De hemel is altijd paars - Sholeh Rezazadeh
_____
Er vraagt iemand of ze naast Arghavan mag zitten in de trein, Arghavan vindt de volharding van de
eindeloze vragen in Nederland niet meer irritant en zet haar spullen opzij. Iets ovaals nestelt zich
achter haar borstbeen en reist met haar mee, waar ze ook heen gaat. Ze is bang dat mensen deze
bal zien, een bal die het moeilijk maakt om die wereld en de mensen daarin te omarmen. Elke keer
als ze lacht of verdrietig is, wordt de bal zwaarder.
Ar heeft een kleurrijke kringloopwinkel, ze houdt van haar winkel. Ze vind het leuk als mensen hun
spullen afgeven, ze vind de verhalen erachter leuk. Ze heeft een terugblik op de bazaar als ze een
theekop pakt die ze daarvandaan heeft, de geuren zitten nog in de theekop. Ze herinnert zich dat ze
als klein meisje eindeloos op de bazaar kon blijven maar haar moeder wilde zo snel mogelijk de
ingrediënten halen voor het avondeten. Ze heeft een mooiere herinnering dat ze met haar vader op
de bazaar waren op zoek naar een tapijt, later zouden ze wat gaan eten in de bazaar. Nu spendeert
ze haar dagen met thee drinken, kleding repareren, mails beantwoorden en foto’s maken van nieuwe
spullen en die op social media te zetten, soms verzint ze een verhaal bij de spullen. Ze maakt de
envelop van de winkel open, haar Nederlands is nog niet zo goed dat ze de brief niet meteen begrijpt.
Uiteindelijk leest ze dat de Judasbomen worden omgezaagd omdat ze te oud worden en er wellicht
een tak op iemands hoofd kan vallen. Ze is hierdoor verdrietig, ze snapt niet dat de mens belangrijker
dan wie of wat dan ook. Dan gaat de deur open en komt Anna binnen. Ze heeft een grote glimlach en
is altijd op zoek naar danskleding. Ze is slechthorend en leest op de lippen af wat iemand zegt. Ar
houdt van de kalme gesprekken met haar, ondanks dat Anna naar haar lippen staart. Anna rekent
haar kleding af en gaat weg, voordat Arghavan een vraag kan stellen. Ar rent Anna achterna en stopt
wat verse bladeren van de Judasboom tussen de kleding van Anna. Anna kijkt verbaasd en begint te
lachen, Ar zegt ze worden omgezaagd en dit zijn de laatste bladeren ze zijn voor jou. Zonder op Anna
haar antwoord te wachten rent Arghavan terug naar de winkel, ze denkt dat dat Anna waarschijnlijk
denkt dat ze gek is.
_____
Ze heeft een herinnering aan de keer dat ze met haar vader naar een zout meer ging, het meer ligt op
150 km van Tabriz, ze was 6 jaar toen ze er voor het eerst naartoe ging. Ze gaat met haar vader naar
het mannen gedeelte zodat haar moeder wat rust kan krijgen bij het vrouwengedeelte. Haar vader en
zij zoeken een rustige plek op bij het mannen gedeelte, zodat ze beter in contact konden staan met
de natuur. Als ze drijft in het meer voelt ze zich een vis in een meer dat haar nooit vast zou kunnen
pakken.
Ze denkt terug, zou Anna de bladeren hebben bewaard? Ze gaat met haar hand door haar haar, er
blijven wat haren plakken en die schudt ze in het meer, is dat hetzelfde wat een boek, met bladeren
doet? Maar omgezaagd worden moet toch een ander gevoel geven.
_____
De deur van de kringloop gaat open en een geur van verbrand brood komt binnen. Johan komt
binnen en wilt zijn cassetterecorder verkopen, hij doet niet meer wat hij moet doen. Voor normale
geluiden werkt deze nog wel maar niet meer voor de bomen. Hij heeft er ook bandjes bij, daar staat
geluid op maar er kan overheen worden opgenomen. Hij zou het graag willen weten als er een andere
cassette recorder is, hij heeft geen telefoon of computer dus schrijft hij zijn adres op. Hij vertelde op
de bandjes over zichzelf en de bomen deden dat ook, nu lijkt het of hij alleen nog maar tegen zichzelf
praat. Ar is nieuwsgierig en wilt weten hoe de bomen klinken (niet de wind er doorheen maar de boom
echt zelf), ze vraagt het niet omdat ze hem niet wilt afschrikken.
_____
Iedereen, alle Iraniërs, zijn bijeengekomen voor de natuurdag, de 13de dag van de lente. Ongeacht
het weer moeten ze tot zonsondergang buiten blijven en thee drinken, barbecueën, rond het vuur
zitten en zingen. Haar vader is op zoek naar bladeren voor in de thee of in salades. Ar voelt een lepel
in haar buikwand. Ze ziet er blijkbaar moe uit want haar oom vraagt aan haar waarom ze moe is, een
nicht vraagt of ze ziek is, iemand denkt dat ze verliefd is en als iemand zegt dat ze mee moet
volleyballen haalt Ar haar schouders op. Als iemand haar moeder vraagt waarom Ar ineengedoken
, zit, antwoord haar moeder dat Arghavan niet van gezelligheid houdt, net zoals haar vader. Ze is altijd
stil tussen de mensen. De lepel krast tegen haar buikwand en ze zoekt haar vader, als ze die niet kan
vinden gaat ze op het tapijt zitten met een deken over haar hoofd. Dan roept haar vader haar, hij wilt
haar iets laten zien. Haar vader wilt haar de nomaden laten zien, hoe rijk ze zijn met zo’n grote tuin.
