Samenvatting kennisclips OP2 ISR
Kennisclips week 1
Kennisclip 1 – Ziekte
Als een werknemer ziek is en dus het werk niet meer kan verrichten, moet de werkgever dan
het loon doorbetalen of valt dit onder de risicosfeer van de werknemer?
Hoofdregel bij ziekte: risicoverdeling artikel 7:628 BW
Het lijkt heel simpel als een werknemer geen werk verricht, zal hij geen recht hebben op
loon. Niets is minder waar.
De hoofdregel is neergelegd in artikel 7:628 BW, de werkgever zal het loon van de
werknemer moeten betalen indien de werknemer de overeengekomen arbeid niet heeft
verricht. Dit is anders als het geheel of gedeeltelijk niet verrichten van de arbeid in
redelijkheid voor de rekening van de werknemer behoort te komen. Met andere woorden,
er is geen verplichting van loondoorbetaling, als het risico voor het niet werken bij de
werknemer berust. Maar, wanneer is hiervan nu sprake? Hiervan is sprake bijvoorbeeld
tijdens een staking, als werknemer weigeren hun werkzaamheden te verrichten omdat ze
het ergens niet mee eens zijn. Stakers zijn niet bereid werkzaamheden te leveren tijdens het
staken, voor hen geldt dan ook in beginsel de hoofdregel van artikel 7:628 lid 1 BW. In dit
geval behoort het niet verrichten van de overeengekomen arbeid in redelijkheid voor de
rekening van de werknemer te komen.
Een ander voorbeeld is detentie, een werknemer die een gevangenisstraf moet uitzitten of in
tijdelijke hechtenis zit, kan zijn werkzaamheden niet uitvoeren. De oorzaak hiervan is
gelegen in de risicosfeer van de werknemer. Ook hier geldt dat er sprake is van geen recht
op loon.
Wat gebeurt er met het loon als de werknemer zijn rijbewijs nodig heeft om zijn
werkzaamheden uit te voeren, maar zijn rijbewijs wordt ingenomen. Moet de werkgever het
loon van de werknemer gedurende de tijd dat hij zijn werk niet kan uitvoeren doorbetalen?
Over het algemeen wordt aangenomen dat als een werknemer zijn werkzaamheden niet kan
verrichten vanwege een omstandigheid die aan hem is toe te rekenen, zoals het verliezen
van het rijbewijs, terwijl het rijbewijs nodig is om de werkzaamheden te kunnen uitoefenen,
dan is dit een omstandigheid die in redelijkheid voor de rekening van de werknemer behoort
te komen.
Toch zijn er ook omstandigheden waarbij het niet verrichten van de werkzaamheden niet
voor de rekening en risico van de werknemer komt.
Een van de uitzonderingen op de hoofdregel van artikel 7:628 BW betreft de situatie dat de
werknemer ongeacht of ongeschikt is voor het uitvoeren van werkzaamheden wegens
ziekte. Voor de zieke werknemer is een uitzondering geformuleerd in artikel 7:629 BW. Ten
aanzien van een werknemer die ziek is, rust op de werkgever de plicht tot doorbetaling van
het loon, wel voor 70% daarvan voor gedurende een periode van maximaal 104 weken. Aan
deze loondoorbetalingsplicht is een boven en een ondergrens verbonden.
,Samenvatting kennisclips OP2 ISR
De werkgever hoeft nooit meer te betalen dan 70% van het maximum dagloon, dit is te
vinden in het sociaal verzekeringsrecht en houdt het hoogste bedrag in waarover een
werknemer op grond van bijvoorbeeld de werkloosheidswet een uitkering krijgt.
Daarnaast is er een ondergrens, de werkgever moet tijdens het eerste jaar van de ziekte ten
minste het minimumloon betalen dat op de betrokken werknemer van toepassing is. De
werknemer mag dus met de 70% loondoorbetaling niet onder het minimumloon komen.
Op het door te betalen loon van 70% zijn diverse afwijkingen mogelijk die in een cao of
schriftelijke arbeidsovereenkomst vastgelegd kunnen worden.
Ten eerste, kan het gaan om een aanvulling van de 70% uitbetaling. De politiek en de sociale
partners hebben de afspraak gemaakt dat de loondoorbetaling bij ziekte maximaal 170% is
over 2 jaren. Hoe dat dan wordt ingevuld zal uit een toepasselijke cao blijken.
Vaak gaat het om een aflopende aanvulling om ook de werknemer financieel te prikkelen om
weer te gaan werken. Vaak gaat het om een doorbetaling van 100% in het eerste jaar zodat
in het tweede jaar 70% wordt uitgekeerd.
Toch, wordt er in sommige cao’s afgeweken van die afspraak en een betere regeling voor de
werknemers bedongen.
Ten tweede kunnen er maximaal 2 wachtdagen opgenomen worden waarover de
werknemer geen recht op loon ontvangt. Dit kunnen werkgevers in de arbeidsovereenkomst
opnemen om ervoor te zorgen dat werknemers zich niet zo snel ziekmelden bij lichte
klachten. Ze ontvangen dan immers geen loon gedurende de eerste twee dagen van ziekte.
