Casus 1 Beau de Vries
Handelingen
1. Metoclopramide tegen misselijkheid klaarmaken en metoclopramide
toedienen via driewegkraan van het infuus.
2. Infuuszak verwisselen, infuus vullen, aansluiten en druppelsnelheid
uitrekenen en hartfrequentie meten
Informatie
- Diabetes type II
- Obesitas
- Opname: wisselende glucosewaardes en pijn rond de maag. Na echo
pancreatitis ten gevolge van galstenen*.
- OK: galstenen verwijderd via ERCP**.
- Vervolg: Na paar dagen pijn acceptabel, licht vloeibaar eten. Leverwaarde
richting normaal. Misselijkheid blijft, anti-emetica IV*** met 1l NaCL 0,9%
per 24 uur.
- Taak verpleegkundige: Moeite hebben met behouden gezonde leefregels
‘gezonde voeding en bewegen’. Weet wel dat dit invloed heeft.
* Pancreatitis ten gevolge van galstenen : Alvleesklierontsteking (door galstenen
kan de afvoergang van de alvleesklier naar darmen verstopt raken ontsteking.
** ERCP: 'Endoscopisch Retrograde Cholangio- en Pancreaticografie.
*** Anti-emetica: Medicatie tegen de misselijkheid
Disfunctionele orgaansystemen
Endocrien systeem (hormonen)
1. In alvleesklier zitten de eilandjes van Langerhans, waar glucose om wordt
gezet in glycogeen. Teveel glucose in het lijf voor langere tijd betekend
minder gevoeligheid voor insuline wat zorgt voor diabetes type II.
o Glucosespiegel meten, bloedonderzoek
Digestief systeem (spijsvertering)
1. Er komen meer voedingsstoffen binnen dan dat er verbrand worden
(caloriebalans) overgewicht.
o BMI uitrekenen
2. Galblaas functioneert minder. Er is minder spierspanning bij overgewicht
stilstaan van gal gal dikt in galstenen
o Echo maken
Psychosociaal en sociaal
1. Wat de client zelf verteld
2. Moeite met behouden leefregels
3. Obesitas schaamte?
Drie of meer pes
,PES 1
P: Risico op hyperglykemie
E: Schommelende bloedsuikers. Verhoogde bloedsuikers nieren scheiden meer
vocht uit. Litteken bij de pancreas verstoorde insuline meer kans op
hyperglykemie.
S: Bloedsuikerwaarde >30 mmol/l, dorst (polydipsie), veel plassen (polyurie),
verwardheid.
PES 2
P: Risico op hypoglycaemie <4 mmol/l (normaal 4 - 10 mmol /l, nuchter 4,0 - 6,0
mmol/l)
E: Schommelende glucosewaardes, slecht eetpatroon
S: lijkt op honger: zweten, beven, trillen, bleekheid en/of duizeligheid, hoofdpijn,
moe,
flauwvallen, verlaagd bewustzijn.
Interventie PES 1 + 2
In overleg met arts regelmatig bloedsuiker controleren/ zonodig insuline of
glucagon, regelmatig eten.
- Controleren vitale functies
- Bepalen mate van uitdroging (huidplooi, turgor)
- Vochtlijst bijhouden
- Educatie met behulp van een diabetes-educator
- In overleg met arts een voorstel doen voor het inschakelen van een diëtiste
samen bekijken
van en inlichting geven over eetpatroon: bereid kleinere porties, gebruik
kleinere borden, eet met aandacht, voedingsdagboek (ehealth)
PES 3
P: Ineffectieve coping
E: Geeft aan het moeilijk te vinden om zich aan de ‘gezonde voeding en
bewegen’ leefstijl te houden (gedachten en gedragingen met het doel het
evenwicht tussen draaglast
en draagkracht te herstellen als deze bedreigd wordt door stress), verkeerd
voedingspatroon hanteren, te weinig beweging, omgeving die teveel (ongezond)
eet.
