100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
College aantekeningen Inleiding Europees recht (JUR-1IEUR) €6,49
In winkelwagen

College aantekeningen

College aantekeningen Inleiding Europees recht (JUR-1IEUR)

 7 keer bekeken  0 keer verkocht

College aantekeningen Inleiding Europees recht, jaar . Succes met leren!

Voorbeeld 3 van de 25  pagina's

  • 15 april 2023
  • 25
  • 2019/2020
  • College aantekeningen
  • Prof. mr. j.w. van de gronden
  • Alle colleges
Alle documenten voor dit vak (51)
avatar-seller
s-kers
Hoor Europees recht college 1, EU achtergrond, geschiedenis en het institutionele kader.
I. Geschiedenis en ontwikkelingen:
A. Na WOII:
1. Economische puinhoop en groot wantrouwen tussen staten.
2. Noodzaak van wederopbouw-> Marshallplan.
B. 1949-> Raad van Europa.
C. 1951-> EGKS:
1. 6 lidstaten-> België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg,
Nederland.
2. Gemeenschappelijke markt voor kolen en staal.
3. Hoofddoel: handel, protectionisme uitbannen.
D. 1957-> oprichting EEG en Euratom:
1. Hoofddoel= verbod douaneheffingen, verwijderen van beperkingen op
vrij verkeer, vrije concurrentie (geen vervalsing van mededinging),
gemeenschappelijk handelsbeleid.
E. 1965-1985-> eurosclerose:
1. Lege stoel crisis= Frankrijk was het niet eens met de supranationale
koers van de EEG.
2. Crisis en recessie.
3. Voltooiing interne markt wil niet vlotten.
4. Economische en Monetaire Unie mislukt: staten blijven eigen munt
houden en eigen economisch en monetair beleid voeren.
F. 1986-> de Europese Akte= aanpassing oprichtingsverdragen (EGKS, EEG,
Euratom):
1. Nieuwe impuls aan de vrije markt (ruimte zonder binnengrenzen met
volledig vrij verkeer).
2. Gemakkelijker om Europese harmoniserende regelgeving vast te
stellen:
a) Gekwalificeerde meerderheid (voorheen unanimiteit). Landen
moesten vanaf nu iets slikken ook al waren ze het niet met het
besluit eens.
b) Grotere rol Europees Parlement.
3. Tijdpad van voltooiing interne markt.
4. Nieuwe plan voor EMU.
G. 1992-> Verdrag van Maastricht.
H. 1998-> Verdrag van Amsterdam.
I. 2001-> Verdrag van Nice.
J. 2002-> invoering van de Euro.
K. 2004-> de ‘big bang’-> uitbreiding met tien nieuwe lidstaten (van 15 naar 25).
Discussie over grondwettelijk verdrag.
1. Grondrechtenbepalingen worden bindend.
2. Nieuwe bepalingen over verdeling van bevoegdheden tussen EU en
lidstaten.
3. Codificatie en symboliek.
L. 2009-> Verdrag van Lissabon.
M. 2016-> Brexit.

De EU sinds Lissabon – bronnen.

, ● Verdrag van de Europese Unie (VEU):
- Doelstellingen EU.
- Belangrijkste instrumenten.
- Overkoepelende (institutionele) structuur: instellingen.
● Verdrag betreffende de werking van de EU (VWEU):
- Praktische uitwerking.
- Regulering van verschillende beleidsterreinen.
- Vrij verkeer, interne markt, mededingingsrecht etc.
- Besluitvormingsprocedures.
- Rechtsbescherming.
● Verschillende andere verdragen (Euratom), Handvest Grondrechten EU-> samen
met VEU en VWEU primair EU-recht
● Wetgeving van de EU-> secundair EU-recht.
● NB: Alleen de term EU wordt nog gehanteerd; de term EG verdwijnt.

Intergouvernementeel= staten bepalen wat er gebeurt.
Supranationaal= soevereiniteit deels overgedragen aan een orgaan/instelling.

