Samenvatting Mens en Organisatie
Gedrag in organisaties
Stephen P. Robbins en Timothy A. Judge
Samenvatting geschreven door:
Mitchel de Borst - 1843260
Student Hogeschool Utrecht – Bedrijfskunde (2022/2026)
,Hfdstuk 1. – Inleiding op gedrag in organisaties
Tot de eind jaren tachtig lag de nadruk bij opleidingen over bedrijfs- en organisatiekunde op de technische
aspecten van management, zoals economie, accounting, financiën en de kwantitatieve technieken. De
directeur van de MIT Sloan School of Management in de Verengde staten verwoorde het als volgt:
‘Bedrijfskundestudenten komen de eerste jaren na het behalen van hun opleiding een heel eind met hun
technische en wiskundige vaardigheden. Maar als snel blijken leiderschap- en communicatieve vaardigheden
voor managers het belangrijkste om echt carrière te maken. Sterker nog, uit een enquête onder meer dan 2100
CFO’s uit twintig sectoren kwam naar voren dat een gebrek aan interpersoonlijke vaardigheden de
voornaamste reden is waarom sommige mensen geen carrière maken.” Door het verbeteren van de
interpersoonlijke vaardigheden van managers kunnen organisaties beter presterende werknemers aantrekken
en behouden. Het inzicht in mensen is dus steeds van groter belangrijk voor een organisatie i.p.v. alleen
technische vaagheden.
Onderzoek onder de Amerikaanse beroepsbevolking wees uit dat mensen niet in de eerste plaats vanwege het
loon en secundaire voorwaarden bij een werkgever blijven. Veel belangrijker zijn de kwaliteit van het werken
en de stimulerende werkomgeving. Deze kans is groter met managers met goede interpersoonlijke
vaardigheden. Bovendien lijkt het creëren van een prettige werkomgeving ook economisch gezien verstandig.
Bedrijven die bekendstaan om een plezierige werksfeer boeken vaak ook uitstekenede financiële resultaten.
Ten slotte kunnen organisaties door het GIO-element te versterken een grotere bewust zijn creëren ten
aanzien van hun maatschappelijke verantwoordelijkheden. Tegenwoordig beschikt de succesvolle manager (en
dat geldt ook voor professionele kenniswerkers) naast haar technische kennis en vaardigheden ook over een
ruime mate van “people skills’.
Gedrag in organisaties (GIO)
Het wetenschappelijk onderzoek naar menselijk gedrag in arbeidssituaties noemen we gedrag in organisaties
(Engels: organisation behaviour). Afgekort als GIO, gedrag in organisaties, bestudeert de invloed die individuele
factoren, groepsprocessen en organisatiestructuren hebben op menselijk gedrag in organisaties. GIO is een
toegepaste wetenschap met als belangrijkste doel de effectiviteit van organisaties verbeteren. GIO houdt zich
vooral met de volgende onderwerpen bezig:
• Motivatie
• Leiderschapsgedrag en macht
• Interpersoonlijke communicatie
• Groepsstructuren en groepsprocessen
• Attitudeontwikkeling en percepties
• Persoonlijkheid, emoties en waardenveranderingsprocessen
• Conflicten en onderhandelingen
• Werkstructurering
Zoals hierboven beschreven gaat GIO over effectiviteit. Om te beginnen kijken we hierna tegenover succesvolle
managers. Hoe komt het dat de ene manager effectiever is dan de andere? Hierbij moet je dan ook afvragen of
deze managers (die het snelst opklimmen in een organisatie) ook dezelfde werkzaamheden verrichten en
dezelfde accenten leggen als andere? Je zou denken van wel, maar dat bleek anders. We delen activiteiten van
managers in op vier ‘managementactiviteiten:
1. Traditioneel management ---> besluiten nemen, planning maken, controles uitvoeren
2. Communicatie ---> de gebruikelijke informatie uitwisselen en papierhandel afwerken
3. Humanresourcesmanagement (HRM) ---> motiveren, belonen en corrigeren
4. Netwerken ---> borrels en dergelijken, politieke spelletjes spelen en contacten onderhouden.
De tijd en moeite die de individuele manager aan deze activiteiten besteedden varieerde enorm. Bij managers
die snel promotie hadden gemaakt in hun organisatie droeg netwerken relatief gezien het meeste bij aan hun
succes en HRM relatief gezien het minste. Dit was het tegenovergestelde van een gemiddelde manager. Verder
bleek uit het onderzoek dat managers die de meeste tijd aan communicatie besteedde en hun besluiten
toelichtte het effectiefst waren, ook al was de boodschap negatief.