Wordt de medewerker binnen 4 weken nadat hij ziek is geweest weer ziek, dan geldt de
eventuele wachtdag of wachtdagen niet. In beginsel is het de werkgever niet toegestaan om
eenzijdig wachtdagen in te voeren, aangezien hij daarvoor de toestemming van de
medewerker nodig heeft.
Na 104 weken ziekte stopt de loondoorbetalingsplicht. Indien het de werknemer niet is
gelukt om te re-integreren en dus nog steeds ziek is beoordeeld het UWV of de werknemer
voor een uitkering krachtens de WIA in aanmerking komt. Voordat het UWV dit doet, zal het
UWV beoordelen of op grond van het re-integratie verslag blijkt dat werkgever en
werknemer zich voldoende hebben ingespannen. Het doel van de re-integratie is immers dat
de werknemer zo veel mogelijk in het arbeidsproces blijft of hiernaar terug keert.
Concludeert het UWV dat de werkgever tijdens de 2 jaar aan ziekte van de werknemer te
weinig inspanningen heeft geleverd dan kan zij besluiten om de werkgever een loonsanctie
op te leggen. Dat kan betekenen dat de werkgever voor maximaal 52 weken het loon van de
werknemer moet doorbetalen. Dit is dus bovenop de 104 weken verplichting die voortvloeit
uit artikel 7:629 BW.
,Samenvatting kennisclips OP2 ISR
Wet Verbetering Poortwachter
Hoe werkt nu precies dit re-integratie traject?
Zie filmpje in kennisclip.
De werknemer wil na een heftige voetoperatie weer zo snel mogelijk aan het werk. En dat
wil de werkgever ook, maar hoe zorg je dat dit verantwoord gebeurt?
Volgens de Wet Verbetering Poortwachter moeten er 3 stappen worden genomen, dit doen
de werknemer en werkgever samen. Het is dus belangrijk dat zij goed contact blijven
houden.
Stap 1 – probleemanalyse, de bedrijfsarts bekijkt de situatie en kijkt met de werknemer wat
nodig is. Hij maakt een probleemanalyse en geeft een advies aan de werkgever. De
werkgever leest dit advies en luistert naar het verhaal van de werknemer.
Stap 2 – plan van aanpak, de werkgever denkt na over wat er ondanks de ziekte wel mogelijk
is. En de werknemer denkt mee. Samen komen zij tot een plan van aanpak, de werknemer
werkt actief mee aan de uitvoering van het plan. De werkgever bewaakt het plan en zorgt
voor een goede begeleiding.
Stap 3 – voortgangsgesprekken, samen bespreken zij elke 6 weken hoe het gaat. De
werkgever en werknemer kijken steeds samen wat de volgende stap is.
Zo gaan werkgever en werknemer samen voor werk en gezondheid. Verantwoord
terugkeren naar werk is beter dan langdurig thuis zitten.
Als de Wet Verbetering Poortwachter in een tijdlijn geplaatst zou moeten worden, ziet het er
zo uit:
, Samenvatting kennisclips OP2 ISR
Zoals hierboven blijkt is het doel van deze wet om de zieke werknemer zo snel mogelijk om
zijn werkplek te laten terugkeren of zo snel mogelijk in een passende functie in het
werkproces terug te brengen. De werkgever moet zich daarbij inspannen een passende
functie bij een andere werkgever te vinden als de eigen organisatie, dat noemen we ook wel
spoor 1, daartoe geen mogelijkheden biedt. De zoektocht naar een passende functie buiten
de eigen organisatie noemen we spoor 2. De werkgever is verplicht om spoor 2 te starten
nadat de werknemer 1 jaar ziek is. Dan lopen beide sporen naast elkaar. Als het uiteindelijk
niet lukt om de werknemer te re-integreren moet er een re-integratie verslag worden
gemaakt welke wordt ingediend bij het UWV. De werknemer kan dan een WIA-uitkering
aanvragen.
Loon opschorten tijdens ziekte
Wat nu als de werknemer onvoldoende meewerkt? Tijdens de ziekte is de werkgever
gerechtigd om de zieke werknemer te laten controleren door een bedrijfsarts. Deze en nog
andere redelijke voorschriften om het recht op loon vast te kunnen stellen zal de werknemer
moeten accepteren, doet hij dat niet en kan de werkgever op grond daarvan niet vaststellen
of de werknemer ziek is, dan heeft de werkgever het recht de betaling van het loon op te
schorten totdat de voorschriften wel zijn nageleefd. Als de werknemer de
controlevoorschriften vanwege de opschorting van de loondoorbetaling alsnog nakomt, zal
de ondernemer 70% van het loon met terugwerkende kracht alsnog moeten betalen.
Met andere woorden indien de werknemer weigert om zich te laten controleren door een
bedrijfsarts, dan mag de werkgever het loon opschorten. Dat betekent dat het loon tijdelijk
niet wordt betaald totdat de werknemer alsnog naar de afspraak met de bedrijfsarts gaat.
Dan zal met terugwerkende kracht het salaris kunnen worden betaald.