100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
OEFENTOETS onderwijsleerproblemen. 82 MC vragen. €4,29   In winkelwagen

Overig

OEFENTOETS onderwijsleerproblemen. 82 MC vragen.

 12 keer bekeken  0 keer verkocht

Oefentoets voor het vak onderwijsleerproblemen bestaande uit 82 MC vragen gemaakt over de colleges, boek en artikelen.

Voorbeeld 3 van de 17  pagina's

  • 4 april 2023
  • 17
  • 2022/2023
  • Overig
  • Onbekend
Alle documenten voor dit vak (39)
avatar-seller
daniellegugg
Onderwijsleerproblemen
Oefentoets

1. Een doel van passend onderwijs is dat de kwaliteiten en onderwijsbehoefte van
het kind bepalend zijn, niet de beperkingen.

A. Waar
B. Niet waar

2. Volgens het Multi-tiered systems of support (MTSS) bestaat niveau 2 uit:

A. Het basis curriculum; dit is waar het grootste deel van de klas moet
kunnen leren.
B. Strategische interventies en kleine groepjes; hier komen kinderen terecht
die gaan achterlopen op niveau 1.
C. Individuele begeleiding; dit is niveau is voor kinderen die gaan achterlopen
op niveau 1 en extra ondersteuning nodig hebben.

3. Het benoemen van specifieke onderwijsbehoeften van kinderen en kinderen met
dezelfde onderwijsbehoeften bij elkaar zetten is onderdeel van:

A. Multi-tiered systems of support (MTSS)
B. Zone van naaste ontwikkeling
C. CHC-model
D. Handelingsgericht werken

4. Ondanks vele pogingen is er geen eenduidige definitie van intelligentie. Er zijn
wel veel overeenkomsten in vele definities, zoals:

A. Het aanpassen van je eigen cognitieve functioneren aan de buitenwereld.
B. Individuele verschillen in problemen oplossen
C. Het aanpassen aan de (veranderde) omgeving als centraal aspect
D. De nadruk op onderscheid maken tussen kinderen

5. In het Catell-Horn Caroll (CHC) model is de algemene intelligentiefactor (g)
verbonden met brede cognitieve vaardigheden. Met welke brede cognitieve
vaardigheid heeft de g de meest sterke relatie?

A. Reactiesnelheid
B. Kortetermijngeheugen
C. Vloeiende intelligentie
D. Gekristalliseerde intelligentie

6. Volgens Sternbergs Triarchische Intelligentietheorie zijn er drie
kernvaardigheden. Welke kernvaardigheid bestaat uit de vaardigheid om kennis
te vergaren, kritisch te denken en informatie te evalueren?

A. Praktische vaardigheden
B. Creatieve vaardigheden
C. Analytische vaardigheden

7. ‘’Om te kunnen leren moet er wederkerigheid zijn, bepaalde betekenis en
transcendentie.’’ Dit wordt genoemd bij:

, A. Feuersteins gemedieerde leerervaring
B. Zone van naaste ontwikkeling
C. Overlapping waves model
D. Gardner’s multipele intelligentiemodel


8. Degene die binnen een neuron chemische signalen in de buurt interpreteert
noemen we:

A. Myeline
B. Neurotransmitter
C. Soma
D. Dendriet

9. Zijn de onderstaande stellingen juist of niet juist?

I. Het actiepotentiaal bestaat uit de axonale heuvel die besluit te
vuren/stoppen met vuren nadat er -55 millivolt is behaald aan positief
geladen deeltjes.
II. Het actiepotentiaal bestaat uit de axonale heuvel die besluit te
vuren/stoppen met vuren nadat er -65 millivolt is behaald aan positief
geladen deeltjes.

A. Stelling I is waar
B. Stelling II is waar
C. Beide stellingen zijn onjuist

10.Wat maakt het mogelijk dat er een reeks van actiepotentialen ontstaat waardoor
het signaal geboost wordt en aan het eind van de axon nog sterk genoeg is om te
kunnen door geven?

A. Long-term potentiation
B. Knopen van Ranvier
C. Synaptogenese
11.Wat houdt long-term potentiation in?

A. Als er weinig communicatie is tussen neuronen dan gaat er minder
onderhoudsstoffen naar toe en worden ze minder efficiënt.
B. Als er veel communicatie is tussen neuronen dan gaat er minder
onderhoudsstoffen naar toe en hierdoor vergeten we dingen.
C. Als er veel communicatie is tussen neuronen dan wordt hun relatie
versterkt. Hierbij kan de soma soms extra dendrieten/receptoren
aanmaken.
D. Als er weinig communicatie is tussen neuronen is er meer bloedtoevoer en
kan de soma onderhoud versterken.

12.Vul het volgende verhaal over neuronale ontwikkeling in met de volgende
termen:

migratie, apoptose, synapsen, radiaire gliale cellen, selectie, axonen,
neurogenese, dendrieten.

Na de (1…..) komen we op het punt aan dat de sterkste neuronen mogen blijven
en andere neuronen krijgen de boodschap zichzelf te vernietigen bij (2……). Dit

, gebeurt in het proces van (3……). De sterkste neuronen gaan naar de juiste
locatie, hier komen ze door het gebruik van een soort plakhandjes waarbij ze
lopen over (4….). Dit vind plaats in de (5…..). Als ze op de juiste plek zijn
aangekomen moeten ze contact gaan maken. Dit doen ze door het vormen van
(6……) (7…..) (8……).


13.De witte stof in onze hersenen bestaat voornamelijk uit axonen omgeven door
myeline. Het gaat hierbij om snelle interne communicatie.

A. Juist
B. Onjuist

14.De oorzaak van leerproblemen is:

A. Altijd een wisselwerking tussen genetische factoren en sociaal-emotionele
factoren.
B. Altijd een wisselwerking tussen genetische factoren en disruptieve en
protectieve factoren in de omgeving.
C. Altijd een wisselwerking tussen disruptieve en protectieve factoren in de
omgeving en sociaal-emotionele factoren.
D. Altijd een wisselwerking tussen genetische factoren en stressoren in de
omgeving.



15.Leerproblemen komen vaak in families voor. Uit eeneiige tweelingstudies konden
we halen dat:

A. Als er weinig stimulans was dat er minder synaptogenese plaats vond.
B. Dat als één van de twee rekenproblemen had dat de kans dat de ander dat
ook had 35%.
C. Als de ouders veel aanleg hadden voor het ontwikkelen van leerproblemen
je dit ook terug zag bij de kinderen.
D. Dat als één van de twee leesproblemen had de kans dat de ander deze ook
had 84% was.

16.Zijn onderstaande stellingen juist of onjuist?

I. Cocaïne zorgt voor verstoringen aan de receptoren van sensorische
neuronen.
II. Alcohol beïnvloedt het proces van selectie: er vind onnodige apoptose
plaats.

A. Stelling I is juist
B. Stelling II is juist
C. Beide stellingen zijn juist
D. Beide stellingen zijn onjuist

17.Volgens welk model heeft iedereen een bepaalde aanleg tot het ontwikkelen van
leerproblemen en als mensen veel aanleg hebben tot het ontwikkelen van
leerproblemen zijn er maar weinig stressoren nodig om dit tot uiting te brengen?

A. Differentiële ontvankelijkheid

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper daniellegugg. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,29. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 71184 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,29
  • (0)
  Kopen