13. De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een
agrarisch-urbane samenleving
14. De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van
steden
15. Het begin van staatsvorming en centralisatie
16. Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de
geestelijke macht het primaat behoorde te hebben
17. De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm
van kruistochten
-ambacht: Beroep waarbij een handwerker met gereedschap eindproducten maakt
(bijvoorbeeld een smid).
-burgerij: In tijdvak van steden en staten de belangrijkste groep bewoners van een stad, de
mensen die burgerrecht hadden.
-Byzantijnse rijk: Andere naam voor het Oost-Romeinse rijk dat na de val van het West-
Romeinse rijk nog zo’n duizend jaar bleef bestaan. in 1453 werd de hoofdstad
Constantinopel door de Turken veroverd.
-centralisatie: Het streven van vorsten om de aan adel en steden verloren macht terug te
winnen en om in het hele rijk gelijke wetten en belastingen in te voeren.
-expansie: Uitbreiding van grondgebied.
-geestelijkheid: Paus, bisschoppen en priesters.
-gilde: Samenwerkingsverband van ambachtslieden met hetzelfde beroep in een stad.
-handel: Het ruilen en/of verkopen van producten voor andere producten of voor geld.
-Hanze: Samenwerkingsverband van Noord-Europese steden om elkaar te ondersteunen bij
de handel.
-heilige oorlog: Een oorlog die gevoerd wordt uit naam van het geloof of ter verdediging van
een heilig geacht gebied.
-honderdjarige oorlog: Een reeks oorlogen, gevoerd van 1337 tot 1453, tussen Engeland en
Frankrijk.
-Investituurstrijd: Het conflict tussen paus en keizer over de benoeming van bisschoppen.
-klasse: Groep mensen met een gelijke economische positie in de samenleving (sociale
laag). Bezit en inkomen bepalen de plaats op de maatschappelijke ladder, niet afkomst zoals
bij een stand.
-kruistochten: Gewapende expedities onder leiding van Europese christelijke ridders die tot
doel hadden om Palestina op de islamieten te veroveren.
-parlement: In de middeleeuwen is parlement een ander woord voor standenvergadering,
vanaf de 19e eeuw is het parlement de volksvertegenwoordiging.
-staand leger: Een staand leger is een permanent leger dat ook in vredestijd in dienst wordt
gehouden.
-staat: Een (aaneengesloten) grondgebied met een eigen bestuur.
, -staatsvorming: Het streven van vorsten naar een aaneengesloten grondgebied met een
stevige bestuursstructuur.
-stadsrechten: Bijzondere rechten en privileges die aan een plaats werden toegekend. Dit
waren bijvoorbeeld het markt- en tolrecht of het recht om stadsmuren te bouwen. Ook
belangrijk was het recht van de stad op eigen rechtspraak.
-stand: Een gesloten groep mensen in de maatschappij met speciale voorrechten en
plichten. Afkomst bepaalt tot welke stand mensen behoren (niet bezit en inkomen zoals bij
een sociale klasse).
-standensamenleving: Een samenleving waarin iemands sociale positie wordt bepaald door
de stand waartoe hij behoort. Elke stand heeft eigen rechten en plichten. In een
standensamenleving spelen naast de vorst ook vertegenwoordigers van de standen een
politieke rol.
-uniformering: De wetten en het bestuur voor het hele land gelijk maken.
-wereldlijk: De macht van keizers, koningen en edelen over het gewone volk. Deze macht
gaat over het bestuur en rechtspraak.
De late middeleeuwen, 1000-1500
Kenmerkend aspect 13: De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het
herleven van een agrarisch-urbane samenleving.
Verstedelijking
-vanaf de 11e eeuw werden Europese steden groter en machtiger
-groei van Europese steden door:
1. geen vikingen
-vikingen uit scandinavië plunderden Europa in de 8e, 9e en 10e eeuw
2. boeren produceerden overschotten
-door nieuwe technieken, uitvindingen en ontginning (ontginning= het in cultuur
brengen van woeste grond door agrarisch gebruik. In Nederland tussen de 10e en
13e eeuw veel gebieden ontgonnen.
3. bevolking verdubbelde tussen 1000-1300
4. horigen trokken naar steden
-meer welvaart, vrijheid en werk
-horigheid en hofstelsel verdwenen geleidelijk
gevolgen:
-lagere adel minder macht
-geen herendiensten meer
5. groei handel en nijverheid
-markten werden opnieuw belangrijk voor het samenkomen van vraag en aanbod, en
handel kwam opnieuw op gang
Groei handel en nijverheid
-In Europa was laken het belangrijkste nijverheidsproduct voor handel
-in engeland wol, in vlaanderen laken (kleding)
-handel met azië en het midden-oosten
-Nijverheid: beroepen waarbij iets gemaakt of bewerkt wordt. Grondstoffen, bijvoorbeeld
katoen, hout, olie en dergelijke, worden omgezet in een product wat verkocht kan worden.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper isagoumans. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.