rechtsbescherming
Bestuursrechtspraak begint bijna nooit bij de bestuursrechter. Er is vrij veel macht
nodig van een vorst om een uitgebreid bestuurssysteem te vormen. Lang waren de
machten in Europa vrij autoritair. Autoritaire vorsten wilden zichzelf lange tijd zo
min mogelijk laten controleren. Er was dus niet echt sprake van een systeem van
rechtsbescherming.
Er zijn echter wel altijd situaties geweest waarin de bevolking in verzet kwam,
bijvoorbeeld tegen belastingheffing. Dit waren dan vaak de machtige
grootgrondbezitters. Die gingen dan naar de burgerlijke rechter, om een zaak te
beginnen tegen de vorst. Zo is het dan dat bestuurszaken altijd begonnen bij de
burgerlijke rechter.
In het Conflictenbesluit van Willem I werd vervolgens bepaald dat uiteindelijk de
vorst het absolute oordeel had ten aanzien van de rechtspraak.
Er was dus een enorme weerstand tegen het oplossen van bestuurlijke geschillen bij
de burgerlijke rechter. De civiele procedure is te ingewikkeld, kostbaar en tijdrovend
om toegepast te worden op bestuurlijke geschillen. Men wilde daarnaast ook niet dat
de overheid als een gelijkwaardige tegenstander geportretteerd werd.
Er werd naar andere vormen van rechtsbescherming gekeken. Zo werd
administratief beroep, waarbij je een beroep kan doen op het bestuursorgaan zelf, de
juiste weg voor rechtsbescherming in het bestuursrecht vorm te geven. Omdat dit zo
laagdrempelig mogelijk moest zijn werden er hele simpele regels gevormd. Het
bestuursprocesrecht werd dus heel basaal vormgegeven.
Minister Loeff: Een echte jurist en minister van justitie. Zag op een vroeg moment
dat de rechtsbescherming tegen het bestuurlijk gezag onderontwikkeld was. Hij
maakte een enorm vooruitstrevend wetsvoorstel voor hoe deze rechtsbescherming
georganiseerd kon worden via een rechter. Een alomvattend ontwerp van
rechtsbescherming binnen het bestuursrecht.
Professor Struijken: Schreef een polemiek. De kern van zijn argument was dat we
tegenwoordig niet meer beschermd hoeven worden tegen een almachtige autoritaire
vorst, maar dat we nu in een parlementaire democratie leven. In zo’n democratie is
de wil van het volk al vertegenwoordigd. De macht hoort primair bij de tweede
kamer. Bestuursrecht is voor een heel klein gedeelte juridisch, het is vooral politiek
en bestuurlijk. Voor volwaardige rechtsbescherming moeten we dit vormgeven via
administratief beroep, en niet via de rechter.
In de bovenstaande discussie won professor Struijken; de rechtsbescherming werd
vormgegeven via het administratief beroep. Vanaf het begin van de industrialisatie
kwam er discussie over de rechtsbescherming van kwetsbare arbeiders. De
Ongevallenwet werd de allereerste wet waarin het parlement besluit dat er
onafhankelijke rechtspraak nodig is. De Raad van Beroep werd opgericht als de
onafhankelijke rechter die de Ongevallenwet ging controleren. Ook werd de Centrale
Raad van Beroep ingesteld voor hoger beroep. In de jaren ’70 ontstaat een algemene
aanvullende rechtsgang bij een onafhankelijke rechter (de Wet Arob, Afdeling
rechtspraak RvS).
In 1985 Oordeelde het EHRM dat het Kroonberoep (de Afdeling geschillen RvS) in
strijd is met art. 6 EVRM. Arrest Benthem
In 1994 treedt de Awb in werking.
,De discussie is echter nog niet afgelopen. We hebben nu een logisch, maar
ingewikkeld systeem. We hebben nu drie verschillende hoogste rechters die
aangeven welke rechtsbescherming openstaat. Alle drie zijn zij de laatste instantie
die over de Awb oordelen.
De Raad van State is de algemene bestuursrechter, het CBB en Centrale Raad van
Beroep zijn gespecialiseerde rechters.
