Samenvatting LF 2
THEMA 1
V. 3.6 – richtlijnen goede voeding
Voedingsrichtlijnen wereldwijd zijn: ruim gebruik van plantaardige voedingsmiddelen, zoals
granen, groente, fruit en peulvruchten. Aangevuld met eiwitrijke producten zoals vlees, vis
en zuivel. Verzadigd vet en zout en suiker moeten beperkt worden.
In Nederland gelden de Richtlijnen goede voeding, uit 2015. Gericht op het voorkomen van
de top tien van ziekten in NL. (coronaire hartziekten, beroerte, hartfalen, diabetes type 2,
chronische obstructieve longziekten (COPD), borstkanker, darmkanker, longkanker,
dementie, cognitieve achteruitgang en depressie).
Risicofactoren zoals LDL-cholesterol en systolische
bloeddruk en lichaamsgewicht worden
meegenomen in het advies.
(Adviezen voor beweging zijn niet meegenomen,
maar er zijn wel aparte beweegrichtlijnen, uit
2017.)
De richtlijnen zijn in principe gemaakt op basis
van de Nederlandse bevolking. Dit moet vaak nog
verder vertaald worden naar verschillende
leeftijdsgroepen, dit doet het voedingscentrum.
Richtlijnen goede voeding:
o Nadruk op voedingsmiddelen en
voedingspatronen (dus niet
voedingsstoffen).
o Richt zich vooral op de effecten van
voedingsmiddelen op de preventie van
chronische ziekten.
o Ecologisch aspect is meegenomen.
o Strikter advies op alcohol (max. 1 glas per
dag)
Nederland en belgië richten zich op de effecten van voedingsmiddelen. Brazillië richt zich op
het kiezen van verse producten, zelf koken etc. Alle drie de landen hebben als doel
chronische ziekten terug te dringen.
V. 3.7 – schijf van vijf
De schijf van vijf is de praktische vertaling van de richtlijnen goede voeding.
Het doel is gezonde, veilige, duurzame voeding.
Vijf vakken met een aantal productgroepen namelijk:
o Groente
fruit
o Smeer- en bereidingsvetten
o Zuivel,
noten,
vis, peulvruchten, vlees en ei
, o Brood, graanproducten en aardappelen
o Dranken
Niet alle producten
staan in de schijf van
vijf. Advies is om elke
dag voldoende uit elk
vak van de schijf van vijf
te eten. Daarnaast is
ruimte voor
voedingsmiddelen die
daarbuiten vallen. Het
advies is om dit niet te
vaak en te veel te doen.
(85%-15% regel)
De keuze van
voedingsmiddelen in de
schijf van vijf is
onderbouwd in de
Richtlijnen schijf van
vijf. Per productgroep
zijn verschillende criteria vastgesteld (zoals bijv. zoutcriterium).
Aanbevolen hoeveelheden zijn gemaakt op basis van de richtlijnen schijf van vijf. Ze voldoen
ook aan de richtlijnen goede voeding 2015. Er is rekening gehouden met duurzaamheid, en
inactieve leefstijl. Er is een tabel met onderscheid tussen man/vrouw en ook op
leeftijd/doelgroep.
De schijf van vijf is vooral een hulpmiddel. Het is lastig om alleen volgens de schijf van vijf te
eten. Ook door de strenge regels van wat er buiten de schijf gegeten mag worden. Maar elke
stap richting de s. van vijf is een goede stap. Ook de aanbevolen hoeveelheid kan nog een
beetje verschillen per persoon. Door bijv. snellere of langzamere stofwisseling.
V. 8.3 – Energiebehoefte
8.3.1 – factoren die de energiebehoefte beïnvloeden
De energiebehoefte wordt door de volgende factoren bepaald:
Basaal metabolisme (=grondstofwisseling)
o Arbeid die het lichaam onwillekeurig voortdurend verricht; zoals de hartslag,
ademhaling, handhaven van lichaamstemperatuur, activiteiten van het zenuwstelsel,
en hormoonproductie van klieren.
o Hiervoor wordt de meeste energie gebruikt. Meestal meer dan de helft van de totale
hoeveelheid energie die nodig is.
o Factoren die van invloed zijn op de energiebehoefte van basaal metabolisme zijn:
Geslacht
Vrouwen hebben lagere stofwisseling door verschil in
lichaamssamenstelling.
Lichaamssamenstelling
, Mannen hebben een grotere vetvrije massa (spierweefsel, organen,
skelet) het metabolisme is hierin hoger.
Leeftijd
Jongeren hebben een hogere basale stofwisseling.
