HC1 – INTRODUCTION: STRESS RESPONSE AND EVOLUTION
Een stressor is elke mogelijke bedreiging die het lichamelijke evenwicht uit balans kan
brengen en het behalen van de psychobiologische doelen belemmert.
Een stress respons is een adaptieve psychobiologische reactie op een stressor, vaak is dit
een negatieve emotionele psychobiologische reactie:
- Psychologisch: boosheid, angst, depressie, gespannenheid, onzekerheid, paniek,
verwardheid;
- Lichamelijk: hartkloppingen, zweten, kippenvel, aangespannen spieren, verhoogde
ademhaling, droge mond, buikpijn, misselijkheid, flauwvallen.
Een stressor kan tot velen ziektes leiden. Elk van deze ziektes heeft een stresscomponent, de
ene ziekte wat sterker dan de andere. Bijvoorbeeld: kanker, hartritmestoornis, diabetes,
epileptische aanvallen, hoge bloeddruk, onvruchtbaarheid, hart- en vaatziekte.
- Algemene stress 2x grotere kans op een
hartaanval (dit is hoger dan de algemene
risicofactoren op een hartaanval (obesitas of
een hoge bloeddruk));
- Werkstress 4x grotere kans op hart- en
vaatziekte;
- Huwelijksproblemen 3x grotere kans op
terugkerende hartproblemen;
- Dood van een geliefde 6x grotere kans op
een hartaanval.
Om tot een ‘organic disease’ te komen, moet sprake zijn van een van de vier genoemde
symptomen. Dit kan worden veroorzaakt door een chronische stress respons. Normaal vindt
er een acute stress respons plaats, dus een korte respons. Dit treedt op wanneer een
bepaalde situatie als gevaar wordt geëvalueerd. Meestal kan je met zo’n gevaarsituatie goed
omgaan (coping). Als dit niet het geval is, kan er een chronische stress respons ontstaan.
NB: Een lagere afweer zorgt niet per se voor een ‘chronic disease’, maar chronische stress
maakt de kans hierop wel groter.
Een chronische stress respons heeft zowel direct als indirect effect op
disregulatie/weefselbeschadiging/lagere afweer. Indirect kan dit namelijk worden beïnvloed
door gezondheidsgedrag: roken, cafeïne, alcohol, dieet, lichamelijke beweging, slaap.
Bij een psychologische bedreiging kan de fight-or-flight respons opkomen, het lichaam
bereidt zich dan voor om te vechten of om te vluchten. Dit is een snelle reactie van
adrenaline (epinephrine). Van nature is dit functioneel, maar stress in de moderne
samenleving geeft geen ruime voor vechten of vluchten. Hierdoor ontstaat een langdurige-
of een chronische stress respons. Zo’n respons is niet meer functioneel.
- Korte stress = noodgeval = GOED
- Langdurige of veelvoorkomende stress = SLECHT
Chronische stress is een uitvinding van de mens.
,Selye stelt dat een stress respons hetzelfde is en een functionele reactie voor zowel een
fysieke als een psychologische bedreiging is, een niet-specifieke respons. Dit heeft effect op
cortisol.
Een stress respons is fylogenetisch oud. De mens is namelijk onderdeel van de natuur en
deelt deze respons met andere dieren. Dit heeft drie consequenties:
1. De functie is nog steeds vechten of vluchten van de bedreiging;
2. Het effect op het lichaam gaat via oude biologische routes welke hetzelfde zijn voor
dieren, ongeacht hoe complex de stressor is;
3. Het effect op het lichaam gaat ook via oude basale psychologische factoren,
ongeacht hoe complex de stressor is.
Basale psychologische factoren dat het effect van stress op het lichaam bepalen:
1. Adversiteit, het type bedreiging:
a. Fysiek directe bedreiging (fysieke integriteit: koud, hitte, giftige stoffen,
infecties, bloed, geweld, honger, dorst, uitputting);
b. Psychologisch waargenomen bedreiging (fysieke integriteit of
psychologische integriteit (veiligheid, intimiteit, autonomie = Maslow’s
behoeftehiërarchie). Veel psychologische stressoren gaan voornamelijk over
de angst om buiten de groep te vallen.
2. Oncontroleerbaarheid of onvoorspelbaarheid
a. !!! Experiment ratten: adversiteit blijft gelijk in beide condities, dus dezelfde
mate van een stressor, maar de psychologische factor
(oncontroleerbaarheid/onvoorspelbaarheid) wordt gemanipuleerd. Hieruit
bleek dat het gevoel van oncontroleerbaarheid kan leiden tot: darmzweren,
hogere stresshormonen (glutocorticoids), uitgeputte voorraad
neurotransmitters in het brein en onderdrukking van immuunrespons.
Ditzelfde effect is gevonden bij onvoorspelbaarheid, ook voor de
onvoorspelbaarheid van positieve beloningen.
3. Duur
Deze drie houden verband met elkaar. Dus een hoge adversiteit, hoge oncontroleerbaarheid
en een lange duur zorgt voor een hoger risico op ziekte.
Fight-or-flight respons is vergelijkbaar met sporten, bij beide gaat de hartslag omhoog
gedurende de lichamelijke voorbereiding. Het verschil is dat bij een stressrespons een
waargenomen adversiteit en een afgenomen controle (negatieve emoties) komen kijken. Dit
leidt tot een sterke respons. De voorbereiding bij een stressrespons is dan ook wel
vergelijkbaar met de voorbereiding voor een enorm korte sprint, maar deze sprint wordt
nooit daadwerkelijk uitgevoerd.
, Het centrale zenuwstelsel (CNS) bestaat uit het brein en de ruggengraat. Hier vindt de
evaluatie van een situatie plaats.
Het perifere zenuwstelsel (PNS) bestaat uit:
- Somatische zenuwstelsel = reguleert vrijwillige bewegingen;
- Autonomische zenuwstelsel = reguleert organen dat onvrijwillig functioneren
a. Sympathisch zenuwstelsel (SNS) = mobiliseert het lichaam voor actie
b. Parasympatisch zenuwstelsel (PNS) = handhaving van actie en herstelt rest-
and-digest
Als een onderdeel in het SNS harder gaat werken, gaat een ander
onderdeel in de PNS juist minder hard werken. Zo zorgen ze samen voor een
balans.
Actie en tijd zorgen voor de koers van de twee meest belangrijk respons systemen van de
lichamelijke stress respons:
- Sympathetic Adrenal Medullary system (SAM) = initiële respons (adrenaline)
o Verhoogde hartslag, bloeddruk, meer bloed naar de spieren, minder bloed
naar de ingewanden voorbereiding voor actie;
o Meer glucose in het bloed brandstof voor de voorbereiding van actie;
o Meer zweten afkoelen en betere grip tijdens vechten/vluchten.
- Hypothalamus Pituitary Adrenal Cortical system (HPAC) = treedt later op wanneer
de stress intenser/oncontroleerbaarder/chronischer is. Dan komt ook het
stresshormoon cortisol vrij, cortisol is ook verantwoordelijk voor de energieverdeling
in het lichaam.
o In stand houden van SAM-acties en functies;
o Onderdrukken van immuun activiteit en andere niet-essentiële activiteiten
om zo 50% van de energie te besparen steunen vechten/vluchten;
o Bufferen tegen SAM geïnduceerde beschadiging aan weefsel;
o Onderdrukken van pijn via endorfine en negatieve emoties, zodat een
pijnervaring niet interfereert met actie;
o Terugkeren naar stabiele toestand.
Chronisch hoge SAM-activiteit heeft als consequenties enkele
vervormingen in:
- Bloeddruk regulatie hypertensie