Dit is een samenvatting over hoofdstuk 1 t/m hoofdstuk 6 van het boek Ontwikkelingspsychologie II. Het is een samenvatting van 18 bladzijdes. In de samenvatting staat alles beschreven wat je moet weten van deze hoofdstukken, onbelangrijke details zijn weggelaten. Ook staan er een paar handige tabel...
Einde adolescentie= rond 20ste levensjaar
Middelbare leeftijd= rond 40ste levensjaar
De lichamelijke ontwikkelingen zijn vaak aan het begin van de vroege volwassenheid (20ste levensjaar)
voltooid en op hun hoogtepunt. Echter groeien sommige mensen ook nog na hun 20 ste.
Myelinisering vettige stof om een axon (deel van een zenuw) waardoor zenuwimpulsen sneller
worden doorgegeven.
Prefrontale cortex kan informatie voor korte tijd opslaan en helpt bij het uitvoeren van de
executieve functies zoals plannen, besluiten nemen en emoties regelen. Bij mannen is dit pas rond
het 25ste levensjaar gerijpt. De zintuigen zijn in deze periode erg gevoelig en op zijn best, net als de
psychomotorische vermogens (spierkracht en oog hand coördinatie). De gevoeligheid van de
zintuigen neemt pas af vanaf je 40ste of 50ste levensjaar.
Hoe hoger het gezinsinkomen, hoe hoger de kans dat kinderen en ouders sporten. Dertig minuten
matige inspanning per dag is voldoende beweging. Advies is 150 minuten aan matige intensieve
inspanning per week. Bewegen is goed voor je botten, spieren, longen, hart en bloedvaten.
Een van de belangrijkste doodsoorzaken tussen 25 ste en 30ste zijn kanker, hartziekten en zelfmoord.
Secundaire veroudering lichamelijke aftakeling die veroorzaakt wordt door omgevingsfactoren of
individueel gedrag. Verhoogd risico op sterfte.
Coping proberen omgaan met stress. Samenspel tussen lichamelijke en psychologische factoren.
Probleemgerichte coping proberen de situatie te veranderen zodat het probleem wordt opgelost.
Emotiegerichte coping probeer je emoties bewust te reguleren en beheersen en het van de
positieve kant te bekijken.
Defensieve coping onbewuste strategieën waardoor je een situatie verdraait of ontkent,
bijvoorbeeld de ernst van de situatie ontkennen. Dit is een manier om het probleem te vermijden.
Alcohol, drugs of “slechte tentamen cijfers maken niet uit”, zijn voorbeelden hiervan.
Psychoneuro-Immunologie onderzoek naar de relatie tussen Psychologische factoren, de hersenen
en het immuunsysteem.
Als er constant stress gerelateerde hormonen worden afgescheiden verslechtert de conditie van het
hart, de bloedvaten en ander lichaamsweefsel. Je wordt gevoeliger voor ziektes. Het immuunsysteem
krijgt te veel prikkels en kan het lichaam zelf gaan aanvallen.
Stadia bepalen of je wel of geen stress hebt:
1. Primaire inschatting kijken naar de gebeurtenis en bepalen of de gevolgen negatief
neutraal of positief zijn.
2. Secundaire inschatting een inschatting of je copingvaardigheden en hulpbronnen
voldoende zijn om de situatie aan te kunnen. Als dit niet het geval is ervaar je stress.
Fysiologische arousal= prikkel die optreedt wanneer je probeert om met stress om te gaan.
Psychosomatische aandoeningen= Medische problemen die worden veroorzaakt door
psychologische, emotionele en lichamelijke problemen.
Piaget vanaf het einde van de adolescentie blijft de denkwijze grotendeels hetzelfde. Mensen
kunnen wel meer informatie verzamelen maar de manier waarop ze over die informatie nadenken
verandert niet.
Labouvie-Vief jongvolwassenen vertonen postformeel denken (= denken dat verder gaat dan
formeel denken (formeel operationele fase Piaget)). I.p.v. dat de jongvolwassenen puur logisch
denken met alleen goed of fout en geen tussenweg, houdt postformeel denken rekening met het feit
dat sommige situaties niet zo zwart-wit zijn. Het bevat ook dialectisch denken (belangstelling en
waardering voor argumenten en debat). Postformele denkers begrijpen dat er in bepaalde situaties
meerdere oplossingen mogelijk zijn.
Perry jongvolwassenen maken gebruik van dualistisch denken (= iets is goed of iets is fout, mensen
zijn goed of slecht, anderen zijn voor of tegen jou). Naar mate studenten te maken krijgen met
nieuwe ideeën en visies zijn ze in staat om meervoudig te denken (= inzien dat er verschillende
standpunten zijn en verschillende culturen, normen en waarden en dat die allemaal even waar
kunnen zijn, dus er is niet maar 1 waarde goed of een waarde fout).
Schaies gaat verder waar Piaget is gestopt. Het denken van volwassenen ontwikkelt zich volgens
vaste stadia. Hij richt zich op de manier waarop informatie tijdens de volwassenheid wordt gebruikt
i.p.v. op de veranderingen en het verwerven van nieuwe informatie. De verschillende stadia zijn:
- Verwervend stadium kindertijd en adolescentie. De informatie die je in deze periode
verzameld wordt grotendeels opgeslagen voor later.
- Uitvoerend stadium jongvolwassenen. Passen de verzamelde kennis toe bij situaties die te
maken hebben met het bereiken van lange termijn doelen zoals carrière en gezin. In dit
stadium moeten jongvolwassenen verschillende belangrijke kwesties aanpakken en oplossen
die van invloed zijn op hun toekomst, zoals voor welke baan ga je solliciteren.
- Verantwoordelijk stadium einde van de jongvolwassenheid en rond de middelbare leeftijd.
Mensen houden zich vooral bezig met hun carrière, gezin en partner.
- Ondernemend stadium iets later in de middelbare leeftijd. Het blikveld wordt verbreed en
je voelt je verantwoordelijker voor de wereld. Mensen kijken verder dan zichzelf en zetten
zich meer in voor de maatschappij door bijvoorbeeld betrokken te raken bij een goed doel.
- Reïntegratief stadium ouderdom. Concentreren op taken die vooral voor jou als persoon
een betekenis hebben. Kennis wordt niet meer opgedaan om problemen te kunnen oplossen
maar om je te verdiepen in een specifiek onderwerp.
Triarchische theorie over intelligentie (Sternberg)
Intelligentie bestaat uit 3 componenten:
componentiële component (mentaal, hoe goed kun je problemen oplossen, je gebruikt eerder
geleerde informatie) slim zijn.
experimentele component (relatie tussen intelligentie eerder ervaringen en het vermogen om nieuwe
situaties te kunnen handelen, Je kunt verbanden leggen en voorspellingen doen over nieuwe
situaties) kennis kunnen combineren.
contextuele component (de mate waarin Mensen kunnen voldoen aan de eisen die In het dagelijks
leven aan hen worden gesteld, bijvoorbeeld je aanpassen bij een nieuwe baan) slim handelen.
Praktische intelligentie= kennis verzameld door te observeren en kopiëren van andermans gedrag.
Emotionele intelligentie= empathisch en adequaat kunnen reageren op anderen.
Creativiteit= ongewone manier om ideeën te combineren.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper juliettevanderpoel2003. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,51. Je zit daarna nergens aan vast.