Lichaamsoppervlak
Hoe groter, hoe hoger de basale stofwisseling. (en meer
warmteverlies)
Koorts
Verhoogd metabolisme
Stress
Verhoogd metabolisme
Cafeïne
5-10% verhoging voor 1-2 uur
Nicotine
Een pakje per dag -> 15% van het basaal metabolisme verhoogd
Genetische factoren
Variatie van ong 10%
Menstruatie
Hoeveelheid energie wisselt bij vrouwen door de invloed van de
menstruatiecyclus.
Voedingstoestand (onder- of overvoeding)
Bij ondervoeding verlaagt het basaal metabolisme.
Energie voor voedselverwerking
o Er is energie nodig voor het verwerken van voedsel (vertering, resorptie, transport).
Ongeveer 10% van de energie inname nodig
o (De hoeveelheid energie die nodig is voor het verwerken van voedsel wordt voeding
geïnduceerde thermogenese/ specifiek dynamische werking genoemd)
o De thermogenese is hoger bij eiwitrijke voeding.
o Basaal metabolisme en de voeding geïnduceerde thermogenese worden samen
ruststofwisseling genoemd.
o Wanneer meer wordt gegeten dan nodig wordt de overmaat aan energie vastgelegd
in vet, of de voeding geïnduceerde thermogenese neemt toe, het teveel wordt
omgezet in warmte. (Facultatieve thermogenese).
o (obligatoire gedeelte is nodig voor de verwerking van het voedsel)
Lichamelijke activiteit
o Voor de hoeveelheid lichamelijke activiteit wordt de PAL-waarde gehanteerd. (PAL =
physical activity level). De PAL- waarde varieert van 1,2 – 2,4.
o Om de energie behoefte te bereken moet je de ruststofwisseling vermenigvuldigen
met de Pal-waarde.
o PAL-waarde houdt geen rekening met onwillekeurige bewegingen zoals tics. Ook niet
met fidgeting. En ook niet of je actief of passief zit.
, Energie verhogende situaties
o Energiebehoefte neemt toe bij:
Groei, ziekte, herstel en zwangerschap
De stofwisseling is verhoogd
Lactatie periode
Energie wordt afgestaan via de melk
Thermogenese = het vrijkomen van warmte in het lichaam.
Bruin vet kan heel snel warmte produceren, door de grote hoeveelheid mitochondriën.
Daarnaast wordt energie in warmte omgezet ipv. ATP.
8.3.2 – berekenen van de energiebehoefte
Totale energiebehoefte is ongeveer 30-35 kcal per kg ideaal lichaamsgewicht (voor
volwassenen). Een nauwkeuriger schatting kan gemaakt worden door de afzonderlijke
factoren van de energiebehoefte in te schatten.
Om de ruststofwisseling te berekenen zijn de volgende formules:
o Formule van Harris en Benedict (voor volwassenen met obesitas)
Mannen: basaal metabolisme = 88,362 + (13,397 x gewicht in kg) + (4,799 x
lengte in cm) – (4,33 x leeftijd in jaren)
Vrouwen: basaal metabolisme = 447,593 + (9,247 x gewicht in kg) + (3,098x
lengte in cm) – (4,33 x leeftijd in jaren)
o WHO-formule (voor volwassenen met een BMI < 30
Mannen:
18-30: 15,4 x gewicht (kg) – 27 x lengte (m) + 717
30-60: 11,3 x gewicht (kg) – 16 x lengte (m) + 901
>60: 8,8 x gewicht (kg) + 1128 x lengte (m) – 1071
Vrouwen:
18-30: 13,3 x gewicht (kg) + 334 x lengte (m) + 35
30-60: 8,7 x gewicht (kg) – 25 x lengte (m) + 865
>60: 9,2 x gewicht (kg) + 637 x lengte (m) – 302
o Formule van Schofield (voor kinderen)
Jongens:
0-3: 0,167 x gewicht (kg) + 1517,4 x lengte (m) – 617,6
3-10: 19,59 x gewicht (kg) + 130,03 x lengte (m) + 414,9
10-18: 16,25 x gewicht (kg) + 137,2 x lengte (m) + 515,5
Meisjes:
0-3: 16,252 x gewicht (kg) + 1023,2 x lengte (m) – 413,5
3-10: 16,969 x gewicht (kg) + 1361,8 x lengte (m) + 371,2
10-18: 8,365 x gewicht (kg) + 465,6 x lengte (m) + 200
Bovenop de rustwisseling komt de PAL-waarde (vermenigvuldigen) en de energieverhoging
door ziekte (en stress)