II. De instellingen (art. 13 VEU):
A. Europees Parlement:
1. Art. 14 VEU, art. 223-234 VWEU.
2. Direct gekozen door EU-burgers via nationaal kiessysteem:
- Aantal vertegenwoordigers per staat afhankelijk van aantal
inwoners per staat (min. 6, max. 96).
- Zittingstermijn vijf jaar.
3. Let op: Na Brexit 705 leden (incl. voorzitter).

Taken en bevoegdheden:
● Wetgeving– geen initiatiefrecht, wel ‘medebeslisser’.
● Controle en toezicht op Europese Commissie.
- Benoeming voorzitter EC.
- Goedkeuring samenstelling EC.
- Recht om informatie te ontvangen (vraagrecht) en te onderzoeken
(enquêterecht).
- Recht om motie van afkeuring tegen EC in te dienen (art. 234 VWEU).
● Budgetrecht– stelt samen met Raad begroting vast.
● Supranationaal.

B. Europese Raad:
1. Art. 15 VEU, art. 235-236 VWEU.
2. Regeringsleiders lidstaten + permanente voorzitter.
3. President is geen staatshoofd / regeringsleider! Wel: voorbereiden en
bewaken continuïteit activiteiten Europese Raad.

Taken en bevoegdheden Europese Raad:
● ‘Impulsen geven’ aan ontwikkeling van de EU:
- Algemene politieke beleidslijnen vaststellen.
- Prioriteiten vastleggen.

, - Bemiddelen en problemen oplossen, vastzittende dossiers lostrekken.
- Strategieën bepalen voor buitenlands en veiligheidsbeleid.
● Unanimiteit-> een land kan dus een resolutie tegenhouden. Europese Raad is niet
betrokken bij wetgevingsproces, maar maakt resoluties.
● Typisch intergouvernementeel.

C. Raad van de Europese Unie (Raad van Ministers of Raad)
1. Art. 16 VEU, art. 237-243 VWEU.
2. Vertegenwoordigers van de lidstaten op niveau van ministers /
staatssecretarissen.
3. Verschillende formaties, afhankelijk van onderwerp.
4. Roulerend voorzitterschap (ieder half jaar).

Taken en bevoegdheden:
● Wetgeving:
- Instemmingsrecht bij Europese wetgeving (HC 2).
- Hoofdrol bij eventuele herziening van oprichtingsverdragen (VEU, VWEU).
● Beleidsvorming:
- Handelsakkoorden met externe partners.
- Specifieke bevoegdheden in het kader van de EMU (bijv. bepalen van
handelen in overeenstemming met begrotingsregels voor lidstaten).
● Bestuur:
- Begroting.

Raad – besluitvorming:
● Besluitvorming door verschillende typen meerderheden, afhankelijk van toepasselijke
bepalingen VWEU:
○ Eenparigheid van stemmen/ unanimiteit.
○ Gewone meerderheid.
○ Gekwalificeerde meerderheid (16 lid 4 VEU), niet unanimiteit-> doet
intergouvernementeel denken. Maar ook deels supranationaal.
- Ten minste 55% van de leden die ten minste 15 in aantal zijn en ten minste 65% van
de bevolking van de EU vertegenwoordigen nemen een besluit aan.
- De blokkerende minderheid: ten minste 4 leden van de Raad en 35% van de
bevolking.
● Raad van ministers is een mix van intergouvernementeel en supranationaal.

D. Europese Commissie:
1. Art. 17 VEU, art. 244-250 VWEU.
2. 28 commissarissen, voor iedere lidstaat 1-> geheel onafhankelijk.
3. Samenstelling en benoeming (17(7) VEU; zie boek):
- Europese Raad draagt kandidaat-voorzitter voor.
- EP moet instemmen met voorzitter.
- Voorzitter stelt samen met Raad andere commissarissen voor.
- EP moet voorgestelde Commissie aanvaarden.
- Europese Raad benoemt.
4. Stemming: consensus (art. 250 VWEU).

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper s-kers. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53340 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd