100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Alle hoorcolleges en werkgroepen van vergelijkend en internationaal privaatrecht €6,49   In winkelwagen

College aantekeningen

Alle hoorcolleges en werkgroepen van vergelijkend en internationaal privaatrecht

1 beoordeling
 29 keer bekeken  4 keer verkocht

In dit document vind je al mijn uitwerkingen van de hoorcolleges en de werkgroepen van vergelijkend internationaal privaatrecht.

Voorbeeld 4 van de 66  pagina's

  • 3 april 2023
  • 66
  • 2022/2023
  • College aantekeningen
  • Prof.mr. e. koops prof.dr.mr. v. mak dr. q. mauer
  • Alle colleges
Alle documenten voor dit vak (18)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: Caro09876 • 1 jaar geleden

goed geschreven en compleet

avatar-seller
paulawitlox
HOORCOLLEGE 1 – INSTITUTIONELE GESCHIEDENIS


INTRODUCTIE


Het onderscheid tussen Civil Law en Common Law biedt een
schematische manier om de wereld in te delen. Engels imperialisme heeft
bijvoorbeeld de Common Law verspreid over Amerika, Australië, Canada,
delen van Afrika, India.


Ter illustratie: Hof Den Bosch, 8 okt, 2013, ECLI:NL:GHSHE:2013:4562:
Graafmachines waren door iemand in Spanje gehuurd, maar deze
huurder verkocht en leverde de machines aan een Nederlander. Er kwam
toen een procedure voor de Nederlandse rechter, waarbij het ging om de
vraag wie nu de eigenaar was van de graafmachines. De Nederlander zei
dat hij verkrijger van een goed was en te goeder trouw, dus naar
Nederlands recht zou hij eigenaar zijn. Als we het Nederlandse recht
naast het Spaanse recht leggen, zien we dat er veel overeenkomsten zijn.
Ook in Spanje kijkt men eerst naar het wetboek; net als in Nederland. Dit
is typisch voor het civil law-systeem. Het Spaanse wetboek maakt in de
bepalingen over revindicatie zelfs gelijke termen als het Nederlandse
recht. In het Spaanse wetboek strekt revindicatie echter wel verder dan
in Nederland: Naar het Spaanse recht zou de eigenaar de graafmachines
kunnen revindiceren, maar naar het Nederlandse recht niet.  De
structuur en de rechtsbron zijn in Spanje en Nederland hetzelfde, omdat
beide landen Civil Law als oorsprong hebben.


CIVIL LAW VS. COMMON LAW


1. De rechtssystemen die de Civil Law aanhouden zijn de systemen die
voortbouwen op het Romeinse recht; het ius commune. De Common
Law is de “costum of the courts”: bouwt voort op de gebruikelijke
manier van rechtsspreken in soortgelijke zaken in de Common Law-
courts.

,2. De Civil Law-systemen zijn bijna altijd gecodificeerd. Common Law-
systemen zijn dat meestal niet. De primaire rechtsbron voor de
Common Law zijn de uitspraken van rechters.
3. In de Civil-Law traditie kennen we het onderscheid tussen het
publiekrecht en privaatrecht. In Common-Law traditie is dat niet zo. Er
geldt een eenheid van recht voor staat en burger. De staat is een partij
in het rechtsverkeer net als alle anderen. Er is geen bestuursrechter,
maar gewoon “de rechter”.
4. De Civil law doet aan rechtsvinding op basis van abstract
geformuleerde rechtsregels die als kapstok dienen waar de feiten van
de zaak aan worden “opgehangen”. Bij de Common Law gaat
rechtsvinding heel anders. Het recht wordt afgeleid uit een heel
samenstel van feiten, en de manier waarop het hof in soortgelijke
zaken gesproken heeft.
5. Bij de Civil Law heeft de hoogleraar een totaal andere rol dan bij de
Common Law. Bij de Civil Law heeft de Universiteit een monopolie op
de opleiding tot juristen. Je moet aan de Universiteit hebben
gestudeerd om een toga-beroep te kunnen uitoefenen. In de meeste
Common Law landen is dat niet zo; de opleiding die je moet volgen om
jurist te worden is een interne beroepsopleiding vanuit het gilde van
juristen. Je kan die opleiding volgen met- of zonder een academische
titel. In de Civil Law is de rol van uitlegger van de wet al sinds de
middeleeuwen weggelegd voor academici: hoogleraren.
6. Bij de Civil Law staat het subjectieve recht voorop (rights proceed
remedies), terwijl in de Common Law het rechtsmiddel voorop staat
(remedies proceed rights).
7. Een aantal van de bovengenoemde verschillen vindt zijn oorsprong in
de benadering van het proces. In de 12 e eeuw zijn de paden van de
Civil Law en Common Law uit elkaar gaan lopen, en is men op het
Europees continent gaan werken met de “romano-conanieke
procedure”: gebaseerd op het Romeinse en kerkelijke procesrecht. De
Common Law heeft dit systeem niet overgenomen, en is gaan werken
met mondelinge feitenvinding door middel van een jury: “adversarial

, trial”. De primaire waarheidsvinder in de Civil Law-procedure is de
rechter. In de Common Law procedure is de rechter er alleen voor de
juridische duiding van de feiten, maar de feiten worden niet door hem
gevonden.


