1. De expert 2. Trial and error leren
De expert (Dreyfus & Dreyfus): hoe lerenden ‘intuïtief’ ontwikkelen en hoe hun beschrijving van deze intuïtief heel erg blijkt te lijken op complexe
- heeft een hoog kennisniveau (hoe,wat,wanneer,waar) patroonherkenning:
- is thuis in zijn domein onbewust van aanroepen van 1. Beginner: Nieuw in een gebied. Heeft geen voorafgaande kennis of skills op dit gebied
vaardigheden 2. Gevorderde beginner: na een jaar in het gebied (bijv. net afgestudeerd) inadequaat en verantwoordelijkheid,
- heeft een hoog niveau van routinematig probleemoplossen zelfkritiek, vertrouwen op eigen oordeel, taak georiënteerd, zien nog niet hele plaatje, beslissingen door experts
en beslissingen maken 3. Bekwaam: na 1.5/2 jaar in de praktijk, toegenomen kennis/skills, mening vormen over anderen, inzien of het systeem
- Wanneer zaken gewoonlijk gaan in de praktijksituatie doet niet werkt, limitaties van wetenschappelijke kennis herkennen, algemene prestaties meer vloeiend/gecoördineerd,
expertise zich voor in “wat gewoonlijk werkt”. omgaan met complexe situaties, patroonherkenning, eigen stijl ontwikkelen, emoties invloed op presteren
- belet geen bewust deliberatie 4. Meer dan bekwaam: binnen 2/3 jaar, meer ervaring, goed reageren op situaties, nieuwe perceptuele en relationele
- metacognitief monitoren vaardigheden, verschillen/overeenkomsten zien tussen huidige/oude situaties, nadenken over de beste acties,
Volgens Bransford et al is expertise: emotivial awareness is cruciaal (bijv. bij veranderde situatie)
- herkennen betekenisvolle patronen 5. Expert: toegenomen intuitieve links tussen zien van opmerkelijke zaken en reageren erop, grotere plaatje zien,
- grote hoeveelheid content kennis alternatieven afwegen, gevoel van de toekomst/timing/tempo, emotionele reactie hangt af van behoefte vd situatie
- kennis kan niet gereduceerd worden tot reeksen van IDE 4.2 3. geassisteerde prestaties en de vier fasen van de zone van
geisoleerde feiten of stellingen meer toepasbaarheid naaste ontwikkeling
- flexibel in ophalen belangrijke aspecten van hun kennis Fase 1: leren ondersteund door meer capabele anderen, in
- kunnen niet goed aanleren aan anderen skills nodig!! het begin voorbeelden (dit wordt afgebouwd), begeleiding
- verschillende levels van flexibiliteit in het aangaan van In Pursuit of Expertise. Toward an educational door sub-doelen op te stellen (doet de expert), afname
nieuwe situaties model for expertise development - Dunphy. verantwoordelijkheid van de expert ontwikkeling van
anderen-regulatie naar zelf-regulatie, bereikt wanneer
5. Discussie Stappen in het artikel: verantwoordelijkheid en uitvoeren van de taak in handen is
- bij het vergelijken van de drie modellen van leren en - eerst hebben ze de eigenschappen van expertise van de lerende.
lesgeven is het duidelijk dat er sterke en zwakke punten zijn beoordeeld. Fase 2: lerende voert een taak uit zonder assistentie van
voor een raamwerken voor expertiseontwikkeling - vervolgens hebben ze 3 educatieve modellen van anderen nog niet ontwikkeld of geautomatiseerd
- verpleegkundige model is het enige model dat expert als verschillende domeinen geanalyseerd, vergeleken en tegen Fase 3: prestaties worden ontwikkeld en geautomatiseerd.
een apart niveau beschouwt. Overige vier niveaus kunnen elkaar opgezet (in relatie tot zowel een educatieve aanpak als Zone van naaste ontwikkeling is ontgroeid
vergeleken worden met de drie fases van psychomotorische de ontwikkeling van expertise). Fase 4: ZVN begint opnieuw (bij een andere vaardigheid).
vaardigheden acquisitie (cognitief, integratief/associatief, - ten derde hebben ze een model voor de ontwikkeling van Automatisering leidt weer terug naar de ZVN en assistentie.
autonoom) en de eerste drie fases van de ZVN, ook raamwerk expertise ontwikkeld, met daarin aspecten van de 3
voor emotionele betrokkenheid voorgaande modellen. In het model zijn 4 fasen van
- Benner et al: passen raamwerk toe op verpleegkunde ontwikkeling voorgesteld (expertise bevorderend).
praktijk als gehele set vaardigheden ipv proces waar 4.Geassisteerde uitvoering en lesgeven binnen de ZVN
specifieke vaardigheid wordt opgedaan (doet de rest wel). - vormen van geassisteerde uitvoering zijn modelling, feedingback, instrucftie, vragen laten stellen, etc.
Hier binnen zijn verschillende niveaus van supervisie, auteurs - instructie, vragen en cognitieve structurering domineren veelal het lesgeven. Een goede mix van de drie verbale manieren
omschrijven niet hoe deze doceer-principes geïntegreerd van assistentie produceert een levendige en coöperatieve leerkracht-leerling interactie
worden in een benadering en er wordt niet gesproken over - contigency management: aantal assisterende handelingen waarbij belonen en straffen zo is vormgegeven dat ze volgen op
het overdragen van verantw. tussen docent en student. gedrag, afhankelijk of het gedrag wel/niet wordt verlangd je kunt geen nieuw gedrag bewerkstelligen, alleen met die 3
* experts zijn beschikbaar voor lerenden + hebben grote taak - feedback is de meest gebruikte en efficiënte manier van zelfassistentie er moet standaard zijn en een mechanisme om de
* in sommige gebieden kan trial and error toegepast worden uitvoering met de standaard te vergelijken.
* experimentele model (brenner) is de minst ontwikkelde en - hoeveelheid en type van assistentie varieert in de ervaring en het niveau van de uitvoering van de docent.
heeft een slechte definitie/integratie van pedagogisch - goede instelling zorgt er voor dat assistentie wordt verleend aan alle docenten en experts, wat hun level van expertise ook is
expertise in de fases van het leren - doceren als assistentie is een moeilijke vaardigheid en benodigd constante besluitvorming/categorisering/structurering en
- Psychomotorische model: duidelijke outline van fasen van alle wijzen van cognitieve operaties.
leren, overgang van competent naar expert niet uitgezet,
concepten van expertise zijn niet geintegreerd, lerende
ontwikkelt een tas met vaardigheden (voor toepassing), een
vaardigheid kan niet verloren gaan wel in fase 4 van ZVN