Probleem 1 Inner drives (binnenuit)
Leerdoelen:
Welke onbewuste processen spelen mee in het maken van keuzes?
Wat zijn de oorzaken van impulsen?
Wat is een fixatie?
Wat leidt ertoe dat iemand zich onbewust gaat fixeren?
Waarom reageren mensen anders op dezelfde stimuli ?
Waarom is men zo sterk tegen is, terwijl die er wel naar verlangt?
Hoe gaan mensen om met innerlijke conflicten?
Topographical model of the mind
1. Conscious het gedeelde waar je nu bewust van bent, waarmee je denkt
Bewustzijn
2. Preconcious informatie dat je makkelijk naar je bewustzijn kan halen
Herinneringen
3. Unconscious gedeelte waarvan je niet bewust bent, stuurt bijna als het gedrag
Onbewustzijn
Het unconscious moet geactiveerd worden en at kan door een externe stimuli zoals een hypnotiseur,
geur, geluid etc. Hoe vaker je iets doet, hoe automatischer het wordt waardoor het naar het
onderbewuste gaat. Unconscious wordt gebuit in dromen. Deze dromen bevatten onze meest
innerlijke geheimen, verlangens en motieven.
Motivated unconscious onprettige herinneringen worden weggestopt, deze kunnen hun eigen
leven gaan leiden in dromen en versprekingen. Freudian slip (filmpje van Friends)
Onthultechnieken unconscious
1. Free association
o Wanneer je onbewust alles zegt wat in je hoofd opkomt.
o Een psychoanalist zal subtiele tekenen zien dat er iets belangrijkst genoemd is. Zo
probeert die er langer bij te blijven en er meer over laten te vertellen
2. Dreams
o Bevatten verlangens in verborgen vorm
o Manifest content wat de droom werkelijk bevat
o Latent content waar de elementen uit de droom voor staan
o Onaanvaarde impulsen worden veranderd door het onderbewuste in symbolen in
dromen
3. Projective technieken
o het idee dat wat een persoon dubbelzinnige ziet, weerspiegelt zijn of haar
persoonlijkheid
4. Relevante psychoanalyse
o Door hypnose kom je weggestopte gevoelens en gedachten tegen
o Hypnose is dingen doen, terwijl men denkt dat het vrijwillig is
1
,Structurel model of Freud
1. ID Het onbewuste, wordt gestuurd door seksuele en agressieve driften.
Life of sexual instinct (Eros) Drives van persoonlijkheid. Dit zijn de levenskrachten, de
aandrijving een de passie dat zorgt voor plezier, reproductie en overleven. Deze levenskrachten
maken Libido, een beperkte hoeveelheid aan energie dat een persoon in zich heeft. Het komt gehecht
aan aspecten van zowel interne als externe omgeving.
Death insticts (Thanatos) Aggressive instinct op andere richten. Ze reflecteren het onbewuste
menselijk verlangen om terug te keer naar de levenloze staat, en wordt uitgedrukt in verwoestend
agressief gedrag, waaronder zelf-agressie en zelfmoord . Het is de basis neiging om naar kalmte te
streven.
Het ID werkt door middel van het pleasure principle, het verlangen naar onmiddellijke bevrediging.
Het ID kan geen vertragingen tolereren in het voldoen van deze dwanggevoelens.
Ook werkt het door middel van primary process thinking, dit is denken zonder logische regels over
bewuste gedachtes of een anker in realiteit. Bijvoorbeeld dromen en fantasiebeelden.
Wish fulfilment wordt gebruikt wanneer het ID drang heeft voor een extern object of persoon, maar
dit object of persoon niet beschikbaar is. Het ID creëert dan een mentaal beeld of fantasie van de
object of persoon om zijn behoeften te vervullen. Mentale energie wordt er dan in de fantasie
gestoken om de dwang tijdelijk te vervullen.
Catharsis kan zorgen voor opluchting, wanneer het ID na lange onderdrukking de overhand neemt
op het ego en het superego.
2. EGO Het bewuste-, voorbewuste- en onbewuste deel, wat zich ontwikkeld in het 2e
en 3de levensjaar. Het is een bemiddelaar tussen het ID en super ego. Bewuste deel is
dominant
Het ego werkt naar het realiteitsprincipe, het begrijpt dat de drang van het ID soms in conflict is
met sociale en fysieke realiteit. Dit zorgt voor de beste uitkomst. Het ego begrijpt dat bepaalde acties
leidt tot problemen en dat directe uitdrukken van de impulsen van het ID daarom vermijd,
doorgestuurd of uitgesteld moeten worden.
Reality testing bijvoorbeeld een verkrachting in je hoofd laten afspelen, dan koppelen aan de
realiteit
Dynamics of functioning mechanisms instincten worden aangepast op een gepaste manier
Het ego werkt met secondary process thinking dit is het ontwikkelen van strategieën om
problemen op te lossen en het verkrijgen van voldoening. Vaak omvat dit process het rekening
houden met beperkingen van fysieke realiteit over wanneer en hoe een verlangen of een drang geuit
moet worden.
3. Super ego Combinatie van bewust en onbewust en voorbewust. Dit wordt
ontwikkeld in het 5de levensjaar.
Introjection is de manier waarop het super ego gevormd wordt. Het super ego internaliseert de
waardes, moralen en idealen van de maatschappij. De ontwikkeling van het superego is nauw gelinkt
tot een kinds identificatie mijn zijn of haar ouders.
2
, Het is je geweten wat bedoelt of iets goed of slecht is om te doen. Ook maakt het je trots als je iets
goeds doet. Stelt vast wat goed en wat fout is, het stelt morele doelen en idealen van perfectie. Het is
dus de bron van de beoordelingen van goed en kwaad. Het superego is niet gebonden aan realiteit.
Het superego heeft 3 doelen:
Perfectie van gedachte en daad, dit zijn niet altijd reële doelen
Weerhoudt je van slechte gedachten en dagen (onderdrukt impulsen vanuit ID)
Het dwingt het ego tot moraliteit
Ego ideal nastreven van het positieve voor beloning, sterven naar goed
gedrag/perfectie
Ego conscience geweten, negativiteit verminderen voor straf,
ID willen paard
EGO kunnen ruiter
Superego mogen
Types van Anxiety
1. Objective anxiety
o Dit is angst. Dit gebeurt wanneer een reactie is tot een echt, externe dreinging tot een
persoon. In dit geval wordt de controle van het ego bedreigt door een externe factor,
in plaats van een intern conflict.
2. Neurotic anxiety
o Dit komt voor wanneer er een direct conflict is tussen het ID en het Ego. Het gevaar is
dat het ego de controle zal verliezen over een onaanvaardbaar verlangen van het ID.
Je bent bang voor catharsis.
3. Moral anxiety
o Dit wordt veroorzaakt door en conflict tussen het ego en het superego. Mensen die
zichzelf straffen, die een laag zelfvertrouwen hebben, of die zich waardeloos en
beschaamd voelen zijn meer geneigd om te leiden aan moral anxiety. Dit komt door
een te krachtig superego, wat ervoor zorgt dat de persoon constant gevraagd wordt
om hogere verwachtingen te stellen.
Defense mechanisms
Repression (onderdrukking)
o Het voorkomen dat onaanvaardbare gedachtes, gevoelens of neigingen naar het
bewuste deel komt. Het ontwijkt de anxiety die opkomt als men bewust wordt van
het onaanvaardbare
o Mensen onthouden makkelijker aangename omstandigheden bij een gebeurtenissen
dan onaangename.
o Onaangename herinneringen worden vaak onderdrukt
3