HISTORISCHE ACHTERGROND CIVIL LAW


Als we het hebben over “voortbouwen op het Romeinse recht” hebben we
het niet over het klassieke Romeinse recht, maar over de herleving ervan
in de middeleeuwen. In de 6 e eeuw, in Constantinopel, maakt keizer
Justinianus een wetboek, geschreven in het Latijn. In deze tijd was dit ene
wetboek de enige rechtsbron; het wetboek had exclusieve werking. Van
dit wetboek werden kopieën naar alle delen van het rijk gestuurd. Op dat
moment had Justinianus ook Italië in handen, dus ook daar belandden
exemplaren. In Florence ligt nog een exemplaar van deze codificatie. Dit
is het enige exemplaar van de 6 e eeuwse codificatie dat bewaard gebleven
is.
In de elfde eeuw werd dit ene wetboek herontdekt en vanaf dat moment
gaat men onderwijs geven in het Romeinse recht (voor het eerst in
Bologna; de oudste juridische faculteit). Dat was eigenlijk best gek, want
op dat moment gold het Romeinse recht niet onomstotelijk in elk gebied.
Toch wordt het aangenomen door de verschillende stammen in Europa.
Het was namelijk heel goed te gebruiken: doordat het redelijke oplossing
bood voor ingewikkelde commerciële problemen. In die periode komt
namelijk ook de handel in Italië weer op, dus er was behoefte aan een
goed rechtssysteem. Het Romeinse recht had daarnaast ook een
neutraliteitsfunctie. Het Romeins recht was ook bekrachtigd door Rome,
waardoor het automatisch gezagsdragend was. Het Romeinse recht was
daarnaast ook fijn om te gebruiken, omdat heel veel verschillende
argumenten ermee onderbouwd konden worden; het wetboek was
ongeveer 1,5 keer zo dik als de Bijbel. Voor ieder juridisch argument kon
wel munitie gevonden worden in dit wetboek. Tot slot: een belangrijke
factor voor de verspreiding van het Romeinse recht is dat het geschreven

, was in het Latijn, wat maakte dat het voor iedereen makkelijk te
begrijpen en uit te wisselen was. Het Romeins recht werd dus als een
redelijke oplossing ervaren door de verschillende volkeren in Europa.
Formeel gezien stond het in veel culturen op de tweede plek, maar
materieel gezien kwam het op de eerste plek; het bood de redelijke
oplossing, wanneer men er met het eigen rechtssysteem niet uitkwam.
Het is gemeenschappelijk recht, niet omdat het van boven af is opgelegd,
maar omdat het redelijk is.
In de 16e eeuw werd de redelijkheid van het Romeins recht versterkt
doordat allerlei vorsten nationale hoogste rechters instellen; bijvoorbeeld
het Hof van Holland. In de instructies van die hoogste rechters stond dat
zij recht moesten spreken naar Romeins recht, wederom om
bovengenoemde redenen.


In de 16e eeuw bestond er dus, door het Romeins recht, eenheid van
privaatrecht in heel Europa. Tegenwoordig is dat niet meer zo. De
geschiedenis heeft een andere wending genomen. Hierin spreken drie
factoren een rol:
1. De eerste factor is dat men, onder invloed van het bredere
humanisme, weer terug wil naar oorspronkelijke bronnen. Men keek
naar de 6e-eeuwse codificatie van Justinianus als een “slecht product
van Byzantijnse warhoofdigheid”. Men wilde terug naar het echte
klassieke Romeinse recht van Ulpianus en Cicero. Hiermee verdampte
al gauw een deel van het natuurlijke gezag dat het Romeins recht tot
dan toe had.
2. De tweede factor was de opkomst van de verlichting en het
natuurrecht. Lang hield men vast aan de gedachte dat het Romeinse
recht het meest redelijke recht was, dat wat alle verschillende
culturen overeenkwamen: natuurrecht was Romeins recht. Vervolgens
kwam een school op die vond dat het Romeinse recht onderworpen
moest worden aan een redelijkheidstoets. Allerlei aanhangers van het
natuurrecht geven nu hun eigen interpretatie aan welke rechtsregels
al dan niet redelijk zijn. Onderdeel van deze natuurrecht-stroming was

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper paulawitlox. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 76747 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49  4x  verkocht
  • (1)
  Kopen