Tijd van Pruiken en Revoluties(1700 tot 1800)
In de loop van de 18e eeuw verdween het internationaal aanzien van de Republiek. De economische
bloei dankte zich niet alleen aan de gunstige ligging, maar ook de ontreddering in Duitsland(30 jarige
oorlog), en opstanden en burgeroorlogen in Frankrijk en Engeland. Dat de Republiek achter kwam te
liggen op Engeland en Frankrijk was onontkoombaar, het inwonertal, omvang en politieke
mogelijkheden gaven de doorslag om weer terug te zakken naar de positie van begin 17e eeuw.
Ook in Technisch opzich raakte de republiek achter, door het ontbreken van steenkool en ijzer. Ook
door oude schepen, die te diep waren om binnen te stromen in de haven. De nijverheid in de
Republiek werd als eerst in Leiden getroffen dankzij protectionistische maatregelen van Frankrijk en
Pruisen. De productie daalde tot 21% van het niveau in 1671. De nijverheid verplaatste zich naar
Eindhoven, Tilburg en Helmond, waar de lonen lager lagen.
Rond 1775 was de achterstand absoluut. De stapelmarkt in Holland was niet meer exclusief, Londen
en Hamburg, waarvan Londen het nieuwe Financiële centrum werd. Ook de Oostzeehandel, de
moedernegotie ofwel de basis van de handelsrijkdom, boette in aan belang. Ook de Trafieken,
veredelingsbedrijven, werden bedreigd. Onder trafieken vielen de zout- en zeepziederijen,
tabakskerverijen, diamantslijperijen, suikerraffinaderijen, jeneverstokerijen, ververijen en
katoendrukkerijven. Aan het eind van de 18e eeuw werd duidelijk dat de Republiek internationaal
niets meer voorstelde. De VOC en WIC gingen neer in de 18e eeuw. De VOC ging neer nadat de winst
werd verspild aan militaire operaties, ambenaren en te hoge winstpercentages van de
aandeelhouders. Toen Frankrijk de republiek binnenviel in 1795, viel de VOC
De WIC werd opgeheven in 1674 toen het zijn schulden niet meer kon aflossen.
De basis van de Surinaamse economie werd gevormd door plantages, zoals tabak, cacao, katoen,
koffie en suiker. Er was vooral sprake van monocultuur; het verbouwen van 1 gewas op een stuk
land. De Surinaamse keuken komt voort uit importeren van lang houdbare producten, omdat men zo
gericht was op export. De levensomstandigheden van de slaven hing af van het soort plantage en
van de meester. Ook had elke kolonie een eigen Slavenwetgeving, de wetten waren wreed, slaven
werden beschouwd als dieren of objecten en er was een apart strafrecht voor slaven.
De politieke positie weerspiegelt de economische positie. Op het hoogtepunt van zijn macht gaf
Willem III leiding aan een Europese Coalitie tegen Frankrijk in de Negenjarige oorlog. Lodewijk XIV
moest Willen als koning erkennen bij de Vrede van Rijswijk. Na de dood van Willem raakte de
Republiek in oorlog over de opvolging van de Spaanse Koning: Spaanse successieoorlog. Lodewijk
eiste de kroon voor zijn kleinkind Filips van Anjou. In 1702 kregen de Hollande Regenten een tweede
kans om een stadhouder te kiezen. De gehele republiek was stadhouderloos.
Door de 80-jarige oorlog groeiden er steeds meer tegenstellingen tussen de Regenten en een groep
rond het Oranjehuis. Het Oranjehuis werd gesteund door grote groepen van de bevolking. De groep
bestuurder was verworden tot een oligarchie, die elkaar constant de bal toespeelde. Bestuurders
werden uit eigen krind benoemd, ambten werden onderling verhandeld. Had de griep in de 17 e eeuw
zijn rijkdom nog binnenshuis gehouden, hij werd nu schaamteloos geëtaleerd door het bouwen van
enorme huizen met tuinaanleg. Een opkomende nieuwe Burgerij werd bewust uit de vroedschappen
gehouden maar mengden zich steeds meer.
1 H7, Tijd van Pruiken en Revoluties (1700 – 1800)