De Raad van State gaat van origine vooral over het omgevingsrecht. De Centrale
Raad van Beroep begint met de Ongevallenwet en is er dus nog steeds vooral om
ongelijkheidscompensatie te realiseren. Het College van Beroep voor Bedrijfsleven is
er vooral voor bedrijven.
De aard van het bestuursprocesrecht
De bestuursrechtspraak is heel anders dan rechtspraak in andere rechtsgebieden. De
civiele rechter is bijvoorbeeld een rechtsvaststeller. De strafrechter is degene die
een straf oplegt. De bestuursrechter is niet de gezaghebbende rechtsvaststeller. Het
bestuur zelf is degene die vaststelt of de burger in aanmerking komt voor een
vergunning bijvoorbeeld. De rechter kan die bestuurlijke taak niet overnemen. De
bestuursrechter is een toetser.
Maar een klein deel van de geschillen bij bestuur komt bij de bestuursrechter. De
rechter heeft daardoor lastig overzicht over de totaliteit van de bestuurspraktijk. Hij
ziet alleen de gevallen waarin iets geweigerd is. Van oudsher is de bestuursrechter
daarom terughoudend.
Wat ook belangrijk is dat besluitvorming in het bestuursrecht snel moet kunnen
gaan. Er ligt redelijk veel druk op, omdat we bijvoorbeeld zo snel mogelijk willen
gaan bouwen wanneer een vergunning verleend is voor een groot nieuwbouwproject,
en er ook heel veel kostbare tijd verloren gaat als dit heel lang duurt.
Bestuursrechtspraak gaat niet alleen over het verleden, maar ook over de toekomst.
Het hele vergunnende bestuursrecht gaat vaak over de toekomst. Dit is anders dan
bij andere rechtsgebieden, waarbij rechtspraak eigenlijk alleen maar terugkijkt.
In bestuursrecht spelen de vereisten van een fair trial (art. 6 EVRM) mee. Art. 6
EVRM moet autonoom worden uitgelegd. Bijna alle landen kennen bestuursrecht als
een aparte rechtspraak, maar er zijn ook landen die het onderbrengen onder
burgerlijk recht en strafrecht. Bijna alle geschillen van bestuursrecht kunnen
namelijk ook geduid worden volgens het civiele of het strafrecht. Daarom moet art. 6
EVRM, waarin wordt gesproken in context van strafrecht en civiel recht ook
toepassen op ons bestuursrecht.
De bevoegdheid van de bestuursrechter
De bestuursrechter heeft een specifieke competentie. De bevoegdheid van de
bestuursrechter staat voor een groot gedeelte in de Awb.
Het startpunt is art. 8:1 Awb: Een belanghebbende kan beroep instellen tegen een
besluit.
, Je moet alleen wel eerst gebruikmaken van een verplichte voorprocedure, volgens
art. 6:13 Awb. Die voorprocedures zijn de bezwaarprocedure en het administratief
beroep.
Het beroep in eerste aanleg kan worden ingesteld bij de Rechtbank volgens art. 8:6
Awb, tenzij de bijlagen van de Awb verwijzen naar een andere instantie.
De hoofdregel is dat hoger beroep kan worden ingesteld bij de ABRvS volgens art.
8:105 Awb, tenzij een andere hoogste rechter is benoemd.
Elk bestuursrechtelijk geschil begint hij een besluit in primo. De bezwaarfase gaat
over dit besluit. Als je vervolgens beroep instelt bij de bestuursrechter gaat dit over
de beslissing op bezwaar. Beroepsgronden bij de rechtbank moeten dus ook allemaal
betrekking hebben op de beslissing op bezwaar. Als je in hoger beroep gaat, gaat het
over de uitspraak van de rechtbank.
Art. 6:19 Awb geeft het bestuursorgaan de mogelijkheid zijn besluit in te trekken en
in plaats daarvan een vervangend besluit te nemen. In dat geval gaat het
rechtsmiddel dat ertegen wordt ingezet zich als vanzelf tegen het nieuwe besluit
richten.
De bestuursrecht is bevoegd om rechtsbescherming te geven over besluiten. Als we
heel precies gaan kijken zien we dat de bestuursrechter maar over twee soorten
besluiten kan oordelen: beschikkingen en andere besluiten van algemene strekking.
Zie art. 8:3 Awb.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper paulawitlox. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,69. Je zit daarna nergens aan vast.