Er is nog veel onduidelijk over de wijze waarop strafrechter in de dagelijkse praktijk bewijs
waarderen en daarbij gebruik maken van bewijstheoretische inzichten. Dit artikel geeft op basis van
rechtspraakonderzoek een beeld hoe rechters oordelen over de betrouwbaarheid en bewijswaarde
van bewijsmiddelen en hoe zij de kwaliteit van de bewijsconstructie waarderen met behulp van het
denken in alternatieve scenario’s.
1 Wat we wel weten en wat we niet weten
De rechter wordt weinig houvast geboden in zijn selectie en waardering van de bewijsmiddelen, de
feitenrechter is daarin vrij. De wet en de rechtspraak van de HR geven verder weinig richtsnoeren
voor het invullen van die vrijheid en theorievorming over de bewijsbeslissing is in het NL strafproces
nooit echt tot ontwikkeling gekomen. Veel lijkt aan te komen op de discretie en gezond verstand van
de rechter.
Dit artikel gaat in op de vraag hoe de rechter in zijn dagelijkse werk – in standaardzaken – het bewijs
waardeert.
2 Dit onderzoek
De vraag naar de dagelijkse bewijswaardering door de rechter in standaardzaken wordt in dit artikel
onderzocht op basis van rechtspraak.
Stevens doet hierbij onderzoek naar:
× Wijze waarop de rechter de kwaliteit van een bewijsmiddel beoordelen
× Wijze waarop de rechter de kwaliteit van de bewijsconstructie beoordelen
Stevens onderzoekt de rechtspraak op basis van drie – voor de rechter vaker voorkomende – vragen
of thema’s omtrent bewijs, namelijk:
× Betrouwbaarheid van een bewijsmiddel
× Bewijswaarde van een bewijsmiddel
× Denken in alternatieve scenario’s t.a.v. de bewijsconstructie
3 Hoe strafrechter de kwaliteit van een bewijsmiddel toetsen
3.1 Betrouwbaarheid van verklaringen
Een belangrijk element van de kwaliteit van een bewijsmiddel betreft de betrouwbaarheid daarvan.
De HR heeft geoordeeld dat een verklaring alleen voor het bewijs mag worden gebruikt als de
rechter deze beoordeelt als ‘betrouwbaar en overeenkomstig de waarheid’. Wat betrouwbaarheid
precies inhoudt of hoe de rechter betrouwbaarheid of onbetrouwbaarheid zou moeten vaststellen,
geeft de HR niet aan.
In de praktijk zijn rechter die de betrouwbaarheid van een bewijsmiddel onderzoeken uiteindelijk op
zoek naar het waarheidsgehalte van de inhoud van dat bewijsmiddel. Het waarheidsgehalte van een
bewijsmiddel zal altijd bij benadering moeten worden vastgesteld, omdat niet met zekerheid kan
worden vastgesteld dat een bewijsmiddel correspondeert met de werkelijkheid.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Laura_vd_H. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,48. Je zit daarna nergens aan vast.