HOORCOLLEGE 1 – INLEIDING IN DE
FORENSISCHE PSYCHOPATHOLOGIE
GERBEN MEYNEN
WAT MAAKT IETS EEN PSYCHIATRISCHE STOORNIS?
• Iets wat in de DSM-5 staat
• Definitie volgens de DSM-5:
o
• Raar woord in de definitie → ‘gewoonlijk’, dit bakent niet af
• Ook wordt er benoemd wat geen stoornis is
De Sovjet Unie was berucht door de omgang met psychiatrische patiënten, en wie zij als psychiatrisch patiënt
bestempelden
• Dat je de kritiek van iemand kunt wegzetten als een stoornis
• Stigmatisering, mensen wegzetten op een bepaalde manier
• Dat je mensen kunt behandelen, met bijvoorbeeld medicatie
SOORTEN STOORNISSEN
• Psycho-organische stoornissen (bijvoorbeeld dementie)
o Neuropsychologisch onderzoek wordt hiervoor gebruikt
• Stoornissen alcohol/drugs
o Heel belangrijk in de forensische psychiatrie
o Stoornis en verslaving
• Schizofrenie/psychosen
o Niet elke psychose vindt plaats in het kader van schizofrenie
• Stemmingsstoornissen
o Bekendste: depressie
o Minder bekend maar heel ingrijpend: bipolaire stoornis (manie en depressie)
, • Angststoornissen
o Bijvoorbeeld: paniekstoornis, gegeneraliseerde stoornis, sociale angststoornis, obsessief-
compulsieve stoornis (OCD)
• Eetstoornissen
o Anorexia nervosa, boulimia nervosa
• Seksuele stoornissen
o Kom je bijna niet tegen in de algemene psychiatrie, maar in de forensische psychiatrie zijn ze
heel belangrijk
• Slaapstoornissen
o Bij veel stoornissen gaan mensen slecht slapen, dan wordt niet apart een slaapstoornis
gediagnosticeerd
• Impulscontrole stoornissen
o Bij heel veel stoornissen komen problemen met de impulscontrole, maar er zijn ook
specifieke impulscontrole stoornissen
o Drugs/alcohol gebruik: verlies in impulscontrole, geen remming meer
o In de forensische psychiatrie heel relevant
• Persoonlijkheidsstoornissen
o Borderline, narcistische persoonlijkheidsstoornis, antisociale persoonlijkheidsstoornis
• Stoornissen bij kinderen en adolescenten
o Hechtingsstoornissen
o Verstandelijke beperking
o ADHD
o ODD → soort antisociale trekken
o Autismespectrum
ALZHEIMER
• Minder hersenweefsel
• Slechtere verbinding
• Atrofie → afname van weefsel
o
, • Frontotemporale dementie
o Veranderingen in het gedrag vallen meestal als eerste op. Ook taal en spraak kunnen
aangetast zijn. Deze vorm van dementie ontstaat doordat hersencellen in de frontaalkwab
(gedragsgebied) en de temporaalkwab (taalgebied) afsterven
o
CAUTIONARY STATEMENT FOR FORENSIC USE O F DSM-5
However, the use of DSM-5 should be informed by an awareness of the risks and limitations of its use in
forensic settings. When DSM-5 categories, criteria, and textual descriptions are employed for forensic
purposes, there is a risk that diagnostic information will be misused or misunderstood. These dangers arise
because of the imperfect fit between the questions of ultimate concern to the law and the information
contained in a clinical diagnosis. In most situations, the clinical diagnosis of a DSM-5 mental disorder such as
intellectual disability (intellectual developmental disorder), schizophrenia, major neurocognitive disorder,
gambling disorder, or pedophilic disorder does not imply that an individual with such a condition meets legal
criteria for the presence of a mental disorder or a specified legal standard (e.g., for competence, criminal
responsibility, or disability).
, PHINEAS GAGE
• Frontale schade
• Impulscontrole, problemen met empathie
HERSENSCHADE BIJ MISDADIGERS
• Door hersenschade zou je misdaden kunnen gaan plegen, 60% van de gevangenen heeft schade aan
de hersenen
• Experts willen meer aandacht voor mogelijke hersenschade van verdachten
• Bijenkorfmoeder → eenmalige paranoïde psychose, geen stoornis, wel volledig
ontoerekeningsvatbaar, geen tbs, ze werd niet meer gevaarlijk geacht
• Jack de prikker → had stemmen die zeiden dat hij mensen in hun hals moest steken
PSYCHOSE
• Stoornis in de realiteitstoetsing
• Wanen: je denkt dat je afgeluisterd/gevolgd wordt → stoornis in inhoud denken
• Hallucinaties: je ziet/hoort/voelt/ruikt/proeft dingen die er niet zijn → sensorische gewaarwordingen
zonder zintuigelijke input (kan in elke zintuigelijke modaliteit: horen, zien, voelen, ruiken, proeven)
SCHIZOFRENIE
Psychosegevoeligheid
• Psychose (wanen/hallucinaties) → ‘positieve symptomen’ aanwezigheid van symptomen die normaal
niet voorkomen
• Initiatief verlies, gebrek aan motivatie, problemen met plannen → ‘negatieve symptomen’
afwezigheid van normaal gedrag
• Functioneren (sterk) verminderd
• Langer durend: vaak elkaar opvolgende psychotische episoden zonder (volledig) herstel
• Meerdere opeenvolgende psychoses
• Schizofrenie is geen meervoudige persoonlijkheidsstoornis