Ontwikkelingspsychologie
College 1
Ontwikkeling is verandering. Deze ontwikkeling van individu vastleggenbijna onmogelijk om in
kaart te brengen. Het filmpje van de ontwikkeling van het individu is bedrog, er is gebruik gemaakt
van foto’s van familieleden met de zelfde botstructuur en fotoshop.
- Bij ontwikkelingspsychologie moeten we altijd onze gegevens ontleden aan
groepsgegevenswaardoor je een gekunsteld beeld van de ontwikkeling krijgt.
- Vroeg in de ontwikkeling zijn de veranderingen stuk sneller dan aan het eind.
- Er moet voortdurend verandering plaats vinden als we van ontwikkeling willen spreken
De levensloop als sociale constructie: Wat we nu de levensloop noemen is niet een vast staand feit,
hier zit een construct element achter.
de herkomst hiervan is veel ouder dan de ontwikkelingspsychologie.
de trap des ouderdoms: de geïdealiseerde levensloop van de mens, het ideale
geval werd je 90 terwijl dit helemaal in die tijd niet een realistische voorspelling
was.
18e eeuw: trap des ouderdoms blijft het zelfde alleen de context verandert.
Man met zandloperman met de zeis, die je ophaalt voor de dood.
19e eeuwse trap: gezin speelt belangrijke rol, rijpheid, en daarna de
aftakeling van de mens. Symboliek van paradijs, waar we ons leven moeten
geven.
Cultuurgebonden trap: deze trap loopt van rechts naar links, dit is ook hoe
Hebreeuws gelezen wordt.
De ontwikkelingspsychologie: is geïnteresseerd hoe de levensloop er uit ziet
en welke mechanisme er voor zorgen dat je van de ene fase in de andere fase terecht komt. Dit is iets
waar de trap des ouderdom geen rekening mee houdt.
Proces van de ontwikkeling:
- Stapsgewijs: stadia of fase (kwalitatieve verandering)
- Geleidelijk: vloeiend ( kwantitatieve verandering)
De oorzaken van ontwikkeling:
- Biologisch bepaald (nature)
- Omgevingsinvloeden (nurture)
- Complex samenspel tussen nature en nurture
Bestudering van de ontwikkeling: wordt opgedeeld in verschillende domeinen
- Fysiek domeinmotoriek, brein
- Cognitief domeindenken, taal, de manier waarop we de wereld begrijpen theorie Piaget
- Psychosociaalpersoonlijkheid, interactie met andere individuen
Benadering van ontwikkeling:
- Beschrijvenethologische benadering, gedragsbeschrijving= wat
- Verklarenexperimenteel, natuurwetenschappelijk= waarom
,- Voorspellenwaar gaat onze ontwikkeling naar toe?
- Interventiehoe kunnen we ingrijpen in de ontwikkeling?
Verschil tussen algemene ontwikkeling en individuele ontwikkeling
Van kinderpsychologie zoals dit tot 1970 was naar levenslooppsychologie tegenwoordig. Ook
volwassenheid en ouderdom wordt meegenomen in het begrijpen van de ontwikkeling.
Imprinting(Konrad Lorenz-etholoog): bepaalde indruk geeft direct een bepaald beeld van hoe het
gedrag er uit moet gaan zien. Jonge ganzen worden imgeprint met eerste indruk na de geboorte,
jonge ganzen zwemmen achter man aan. Echter bleek dit niet duidelijk te vinden te zijn bij de mens.
Kritische periode: periode waarin bepaalde gebeurtenis of de afwezigheid daarvan zijn
ontwikkelingseffect heeft.
Voorbeeld van Genieals je kinderen de eerste 11/12 jaar zonder taal opvoedt zullen ze dit niet
meer goed kunnen oppikken er is zoiets als een kritische periode voor taalontwikkeling
Sensitieve periode: periode waarin iemand veel gevoeliger is voor bepaalde ervaringen
Normatieve en niet-normatieve invloeden op ontwikkeling:
- Normatief historische invloeden: invloed van geschiedenis heeft groot effect op ontwikkeling,
bijvoorbeeld het komen van onderwijs
- Normatieve invloeden: invloeden die iedereen heeft.
- Niet normatieve invloeden: specifieke invloeden die alleen voor die genen gelden, die wel
degelijk effect hebben op de ontwikkeling. Bijvoorbeeld bij Ruinerwold.
Baltes levensloopbenadering bij iedereen heeft wel van die niet normatieve invloeden die bepalend
kunnen zijn voor jouwe specifieke ontwikkeling.