Intuïtieve kennis aanvullen met systematisch onderzoek
,Of je je ervan bewust bent of niet, je hebt vrijwel je hele leven gedrag van anders mensen gelezen. Je kijkt naar
wat andere mensen doen en probeert vervolgens te begrijpen waarom ze juist dat gedrag vertonen. Vaak
probeer je in te schatten/voorspellen wat ze onder andere omstandigheden zouden doen. Wij durven te
beweren dat je veel gedrag in supermarkten, kalslokalen, wachtkamers, liften en de meest gestructureerde
situaties kunt voorspellen, zij het natuurlijk niet met honderd procent zekerheid. We doen hiervoor beroep op
ons ‘gezond verstand’. Helaas leidt deze onsystematische aanpak vaak tot onjuiste verklaringen, en daardoor
ook tot verkeerde voorspellingen. Als toekomstige professional dien je je intuïtieve meningen aan te vullen met
wetenschappelijk kennis, om de voorspelling zo goed en compleet mogelijk juist te maken. GIO levert de kennis
aan managers, HRM-adviseurs en andere professionals om in staat te zijn het gedrag van medewerkers te
begrijpen en te beïnvloeden. Zo draagt GIO bij aan het vakgebied d.m.v. het leiden in goede banen van een
organisatie.
Evidence-based management (EBM) maakt gebruik van de uitkomsten van systematische onderzoek door
beslissingen (mede) te baseren op de meest recente wetenschappelijke bewijzen. Volgens de EBM-benadering
zouden ook managers en andere professionals hun beslissingen zoveel mogelijk moeten nemen op basis van
wetenschappelijke bewijsvoering. Helaas nemen de meeste managers tot de dag van vandaag hun beslissingen
op hun ‘goede gevoel’. Met systematische wetenschap onderzoek en EBM kunnen managers hun beslissingen
beter nemen en hun intuïtieve kennis aanvullen. Een verstandige beslisser houdt rekening met die extra
informatie, een zuiver intuïtieve beslisser doet dat niet. Om goede besluiten te kunnen nemen is een kritische
combinatie van beide kennisbronnen waarschijnlijk het meest effectief. Gedrag is niet willekeurig. Er liggen
bepaalde wetmatigheden ten grondslag aan het gedrag van mensen. Als we die wetmatigheden begrijpen,
kunnen we het functioneren van organisaties positief beïnvloeden.
De invloed van (big) dat kan een besluit of voorspelling verbeteren. EBM verzamelt ook enorm veel dat om zo
op langere termijn betere besluiten te nemen. Big data wordt veel gebruikt in de commerciële wereld. Denk
dan aan het voorspellen van cookies op de computer om je steeds in aanraking te alten komen met een
product waarvan de computer denkt dat jij dit graag wilt hebben. Het gebruik van big data om mensen te
begrijpen, te helpen en te managen is relatief nieuw. Het is goed nieuws voor de toekomst van het
bedrijfsleven dat onderzoekers, de media en de topmanagers van bedrijven inzien hoeveel potentieel data
gestuurd management en data gestuurde besluitvorming hebben. Een manager die data gebruikt om doelen te
bepalen en om oorzaak-en-gevolgtheorieën op te stellen en te toetsen, kan vaststellen welke
werknemersactiviteiten relevant zijn door de doelen. Tegenslagen zijn de privacy va werknemers en gebruikers
van big data. Het opslaan en verwerken van persoonlijke gegevens of activiteiten kan soms verkeerd begrepen
worden.
Bijdragen van uiteenlopende takken van wetenschap
GIO is een toegepaste gedragswetenschap en dus geënt op de bijdragen van fundamentele
gedragswetenschappen, waaronder:
• Psychologie ---> de psychologie is een wetenschap die de geest en het gedrag van mensen bestudeert.
Het gaat daarbij niet enkel om wat mensen doen, maar ook wat ze
voelen, denken en hoe mensen beslissingen nemen.
• Sociale psychologie ---> er wordt ingegaan op thema's zoals het
waarnemen van individuen, zelfbeeld en zelfwaardering,
intragroepsprocessen, attitudes en attitudeverandering, sociale
invloed, stereotypen, vooroordelen en discriminatie, agressie en
conflict, prosociaal gedrag zoals helpen en interpersoonlijke relaties.