S: Schommelende bloedsuikers, overgewicht
Interventie PES 3
- Motiverende gesprekstechnieken.
- ECOGRAM maken (schema van het sociaal netwerk)
- UCL: De Utrechtse Coping Lijst brengt het copingmechanisme dat iemand
vaak gebruikt in kaart
- Diëtiste voor educatie m.b.t. voeding en leefstijl
- Maatje/buddy van stichting Over Gewicht
- E-health in de vorm van apps
- Lotgenotencontact
- Inlichten beweegrichtlijnen /laagdrempelig beweegprogramma/ personal
trainer, buddy
Screeningsinstrumenten
- DMSES (Diabetes Management Self-Efficacy Scale) Het instrument meet
self-efficacy bij
, zelfzorg activiteiten die nodig zijn om met diabetes om te gaan: voeding,
medicatie,
beweging, voetcontrole, bloedsuikercontrole en verhelpen hypo/hyper.
- VAS (Visual Analogue Scale) Uitvragen hoe het met de pijn is
- UCL: De Utrechtse Coping Lijst brengt het copingmechanisme dat iemand
vaak gebruikt in kaart
- SNAQ: (Short Nutritional Assessment Questionnaire) Instrument voor
ondervoeding
Veiligheid waarborgen zorgvrager en zorgverlener
- Privacy waarborgen (gordijn) zorgt dat client zich veilig voelt/niet bekeken
- Zorgen dat de client het gevoel heeft dat hij je kan vertrouwen, dat hij zich
veilig voelt
- Checken van de regel van 5 (Naam, geboortedatum, medicijn, tijdstip en
hoeveelheid)
- Materialen in tact, houdbaarheidsdatum controleren
- Laten checken door een collega
- Juiste werkhoogte
- A-septisch werken handhygiëne
o (niet-)sterielehandschoenen (is ook goed voor de verpleegkundige
zelf)
o Desinfecteren werkveld, dopje medicatie etc
o Voorkomen van contaminatie uiteinde
- Voorbereiden van de zorgvrager: uitleg geven, vragen naar eerdere
ervaring van client, allergie, uitleg medicatie, welke actie client kan
ondernemen)
- Toepassen van EBP protocollen
- Notities maken in een dossier
Kwaliteit van zorg waarborgen
1. Patiënt / Doelgroep gerichtheid
Van tevoren checken van het dossier, respecteren van voorkeuren dus vragen of
eerst verwijderen of eerst gesprekje, in gesprekje de client zelf laten vertellen en
inzicht laten krijgen in problematiek. De client mag zijn wie hij is, ook als hij zijn
slechte gewoonte niet wil veranderen.
2. Veiligheid
Zorgen dat de client zich veilig voelt bij mij, als persoon, maar ook vwb bedhek,
hoogte bed. Van tevoren het dossier checken om goed voorbereid te zijn, te
kijken naar eerdere ervaringen, allergieën. Regel van 5 (Naam, geboortedatum,
medicijn, tijdstip en hoeveelheid). Aseptisch werken. Zorgen voor juiste
werkhoogte voor mij. Reinigen van de bloeddrukmeter (onderzoek 85% bevat
bacteriën waaronder de MRSA), checken intact zijn materialen, voorkomen van
contaminatie van materiaal, regel van 5: metroclopramide en spuit laten checken
door een collega.
3. Effectiviteit
Het werken volgens een EBP protocol, vragen of client niet wil praten tijdens het
meten van de bloeddruk omdat gebleken is dat het de meting kan beïnvloeden.
Medicatie werkt beter als je denkt dat het je beter gaat maken. Preventief werken
door te checken op infectie
4. Efficiëntie
Als het kan zorgen we ervoor dat de spuit 48 ml bevat. Dit is namelijk handig om
mee te rekenen omdat medicijnen vaak 12 of 24 uur moeten inlopen. De