De ontwikkeling van Baltes is:
- Levenslang
- Multidemensioneel/ multidirectioneel
- Verschuiving van relatieve invloed biologie en cultuur
- Verandering van bronnen
- Plasticiteitals er iets mis gaat kan je dit snel opvangen, vroeger is dit groter dan op latere
leeftijd
- Onder invloed van historische en culturele context
Moderne ontwikkelingspsychologie
- John Locke: zo veel mogelijk vormgeven langs de opvoedingtabula rasa. Wat betekent dat we
worden geboren als een leeg blad en de opvoeding en ervaringen zorgen voor de tot uiting
komen van ons gedrag.
- Jean- Jaques Rousseau: natuurlijke aspect van gedrag en de natuurlijke ontwikkelings
mogelijkheden. Bijvoorbeeld het opgroeien met dieren.
Tegenstellingen:
Locke: mechanistisch model vs organisch model. Locke meer experimentele benadering, Jean zag het
lichaam meer als iets organistisch.
Locke: continue ontwikkeling, kinderen beginnen blanco blad en dit groeit uit tot kennis toename vs
discontinue ontwikkeling, ontwikkeling bestaat uit fases. Je moest een kind niet benaderen als een
volwassene, kinderen hebben hun eigen manier van functioneren. Voorloper van stadia in
ontwikkeling: Rousseau. Locke benaderde een kind wel als een volwassene, dit klopte niet volgens
, Rousseau.
Locke: mechanisme waarop individu zich beweegt is over de hele ontwikkeling het zelfde =
kwantitatieve verandering vs kwalitatieve verandering=Rousseau
Freud psychoanalyse is een duidelijke stadium theorie:
- Psychoseksuele ontwikkeling: Fasen (oraal, anaal, fallisch, latentie, genitaal)
- Freud hoort iets meer bij Rousseau dan Locke, als het gaat over de verandering van ontwikkeling.
Echter streefde hij wel naar iets experimenteels.
- Fixatie: blijven haken bij bepaald aspect van de ontwikkeling
- Oedipuscomplex
- Onbewuste processen
Erikson: heeft uitbreiding gemaakt naar de levensloop ook na de kindertijd en adolescentie ten
opzichte van alleen de adolescentie van Freud. Twee correcties: psychoseksuele ontwikkeling is nu
niet meer het belangrijkstesociale ontwikkeling wel.
LeertheoriePavlov het idee van conditionering.
- Behaviorisme: John B watsonconditionering
- Skinnershaping. Als muis of rat gedrag ging in de richting waarvan hij dit wou, wordt deze
beloond. Duiven leren pingpongen. zit aan de Locke kant van het spectrum!
Sociale leertheorie: Albert Bandurakinderen kijken naar modellen en handteren deze om hun
gedrag aan te spiegelen. Modellen kunnen zijn ouders of vriendjes.
- Baby doll experiment: leren door imitatie van modellen. Volwassenen die een pop slaat, daarna
ook kinderen die vaak agressief gedrag vertonen naar de pop.
- Ontwikkeling is bidirectioneel: persoon en wereld beïnvloeden elkaar wederzijds.
- Hij past meer bij Locke: gaat uit van geleidelijke ontwikkeling
Jean Piagetstapsgewijze ontwikkelingspsychologie van Rousseautheorie van de cognitieve
ontwikkeling. Namelijk dat complexiteit en capaciteit van het mechanisme gaande weg van de
ontwikkeling groter wordt.
- Verschillende stadia in de ontwikkeling, per leeftijd wat je precies kan doen qua vaardigheden
- Cognitie is het verwerken van informatie, hierbij speelt het geheugen, ervaring een rol
Lev Vygotsky: probeerde ontwikkeling te koppelen aan socioculturele theorie
- Scaffolding: tijdelijke ondersteuning om het kind te helpen een taak te beheersen.
Stijgerondersteuning van huis, nu ondersteuning van kind bij handelingen.
- Zone van de naaste ontwikkeling: Als kinderen iets leren doen ze dat door aansluiting te vinden
bij een niveau die iets hoger ligt dan hun eigen niveau. Het verschil tussen wat het kind kan met
dan wel zonder hulp.
Hechtingstheorie van Bowlby: hechtingsfiguren die een dominante rol spelen in hoe kinderen zich
ontwikkelen.
College 2
Ontwikkeling is het resultaat van een complexe interactie van uiteenlopende factoren. Ontwikkeling
ingrijpen is ontwikkeling veranderen.