PRATEN DOE JE MET Z’N TWEEËN
Hoofdstuk 2 – Laat je kind leiden.
Als twee mensen met elkaar communiceren, met of zonder woorden,
ontstaat er een wisselwerking, ze nemen deel aan een interactie. In
plaats van die interactie zelf te leiden of in een bepaalde richting te
sturen, geef je je kind de leiding.
Als je je kind laat leiden – en als je met belangstelling reageert op wat zij
je vertelt – zal zij steeds vaker met je willen communiceren. Den dat is
niet de enige reden om je kind te laten leiden. Elke keer als zij een
interactie leidt en jij reageert daarop, geef je haar informatie over dingen
die haar interesseren – informatie die zij nodig heeft om haar
communicatie te verbeteren.
Daarom Een kind dat je de leiding geeft, krijgt de taal die het nodig
heeft.
Kom op ooghoogte met je kind,
De eerste stap die je zet om je kind de leiding te geven, is op ooghoogte
met je kind te zijn. Als jullie op ooghoogte zijn =
Kunnen jij en je kind makkelijker contact maken en het moment
delen,
Kunnen jullie elkaars uitingen beter horen en zien,
Is het voor jou makkelijker om je kind aan te moedigen de leiding te
nemen.
Kijken – wachten – luisteren, om je kind de leiding te geven.
Je kind de leiding geven, begint met:
Kijken,
Wachten,
Luisteren.
Deze drie woorden vormen een belangrijke strategie die je kunt gebruiken
n interactie met je kind. Als je kijkt, wacht en luistert geef je je kind de
kans een interactie te beginnen en geef je ruimte aan mogelijke
communicatie. Je zou zelfs kunnen ontdekken dat je kind veel meer
communiceert dan je tot nu toe dacht.
Kijken.
Soms is het moeilijk om weten wat er in het hoofd van je kind omgaat. Als
je de tijd neemt om te kijken naar haar lichaamstaal – haar gedrag,
gebaren en gezichtsuitdrukkingen -, dan kun je daar achter komen. Besef
waar je kind naar kijkt. Kijk naar waar zij wijst of naar waar zij haar hand
uitsteek.
Wachten.
1
, PRATEN DOE JE MET Z’N TWEEËN
Wachten is een heel effectieve strategie. Het geeft je de tijd om te zien
waar je kind belangstelling voor heeft. En wat nog belangrijker is, het
geeft je kind de tijd om je iets te vertellen of te reageren op wat je hebt
gezegd of gedaan.
In dit boek betekent wachten drie dingen:
Stop met praten,
Leun naar voren,
Kijk je kind verwachtingsvol aan.
Door te wachten. Op deze manier, laat je zien dat je klaar bent voor haar
reactie of nog beter, dat zij zelf de leiding kan nemen. Als je kind een van
die dingen doet is het belangrijk dat je onmiddellijk reageert.
Als je nog moet oefen en om te wachten, tel dan langzaam in je hoofd tot
10. In het begin kan het moeilijk zijn, omdat je niet gewend bent aan een
dergelijk lange stilte. Je kind is het misschien ook niet gewend. Maar heb
geduld en ga niet te gauw iets zeggen. Als je kind overstapt van de ene
naar de andere activiteit, wacht ook dan weer. Geef haar daarna nog wat
meer tijd om het initiatief tot interactie te ondernemen.
Het belangrijkste is dat je je kind genoeg tijd geeft om te begrijpen dat je
van haar verwacht dat zij iets gaat zegen – om het even wat of hoe. Het
maakt niet uit of zij dat doet met geluiden, woorden of gebaren. Alles wat
je kind doet of zegt om aan jou iets duidelijk te maken, betekent een
boodschap.
Luisteren.
Luisteren betekent alle aandacht hebben voor de woorden en geluiden van
je kind. Let op dat je haar niet onderbreekt, ook al snap je al wat zij wil
vertellen.
Zelfs als je kijkt, wacht en luistert, kan het gebeuren dat je je kind niet
begrijpt. Dat kan voor jullie beide frustrerend zijn. Probeer op die
momenten extra goed naar de situatie te kijken en te raden wat zij je wil
vertellen.
Als je helemaal geen idee hebt wat je kind je wil vertellen, imiteer dan
haar geluiden of gebaren en wacht af of zij iets doet om. Haar bedoeling
nog meer duidelijk te maken. Misschien begrijp je het dan nog niet, maar
het is toch belangrijk om te doen. Als je dit doet, laat je haar namelijk
merken dat je je best doet om haar te begrijpen.
Kijken – wachten – luisteren in de verschillende fasen.
Wanneer hun taalvermogen zich ontwikkelt, gaan kinderen op andere
manieren iets zeggen. In elke fase moet je zorgvuldig kijken, wachten en
luisteren naar wat je kind wil ‘vertellen’.
Kijken – wachten – luisteren met ontdekkers.
2