Ze worden uitgenodigd voor een kop thee. De tent ligt vol met gekleurde tapijten, in de hoek was een
meisje van dezelfde leeftijd bezig een tapijt te weven. Arghavan drinkt haar thee, de lepel tegen haar
buikwand voelt ze niet meer. Ze kopen een tapijt wat het meisje heeft gemaakt, met een geit
afgebeeld.
Thuis hadden ze een kamer, waar haar vader zich terug trok, ook als ze gasten hadden. Daar las hij
gedichten of boeken. Sinds kort begrijpt Arghavan dit, dat hij moe werd van mensen en iets nodig had
wat geen tong had.
Arghavan denkt terug aan een klant die fotoalbums kwam terugbrengen, op een foto stonden kleurige
kelims (tapijten). Hij haalde huizen leeg van mensen die eenzaam sterven, hij kan de foto’s alleen niet
weggooien. In het begin dat Arghavan in Nederland woonde vond ze het vreemd om zoveel mensen
alleen te zien, op straat, in rijen, het leek alsof de mensen onafhankelijk en vrij waren. Het leek alsof
ze allemaal een kleed droegen, kleurrijk en op de mooist mogelijke manier hadden ontworpen. Zodat
het er niet langer eng uitzag, alsof eenzaamheid een veilig, vertrouwd kleed was dat ze elke dag
droegen, nu draag ik ook dit zware kleed. Eenzaamheid is de rijs die je moet betalen om in dit land te
verblijven.
_____
Tussen 12.00-13.00 hangt Arghavan een briefje op de deur van de kringloop, dan is ze lunchen op
het gras tussen de Judasbomen. Er komt iemand voorbij en zegt ‘’het is bijna 13.00uur, maar het lijkt
alsof tijd niet zo belangrijk voor je is’’. Hij klinkt alsof hij haar terecht wilt wijzen, maar de vriendelijke
toon weerhoudt Arghavan ervan er iets negatiefs van te denken. Mees stelt zich voor op het moment
dat Arghavan opstaat. Hij zegt dat hij haar winkel mooi vind, mooi kleurrijk. Hij wilde haar er alleen
maar op wijzen om niet te laat te zijn. Ze ruimt haar spullen op en gaat naar binnen, daar zoekt ze
weer op marktplaats en komt ze een cassetterecorder tegen die op die van Johan lijkt. Dan komt
Anna binnen, ze gaat tegen haar gewoonte in niet meteen naar het rek met kleurrijke jurken. Anna wilt
haar uitnodigen voor hun uitvoering, het is al overmorgen. Anna heeft ook de bladeren bewaard, zij
vindt het ook jammer dat de bomen worden omgezaagd. Arghavan laat haar de nieuwe jurken zien,
Anna doet 1 voor 1 de jurken aan en vraagt of ze mooi staan. Anna koopt wat jurken. Arghavan
schrijft een brief aan Johan.
_____
Arghavan droomt over een vogel in een boom en de vogel wordt steeds groter, de tak breekt van de
boom, het geluid van brekende tak klinkt sterk en Arghavan wordt wakker. Ze wordt wakker met de
gedachte dat ze horloges stom vindt en de mensen die steeds op hun horloge kijken ook, wat willen
mensen daarmee bereiken? Ze staat op (04.34) en het schemert nog, ze fietst snel naar de
Judasbomen. Ze raakt de oudste boom aan en trekt haar schoenen uit, ze staat op de wortels van de
boom. Ze neemt de geur van de boom in zich op en huilt.
Ze krijgt een herinnering van een boomtak die wordt afgezaagd toen ze 12 jaar was, hij stond voor het
huis en toen de boomtak weg was was er meer licht. S’avonds ging ze naar bed met de deken over
haar hoofd, die haalde haar vader van haar af en vroeg waarom ze moest huilen. Ze wilde dat hij de
tak er weer kon aanlijmen. Hij zei dan dat ze niet om die tak moest huilen, wees niet gevoelig maar
sterk. Bij sterk voelde ze zich naarder.
Dan denkt ze aan een paar nachten terug dat ze danste met Anna, arm in arm. Daarna gaf Anna haar
nummer en adres.
Ze gaat weer terug naar huis, stapt onder de douche en gaat naar de winkel.
Als Arghavan in de winkel bezig is met het repareren van stoffen, komt Mees de winkel binnen. Mees
heeft een Perzisch lied geoefend waar hij op kwam toen hij haar naam op het internet zocht.
Arghavan herkent het nummer. Ze biedt hem koffie aan, hij zegt ‘’dus de Iraniërs zijn echt gastvrij?’’.
Ze verteld waarom ze zich niet goed voelt, hij stelt haar gerust dat er nieuwe bomen komen. Ze wilt
hem uitleggen dat nieuwe bomen niets kunnen doen tegen de dood van oude bomen, dat doet ze
niet.