• Sociologie ---> bij Sociologie bestudeer je op een wetenschappelijke
manier vraagstukken die op dit moment spelen in de maatschappij. Je
richt je daarbij bijvoorbeeld op de culturele, economische, politieke
en religieuze aspecten van de samenleving en de sociale relaties
tussen (groepen) mensen.
• Antropologie ---> (van het Griekse 'anthrōpos', mens) betekent
letterlijk studie of wetenschap van de mens. Antropologen willen
weten hoe mensen overal ter wereld door het aangaan van sociale
relaties op heel verschillende manieren vorm en betekenis geven aan
hun leefwerelden.
, De mens als verschijnsel is complex en divers, wat het moeilijk maakt eenvoudige, nauwkeurige en
generaliseerbare uitspraken over gedrag te formuleren. Twee mensen kunnen heel verschillend reageren op
dezelfde situatie, en het gedrag van één persoon kan in verschillende omslachtigheden variëren. Toch zijn er
redelijk nauwkeurige verklaringen en voorspellingen voor menselijk gedrag mogelijk, op voorwaarde dat
aangeven wordt onder welke omstandigheden een voorspelling geldig is. Die omstandigheden noemen we
contingentievariabelen. Heel algemeen gesteld: gedrag X leidt tot gevolg Y, maar alleen onder voorwaarden die
in Z worden gespecificeerd – waarbij Z de verzameling contingentievariabelen vormt.
Uitdagingen en kansen voor GIO
Het begrijpen van gedrag in organisaties is nog nooit zo belangrijk geweest voor managers als nu. Vele
veranderingen in de macro omgeving hebben ook invloed op de meso en mirco omgeving van een organisatie.
De persoonlijkheid, gedrag en wensen van een werknemer is hier ook een rol in. In het onderstaande figuur
vind je enkele soorten mogelijkheden die organisaties nu aan werknemers kunnen bieden om waarover ze
graag zouden willen onderhandelen.
Economische zware tijden
In economische zware/moeilijke tijden gaat het vooral om het effectief management. Iedereen kan wel een
bedrijf leiden als de zaken floreren, omdat het verschil tissen slecht en goed management dan vooral het
verschil betekenen tussen het verdienen van veel geld en héél veel geld. In slechte tijden liggen managers
echter in de frontlinie. Zij moeten dan kunnen omgaan met werknemers die ontslagen worden of van minder
moeten rondkomen, en zich zorgen maken over hun toekomst. Het verschil tussen goed en slecht managent
kan in dit geval het verschil betekenen tussen winst of verlies maken, en uiteindelijk tussen overleven op kopje-
onder gaan. GIO heeft in beide situatie wat te bieden. In goede tijden gaat het erom dat je begrijpt hoe je
werknemers moet belenen, tevredenstellen en vasthouden. Inslechte tijden komen zaken als stress,
besluitvorming en omgaan met moeilijke situaties op de voorgrond te staan.
Globalisering
Landgrenzen zijn geen belemmering meer voor bedrijven. Hoewel het hoofdkantoor in eigen land is kunnen
productie, sales en vele andere activiteiten in het buitenland worden gevoerd. Managers van zulke bedrijven
krijgen in toenemende mate te maken met zaken als detachering, verplaatsing van werk en omgaan met
mensen dien anders denken dan zijzelf.
Of je gedetacheerd bent in het buitenland of in je eigen land werkt, je zult steeds vaker werken met
leidinggevende, collega’s en andere medewerkers die geboren en getogen zijn in een andere cultuur. Wat voor
jouw vanzelfsprekend of motiverend is, hoeft dat voor hen niet zo te zijn. Wil je goed met deze mensen kunnen
werken moet je begrijpen hoe zijn gevormd zijn door hun cultuur, land en religie, en hoe jij gevorm bent door
de jouwe. Managementpraktijken moeten rekening houden en zich aanpassen naar de normen, waarden en
cultuur in het land waar ze actief zijn.
De beroepsbevolking past zich steeds aan de veranderde economie, levensverwachting, geboortecijfers,
sociaaleconomische omstandigheden en andere ingrijpende veranderen. Mensen passen zich aan om te
overleven. GIO geeft hier inzicht in.