Hoofdstuk 4 Pluriforme samenleving
4.1 Wat is een pluriforme samenleving?
Nederland is al lange tijd een pluriforme samenleving, een samenleving waarin
veel verschillen tussen mensen bestaan in levensstijl, godsdienst en andere
cultuur kenmerken.
Mensen die veel en langdurig met elkaar optrekken, ontwikkelen een
gezamenlijke cultuur, alle waarden, normen, gewoonten en andere
aangeleerde kenmerken die de leden van een groep of samenleving met elkaar
gemeen hebben en als vanzelfsprekend beschouwen. Waarden en normen zijn
belangrijke cultuurkenmerken. Zo is vrijheid van meningsuiting een
kernwaarde in Nederland en is het de norm om mensen gelijk te behandelen.
Andere cultuurkenmerken zijn onder meer kunst, sport, muziek, eetgewoonten
en feestdagen.
Socialisatiefunctie, de cultuur van de groep waar je bij hoort bepaalt een deel
van je persoonlijkheid. Wie je bent en hoe je jezelf ziet wordt mede gevormd
door de cultuur waarin je bent opgegroeid. Mensen hebben door hun cultuur
een gemeenschappelijk referentiekader met deels dezelfde normen, waarden
en gewoonten. daardoor begrijpen ze elkaar en kunnen ze makkelijker
gedachten en gevoelens uitwisselen. Cultuur geeft richting aan het denken en
doen van mensen, cultuur werkt gedragsregulerend, het stuurt het gedrag van
mensen zodat dat geordend en voorspelbaar verloopt.
Om een samenleving goed te laten functioneren, moet er een minimum zijn
aan gedragsregels waarover de meeste mensen het eens zijn, dominante
cultuur: alle waarden, normen, gewoonten en andere cultuurkenmerken die de
meerderheid van de bevolking met elkaar deelt en als vanzelfsprekend
beschouwd. Het spreken van de Nederlandse taal, de gelijkwaardigheid van
vrouwen en mannen en het vieren van Koningsdag zijn voorbeelden van
kenmerken van de Nederlandse dominante cultuur.
Binnen de dominante cultuur bestaan er kleinenere subculturen. Subcultuur,
binnen een groep sommige waarden, normen, gewoonten en andere
cultuurkenmerken afwijken van de dominante cultuur. Vaak herken je een
, subcultuur aan een specifieke levensstijl, bijvoorbeeld studenten. Deze
groepen maken deel uit van de dominante cultuur, maar door hun levensstijl
verschillen ze er ook weer van.
Leven in een pluriforme samenleving betekent dat je om je heen een grote
culturele diversiteit ziet, veel verschillende subculturen en levensstijlen.
Leven in een stad: meer gewend aan drukte, sprake van anonimiteit.
Vrijheid om makkelijker je gang te gaan. Mensen leven langs elkaar heen,
onveilig gevoel.
Leven in een dorp: grote onderlinge betrokkenheid, mensen letten op
elkaar en sterk verenigingsleven.
Culturele verschillen met ouderen:
- Nu: grote verschillende kledingstijlen, muziek en vrijetijdsbesteding
- Vroeger: mensen onderscheiden minder van elkaar, formelere
omgangsvormen
Ouders en jongeren hebben een ander referentiekader.
Opleiding, beroep en inkomen bepalen voor een belangrijk deel de
maatschappelijke positie die iemand inneemt. Een bepaalde maatschappelijke
positie gaat gepaard met bepaalde leefstijlen: sociale manieren, eetgewoonten,
taalgebruik, vrijetijdsbesteding en smaak.
Verschillen tussen mannen en vrouwen zijn niet alleen bepaald door geslacht.
Hoe je je als man of vrouw gedraagt is afhankelijk van de cultuur waarin je
opgroeit. Gender, culturele verschillen tussen mannen en vrouwen.
Bijvoorbeeld manier van kleden. Dit heeft te maken met rolpatronen:
algemene verwachtingen en opvattingen over hoe iemand zich hoort te
gedragen.
Door migratie leven in Nederland mensen samen met uiteenlopende etnische
achtergronden, etnische subcultuur, mensen zich onderling verbonden voelen
door hun land van herkomst en de daarbij horende waarden, normen,
gewoonten en andere cultuurkenmerken.
- Autochtoon (in Nederland geboren)
- Allochtoon (zelf of ouders in het buitenland geboren)
- Allochtoon is nu persoon met een migratieachtergrond