Hoofdstuk 1
1.1 Persoonsvorm: De tijd van de handeling of het gebeuren in een zin wordt hiermee uitgedrukt.
Kun je opsporen door de zin van vt -> tt te zetten of andersom. Het woord dat verandert is de pv.
1.2 Onderwerp: getalsproef via pv. De leeuw(ow) brulde(pv) – de leeuwen (ow) brulden (pv). Aan het
begin van de zin ow, wordt vaak herhaald met dat of die -> herhalend onderwerp. Het is een loos
onderwerp/onderwerp voor de vorm. Er aan het begin van de zin is een plaatsonderwerp als het ow
dat in getal overeenkomt met de pv verderop volgt. Zinnen zonder getalsonderwerp: wanneer niet
uitgedrukt kan of moet worden door wie de handeling wordt verricht en wanneer de pv een
gebiedende wijs is.
1.3 Werkwoordelijk gezegde: Iets wat gebeurt.PV+andere ww waarmee de pv een samenhangend
geheel vormt.
1.4 Naamwoordelijk gezegde: Toestand of een eigenschap. Koppelwerkwoord + (hulpwerkwoorden)
+ Naamwoordelijk deel; een koppelww koppelt het ow aan dit naamwoordelijk deel. Bijv. Josje (ow)
is (koppelww) juf (naamwoordelijk deel).
1.5 Lijdend voorwerp: Een lv is een zinsdeel dat de handeling die door het wwg uitgedrukt wordt,
‘ondergaat’. Altijd een zelfstandig naamwoord (de of het voor plaatsen) of een woordgroep die daar
door vervangen kan worden. Komt nooit voor bij een nwg. Het is een loos lv. Herhalend lv is die,dat.
1.6 Meewerkend voorwerp: Werkt mee om een handeling of het gebeuren mogelijk te maken. Komt
voor bij wwg en nwg. Opsporingsproef: toevoegen of weglaten van aan of voor.
1.7 Voorzetselvoorwerp: Vertoont overeenkomsten met het lv, maar heeft er dan een voorzetsel
voor -> aan, achter, bij, in, met, naar, om, onder, op, tegen, tot, uit, van of voor. Kan ook bij een
naamwoordelijk gezegde voorkomen. Het komt als zinsdeel alleen voor bij een gezegde (je kunt het
voorzetselvoorwerp van plaats veranderen bijv. Ik twijfelde aan jouw woorden/aan jouw woorden
twijfelde ik. Niet: Mijn twijfel aan jouw woorden, want: aan jouw woorden mijn twijfel). Het
gebruikte voorzetsel is altijd een vast voorzetsel (hoort bij het werkwoord -> Truus wachtte op haar
vriend = opwachten. Niet: Truus wachtte op het perron. Op zou je dan ook kunnen vervangen door
bij/aan/naast.) en het heeft een overdrachtelijke betekenis; nooit een voorzetsel dat plaats of tijd
helpt aanduiden. Een voorzetselvoorwerp kunnen we in veel gevallen vervangen door; er+
voorzetsel+ een dat zin. Bijv. Hij schaamde zich over zijn gedrag -> Hij schaamde zich erover, dat hij
zich zo gedragen had.
1.8 Bijwoordelijke bepaling: Voldoet aan geen van de hiervoor beschreven voorwerpen. Geeft een
nadere bepaling van het gezegde vermelde in de zin. Het geeft een nadere modificatie, van het
gezegde (nwg of wwg) en soms van de hele zin. Het geeft iets extra’s aan de zin; De ernstig zieke
Couperus werd in het ziekenhuis opgenomen. Hierin is ernstig de bijwoordelijke bepaling want het
zegt iets over zieke. Het maakt ook nog eens deel uit van een ander zinsdeel (het ow: de ernstig zieke
cornelis). Het geeft antwoord op vragen zoals; waarom?, wanneer? Hoelang? Waarheen?
Waarvandaan? Hoe? Waarmee? Interne bijwoordelijke bepaling: Als het weer bepalingen van andere
woorden zijn.
1.9 Bijvoeglijke bepaling: Vermeldt nadere bijzonderheid van personen of zaken en samen met hen
één geheel vormt. Bijv. Die mooie bungalow staat al jaren te koop. Die en mooie geven beiden iets
aan over bungalow. Het is altijd een bepaling bij een zelfstandig (voor)naamwoord. De bijwoordelijk
bepaling is dat daarentegen nooit. Lidwoorden horen niet bij de bijvoeglijke bepaling. Telwoorden en
die, dat, deze wel. De bijstelling (apart soort bijvoeglijke bepaling) heeft als kern zelf een zelfstandig
naamwoord, staat tussen komma’s.
1.10 Bepaling van gesteldheid: Bepaling over het gezegde én een ander zinsdeel. Twee soorten: 1.
Tijdens een handeling; hongerig kwam hij thuis. Kan verduidelijkt worden met terwijl -> Terwijl hij
hongerig was kwam hij thuis. 2. Kan ook een gevolg van het gezegde impliceren. Volgend op de
handeling; Hij verfde het hek groen. Hansje maakte het wagentje kapot.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper MG99. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,48. Je zit daarna nergens aan vast.